Interview met Sierra Maestra @ Zuiderpershuis
Met Buena Vista Social Club explodeerde de Cubaanse son tot een wereldwijd fenomeen, maar voor Buena Vista was er al Sierra Maestra. De band timmert al zowat vier decennia aan de weg en belichaamt in alles de ware ziel van de son. Net voor een stomend concert in het Antwerpse Zuiderpershuis konden wij oprichter en bandleider Eduardo Himely en trompettist en benjamin van de band Yelfris Valdes Espinosa voor onze microfoon krijgen.Eduardo, wat hadden jullie eigenlijk voor ogen toen jullie al die jaren geleden met Sierra Maestra begonnen?
Eduardo Himely (bandleider, bas): "Sierra Maestra is vernoemd naar de hoogste bergketen van Cuba, een regio die tegelijk als geboorteplaats van de son geldt. Toen wij begonnen waren we eigenlijk niet meer dan een groepje jonge amateurs die absoluut samen muziek wilden maken. In het begin kopieerden we enkel de stijl van onze grote helden, het Septeto Nacional, maar in die dagen kreeg son nog nauwelijks aandacht en gingen salsabands als Los Van Van en Irakere met alle pluimen lopen."
Yelfris, wat betekent son voor jou als jongste bandlid van Sierra Maestra?
Yelfris Valdes Espinosa (trompet): "Ik speel nu iets meer dan vijf jaar bij Sierra Maestra en Jesus Alemañy, de originele trompettist van de band, was een heel grote inspiratiebron voor mij. Ik ben me er terdege van bewust dat ik tot een kleine minderheid van Cubaanse jongeren behoor die nog met deze muziek bezig zijn - tegenwoordig is het al reggaeton en salsa wat de klok slaat - maar ik beschouw het als een privilege om met muzikanten van het kaliber van Sierra Maestra te kunnen werken."
Met het vertrek van Jesus Alemañy en Juan De Marcos, twee stichtende leden van Sierra Maestra, verloor de band twee zwaargewichten. Een dergelijke aderlating zou voor veel bands wellicht het einde betekenen, maar Sierra Maestra lijkt het niet deren.
Eduardo Himely: "Wel, eerst en vooral moet ik misschien zeggen dat we van zowel Jesus als Juan in alle vriendschap afscheid genomen hebben en we zien elkaar zelfs nog regelmatig. Son heeft een heel universeel ritme en dus maakt het in principe niet echt uit wier aan het spelen is, zolang de muziek die gespeeld wordt maar degelijk is. We hebben er bij Sierra Maestra gewoon voor gezorgd dat we altijd met de beste muzikanten op het podium staan, de rest is kinderspel."
Toen Juan De Marcos Sierra Maestra verliet, startte hij samen met Ry Cooder een project dat zou uitgroeien tot Buena Vista Social Club, de band die van de son een wereldwijd fenomeen zou maken. Heeft die hype op de een of andere manier ook invloed gehad op Sierra Maestra?
Eduardo Himely: "Toen Juan De Marcos en ik met Sierra Maestra begonnen, was het niet meer dan een hobbyproject. We wilden gewoon muziek spelen zonder echt na te denken over waar we naartoe wilden. Om op je vraag te antwoorden, ik denk eigenlijk dat het eerder omgekeerd was; toen wij voor het ¡Dundunbanza! album een platencontract kregen aangeboden bij World Circuit, begon Nick Gold, de baas van het label en een heel intelligent man, zich meer en meer in son te interesseren. Zo is uiteindelijk ook het hele Buena Vista social Club project ontstaan. Het feit dat we ook in diezelfde periode afscheid moesten nemen van Juan De Marcos en Jesus Alemañy, betekende een verjonging in de line-up van Sierra Maestra en een grotere variatie aan stijlen in onze setlist."
Yelfris Valdes Espinosa: "Dat is trouwens iets dat al duidelijk hoorbaar was op ons meest recente album Sonando Ya."
Hoeveel van wat jullie live brengen is improvisatie?
Yelfris Valdes Espinosa: "Alle nummers die wij spelen hebben een basis waarop de individuele muzikanten dan weer kunnen bouwen. Mijn instrument, de trompet, is daar uiterst geschikt voor, maar het is niet zo gemakkelijk als wij het soms laten lijken, want al improviserend moet je ook steeds blijven letten op wat de andere muzikanten aan het doen zijn."
Eduardo Himely: "Ik heb Sierra Maestra altijd vooral als een live band gezien en op het podium kan je al improviserend natuurlijk veel verder gaan dan in de studio."
Jack Maas (tourmanager, vriend): "Die traditie van trompet-improvisaties in de Cubaanse muziek hebben we eigenlijk te danken aan Felix Chappottin (Lid van de populairste band van het Cuba van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, Septeto Habanero. Felix Chappottin inspireerde zowat zes decennia lang de Cubaanse muziek met zijn trompetgeluid. Hij werd vooral populair in de jaren vijftig met zijn eigen band Conjunto Chappottin y Sus Estrellas, maar haalde zich daarbij ook de toorn van dictator Gerardo Machado op de hals, red.). Son muziek is als een gesprek; het onderwerp verandert niet, maar de gebruikte zinnen zijn telkens anders."
Jose Antonio Rodriguez, de stem van Sierra Maestra, overleed enkele jaren geleden plots tijdens een tournee. Wat voor persoon was hij?
Eduardo Himely: "Voor ons was hij eerst en vooral een "compañero", een broeder. Toen hij overleed is de gedachte om hem te vervangen nooit bij ons opgekomen, simpelweg omdat dat gewoon onmogelijk geweest zou zijn. Onze enige optie was om opnieuw van nul te beginnen, als een nieuw Sierra Maestra zeg maar. Jose Antonio was niet alleen de stem van Sierra Maestra, maar voor velen was hij ook het gezicht van de band. Het is niet gemakkelijk geweest voor Jesus Bello om in de voetsporen van Jose Antonio te treden, maar ik denk dat men hem op termijn toch wel zal gaan zien als de nieuwe stem van Sierra Maestra."
Jack Maas: "Naar mijn bescheiden mening behoorde Jose Antonio Rodriguez tot de beste stemmen die Cuba al gekend heeft. Hij hoorde thuis in het selecte clubje waar legendes als Miguelito Coni (8 mei 1917- 13 maart 1984, was in de jaren veertig, vijftig en zestig van de vorige eeuw één van de meest emblematische stemmen uit de geschiedenis van de son, red.), Candido Fabre (Cubaans muzikant, songschrijver en zanger, bekend vanwege zijn geweldige improvisatietalent. Fabre maakte naam als songschrijver, arranger en vocalist bij La Original de Manzanillo. Candido heft ondertussen al meer dan 1000 songs op zijn naam staan die warden uitgevoerd door artiesten als Orquesta Aragón, Los Van Van, Manguare, Issac Delgado, Celia Cruz en Oscar D'Leon, red.) en Beny More (24 augustus 1919 – 19 februari 1963, wordt nog steeds vaak beschouwd als de grootste zanger die Cuba ooit gekend heeft. Hij was ongelofelijk muzikaal en kon met zijn vloeiende tenorstem de moeilijkste dingen aan. Moré was dan ook thuis in de meeste Cubaanse genres, gaande van son montuno, over mambo en guaracha tot bolero, red.) ook lid van waren."
Veel oudere soneros zijn ondertussen overleden. Heeft het genre nog een toekomst?
Eduardo Himely: "Dat is een vraag die we wel vaker krijgen voorgeschoteld. Ik denk eerlijk gezegd dat er in Cuba nog genoeg jongeren rondlopen - zoals Yelfris bijvoorbeeld - die geïnteresseerd zijn in de traditionele muziek van Cuba en bereid zijn om in onze voetsporen te treden. Kijk maar naar wat er de afgelopen decennia al met de son muziek gebeurd is; toen wij met Sierra Maestra begonnen waas haast niemand nog in het genre geïnteresseerd, maar tegenwoordig is het zelfs een wereldwijd fenomeen. Oriente (Oriente, Spaans voor "oostelijk", was tot 1976 één van de zes provincies van Cuba. De naam wordt nog steeds gebruikt om het oostelijke deel van het eiland aan te duiden. De provinciehoofdstad was Santiago de Cuba, waar zowel Fidel als Raúl Castro geboren werden, red.) bruist tegenwoordig weer van de son bands!"
Yelfris Valdes Espinosa: "Ook het feit dat Sonando Ya genomineerd was voor een Latin Grammy, bewijst dat de son nog steeds springlevend is."
Eduardo Himely: "Absoluut en het belang van de Latin Grammy mag zeker niet onderschat worden. Voor de invoering van de Latin Grammy’s in 2000 was het vanwege het Amerikaanse embargo (Het Embargo van de Verenigde Staten tegen Cuba is een economisch en financieel embargo dat sinds 8 februari 1962 door de Verenigde Staten aan Cuba is opgelegd. Het embargo tegen Cuba werd wettelijk vastgelegd in de Cuban Democracy Act van 1992 en de Helms-Burton Act van 1996. Die wetten maken het mogelijk om bedrijven te vervolgen wanneer zij handel drijven met Cuba, of indien het geen Amerikaanse bedrijven zijn, sancties op te leggen en hebben ook als gevolg dat de president van de Verenigde Staten niet meer eigenhandig – zonder toestemming van het Congres – kan bepalen of het embargo wordt opgeheven. De Europese Unie maakte bezwaar tegen de wetten. Zij vond dat het de Verenigde Staten ongeloofwaardig maakte, omdat de VS juist andere landen dicteerde over de belang van een vrije wereldmarkt, red.) zeer moeilijk om de Cubaanse muziek te promoten bij het grote publiek."
Eduardo Himely (bandleider, bas): "Sierra Maestra is vernoemd naar de hoogste bergketen van Cuba, een regio die tegelijk als geboorteplaats van de son geldt. Toen wij begonnen waren we eigenlijk niet meer dan een groepje jonge amateurs die absoluut samen muziek wilden maken. In het begin kopieerden we enkel de stijl van onze grote helden, het Septeto Nacional, maar in die dagen kreeg son nog nauwelijks aandacht en gingen salsabands als Los Van Van en Irakere met alle pluimen lopen."
Yelfris, wat betekent son voor jou als jongste bandlid van Sierra Maestra?
Yelfris Valdes Espinosa (trompet): "Ik speel nu iets meer dan vijf jaar bij Sierra Maestra en Jesus Alemañy, de originele trompettist van de band, was een heel grote inspiratiebron voor mij. Ik ben me er terdege van bewust dat ik tot een kleine minderheid van Cubaanse jongeren behoor die nog met deze muziek bezig zijn - tegenwoordig is het al reggaeton en salsa wat de klok slaat - maar ik beschouw het als een privilege om met muzikanten van het kaliber van Sierra Maestra te kunnen werken."
Met het vertrek van Jesus Alemañy en Juan De Marcos, twee stichtende leden van Sierra Maestra, verloor de band twee zwaargewichten. Een dergelijke aderlating zou voor veel bands wellicht het einde betekenen, maar Sierra Maestra lijkt het niet deren.
Eduardo Himely: "Wel, eerst en vooral moet ik misschien zeggen dat we van zowel Jesus als Juan in alle vriendschap afscheid genomen hebben en we zien elkaar zelfs nog regelmatig. Son heeft een heel universeel ritme en dus maakt het in principe niet echt uit wier aan het spelen is, zolang de muziek die gespeeld wordt maar degelijk is. We hebben er bij Sierra Maestra gewoon voor gezorgd dat we altijd met de beste muzikanten op het podium staan, de rest is kinderspel."
Toen Juan De Marcos Sierra Maestra verliet, startte hij samen met Ry Cooder een project dat zou uitgroeien tot Buena Vista Social Club, de band die van de son een wereldwijd fenomeen zou maken. Heeft die hype op de een of andere manier ook invloed gehad op Sierra Maestra?
Eduardo Himely: "Toen Juan De Marcos en ik met Sierra Maestra begonnen, was het niet meer dan een hobbyproject. We wilden gewoon muziek spelen zonder echt na te denken over waar we naartoe wilden. Om op je vraag te antwoorden, ik denk eigenlijk dat het eerder omgekeerd was; toen wij voor het ¡Dundunbanza! album een platencontract kregen aangeboden bij World Circuit, begon Nick Gold, de baas van het label en een heel intelligent man, zich meer en meer in son te interesseren. Zo is uiteindelijk ook het hele Buena Vista social Club project ontstaan. Het feit dat we ook in diezelfde periode afscheid moesten nemen van Juan De Marcos en Jesus Alemañy, betekende een verjonging in de line-up van Sierra Maestra en een grotere variatie aan stijlen in onze setlist."
Yelfris Valdes Espinosa: "Dat is trouwens iets dat al duidelijk hoorbaar was op ons meest recente album Sonando Ya."
Hoeveel van wat jullie live brengen is improvisatie?
Yelfris Valdes Espinosa: "Alle nummers die wij spelen hebben een basis waarop de individuele muzikanten dan weer kunnen bouwen. Mijn instrument, de trompet, is daar uiterst geschikt voor, maar het is niet zo gemakkelijk als wij het soms laten lijken, want al improviserend moet je ook steeds blijven letten op wat de andere muzikanten aan het doen zijn."
Eduardo Himely: "Ik heb Sierra Maestra altijd vooral als een live band gezien en op het podium kan je al improviserend natuurlijk veel verder gaan dan in de studio."
Jack Maas (tourmanager, vriend): "Die traditie van trompet-improvisaties in de Cubaanse muziek hebben we eigenlijk te danken aan Felix Chappottin (Lid van de populairste band van het Cuba van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, Septeto Habanero. Felix Chappottin inspireerde zowat zes decennia lang de Cubaanse muziek met zijn trompetgeluid. Hij werd vooral populair in de jaren vijftig met zijn eigen band Conjunto Chappottin y Sus Estrellas, maar haalde zich daarbij ook de toorn van dictator Gerardo Machado op de hals, red.). Son muziek is als een gesprek; het onderwerp verandert niet, maar de gebruikte zinnen zijn telkens anders."
Jose Antonio Rodriguez, de stem van Sierra Maestra, overleed enkele jaren geleden plots tijdens een tournee. Wat voor persoon was hij?
Eduardo Himely: "Voor ons was hij eerst en vooral een "compañero", een broeder. Toen hij overleed is de gedachte om hem te vervangen nooit bij ons opgekomen, simpelweg omdat dat gewoon onmogelijk geweest zou zijn. Onze enige optie was om opnieuw van nul te beginnen, als een nieuw Sierra Maestra zeg maar. Jose Antonio was niet alleen de stem van Sierra Maestra, maar voor velen was hij ook het gezicht van de band. Het is niet gemakkelijk geweest voor Jesus Bello om in de voetsporen van Jose Antonio te treden, maar ik denk dat men hem op termijn toch wel zal gaan zien als de nieuwe stem van Sierra Maestra."
Jack Maas: "Naar mijn bescheiden mening behoorde Jose Antonio Rodriguez tot de beste stemmen die Cuba al gekend heeft. Hij hoorde thuis in het selecte clubje waar legendes als Miguelito Coni (8 mei 1917- 13 maart 1984, was in de jaren veertig, vijftig en zestig van de vorige eeuw één van de meest emblematische stemmen uit de geschiedenis van de son, red.), Candido Fabre (Cubaans muzikant, songschrijver en zanger, bekend vanwege zijn geweldige improvisatietalent. Fabre maakte naam als songschrijver, arranger en vocalist bij La Original de Manzanillo. Candido heft ondertussen al meer dan 1000 songs op zijn naam staan die warden uitgevoerd door artiesten als Orquesta Aragón, Los Van Van, Manguare, Issac Delgado, Celia Cruz en Oscar D'Leon, red.) en Beny More (24 augustus 1919 – 19 februari 1963, wordt nog steeds vaak beschouwd als de grootste zanger die Cuba ooit gekend heeft. Hij was ongelofelijk muzikaal en kon met zijn vloeiende tenorstem de moeilijkste dingen aan. Moré was dan ook thuis in de meeste Cubaanse genres, gaande van son montuno, over mambo en guaracha tot bolero, red.) ook lid van waren."
Veel oudere soneros zijn ondertussen overleden. Heeft het genre nog een toekomst?
Eduardo Himely: "Dat is een vraag die we wel vaker krijgen voorgeschoteld. Ik denk eerlijk gezegd dat er in Cuba nog genoeg jongeren rondlopen - zoals Yelfris bijvoorbeeld - die geïnteresseerd zijn in de traditionele muziek van Cuba en bereid zijn om in onze voetsporen te treden. Kijk maar naar wat er de afgelopen decennia al met de son muziek gebeurd is; toen wij met Sierra Maestra begonnen waas haast niemand nog in het genre geïnteresseerd, maar tegenwoordig is het zelfs een wereldwijd fenomeen. Oriente (Oriente, Spaans voor "oostelijk", was tot 1976 één van de zes provincies van Cuba. De naam wordt nog steeds gebruikt om het oostelijke deel van het eiland aan te duiden. De provinciehoofdstad was Santiago de Cuba, waar zowel Fidel als Raúl Castro geboren werden, red.) bruist tegenwoordig weer van de son bands!"
Yelfris Valdes Espinosa: "Ook het feit dat Sonando Ya genomineerd was voor een Latin Grammy, bewijst dat de son nog steeds springlevend is."
Eduardo Himely: "Absoluut en het belang van de Latin Grammy mag zeker niet onderschat worden. Voor de invoering van de Latin Grammy’s in 2000 was het vanwege het Amerikaanse embargo (Het Embargo van de Verenigde Staten tegen Cuba is een economisch en financieel embargo dat sinds 8 februari 1962 door de Verenigde Staten aan Cuba is opgelegd. Het embargo tegen Cuba werd wettelijk vastgelegd in de Cuban Democracy Act van 1992 en de Helms-Burton Act van 1996. Die wetten maken het mogelijk om bedrijven te vervolgen wanneer zij handel drijven met Cuba, of indien het geen Amerikaanse bedrijven zijn, sancties op te leggen en hebben ook als gevolg dat de president van de Verenigde Staten niet meer eigenhandig – zonder toestemming van het Congres – kan bepalen of het embargo wordt opgeheven. De Europese Unie maakte bezwaar tegen de wetten. Zij vond dat het de Verenigde Staten ongeloofwaardig maakte, omdat de VS juist andere landen dicteerde over de belang van een vrije wereldmarkt, red.) zeer moeilijk om de Cubaanse muziek te promoten bij het grote publiek."