Interview met El Juntacadaveres @ Café Zeezicht
Dat revelaties niet altijd uit het buitenland hoeven komen, bewijst Enrique 'Kike' Noviello met zijn tangoproject El Juntacadaveres. De band bracht net het uiterst geslaagde De Platino uit en staat van de zomer onder andere op Festival Mundial in Tilburg en Dranouter, maar op 27 april aanstaande stellen ze hun langspelerdebuut met gepaste trots voor op het gezellige Anti-Tapas Festival in Brussel. Wij troffen bandleider Enrique 'Kike' Noviello alvast even in zijn thuishaven Berchem voor een leuk gesprek.Kike, hoe komt een Argentijn in godsnaam in België terecht?
Enrique 'Kike' Noviello (zang, bandoneon, saxofoon): "Ik wilde eigenlijk eerst en vooral naar Amsterdam, een stad waarover ik al wilde verhalen gehoord had van coffeeshops en prostitutie, maar eenmaal kennisgemaakt met die stad bleek de realiteit toch net dat ietsje minder rooskleurig dan ik had gedacht. Amsterdam is eigenlijk een soort Disneyland voor volwassenen, heel leuk allemaal maar zonder geld kom je er nergens. Ik probeerde wat bij te verdienen als straatmuzikant en zo heb ik uiteindelijk de mensen van Ambrassband leren kennen. Ik ben dan naar Antwerpen verhuisd, in een kraakpand getrokken en bij Ambrassband beginnen spelen en dat was echt het leven waar ik naar op zoek was en me comfortabel bij voelde."
Kom je eigenlijk uit een muzikale familie?
Enrique 'Kike' Noviello: "Ik omschrijf mijn familie graag als melomanen (iemand die verzot is op muziek, red.). Mijn vader had een enorm gevarieerde platencollectie, maar niemand speelde zelf een instrument. Zelf ben ik me ook pas op latere leeftijd een instrument beginnen eigen maken. Op mijn achttiende heb ik me een saxofoon gekocht en zo is alles begonnen. Ik studeerde aanvankelijk psychologie, maar heb die studies dan stopgezet om me volledig aan de muziek te wijden. In die dagen zat ik vaak wel tot tien uur of meer te oefenen. Nadat ik in Europa was beland, stootte ik op een dag in Duitsland op een bandoneon. Ik wist dat het een van oorsprong Duits instrument was (door Heinrich Band in 1854 uit de Duitse Konzertina ontwikkeld, red.) en werd opslag verliefd. Het is een ongelooflijk moeilijk instrument om aan te leren, maar al experimenterend ging er een heel nieuwe wereld voor mij open. Ik begon natuurlijk ook meer en meer naar tangomuziek te luisteren, een genre waar je volgens mij een zekere maturiteit voor moet hebben; je moet er bij wijze van spreken klaar voor zijn, iets van het leven gezien hebben. Ik kwam plots tot het besef dat ik altijd maar bij allerlei groepjes aan het spelen was die weinig of niets vandoen hadden met mijn achtergrond en mijn verhaal."
En nu is er dan El Juntacadaveres. Waar heb je die naam precies vandaan?
Enrique 'Kike' Noviello: "'El Juntacadaveres' (vrij vertaald 'De Lijkenverzamelaar', red.) is de titel van een boek van de Uruguayaanse schrijver Juan Carlos Onetti uit 1964. Het gaat over een pooier in de herfst van zijn leven die met een aantal prostituees-op-hun-retour terugkeert naar een onbestaand dorp om daar een cabaret te openen. Het boek zit vol dubbele en soms zelf driedubbele lagen. Ik was zo gepassioneerd door dit boek dat ik er eigenlijk graag de soundtrack bij wou schrijven en zo is het verhaal van El Juntacadaveres begonnen. Dit project is eigenlijk met veel vallen en opstaan gegroeid tot de band die we vandaag zijn. In het begin was het vooral mijn verhaal, maar langzaamaan is de inbreng van de andere muzikanten groter en groter geworden en zo hoort het ook. Qua bekendheid hoort Onetti niet tot de absolute top van de Zuid-Amerikaanse literatuur, zoals Marquez of Isabelle Allende, maar wat de kwaliteit van zijn werk betreft overstijgt hij hen wat mij betreft soms zelfs. Samen met Roberto Arlt (1900-1942) en Leopoldo Marechal (1900-1970) is hij de vader van de moderne Zuid-Amerikaanse literatuur. Onetti wist als geen andere de menselijke natuur te vatten en beschrijft personages en situaties als ware het polaroids. Hij was wat mij betreft gewoon briljant!"
Met het soort muziek dat jullie maken, gaan vergelijkingen met Gotan Project onvermijdelijk zijn.
Enrique 'Kike' Noviello: "Tja, dat is niet meer dan logisch zeker? (lacht) Als je iets vernieuwend met tango doet zal Gotan Project altijd het referentiekader zijn. Hun debuutalbum (La Revancha Del Tango, ¡Ya Basta!, 2001, red.) is nu iets meer dan tien jaar oud en staat nog altijd als een huis. Gotan heeft voor de tango gedaan wat St Germain (Pseudoniem van Ludovic Navarre, een Frans muzikant die zich voor die naam liet inspireren door een wijk in Parijs, Saint-Germain-des-Prés. Zijn muziek bevindt zich tussen acid jazz, nu jazz en deep house en wordt in bredere zin ook wel tot de loungemuziek gerekend, red.) met de jazz deed; een perfecte mengeling van elektronica met traditie. Qua instrumentatie staan wij echter wel dichter bij Astor Piazzolla dan bij Gotan Project, al wil ik mezelf natuurlijk nooit met de meester vergelijken.
Het nummer Futbol Argentino deed me wel erg aan Gotan's La Gloria (Tango 3.0, ¡Ya Basta!, 2010, red.) denken. Argentijnen en voetbal, dat blijft onlosmakelijk verbonden?
Enrique 'Kike' Noviello: "(lacht) Ik kom zelf niet uit een familie van voetballiefhebbers en zou mezelf zeker geen voetbalfan noemen, maar voor mij is het voetbal soms een afspiegeling van de maatschappij en van het leven. Er schuilt ook enorm veel poëzie in het voetbal; een speler die valt, maar er tegen alle verwachtingen toch in slaagt om terug recht te staan en alle anderen achter zich te laten, dat zijn epische momenten. Die geest van "nooit opgeven" heeft mij altijd erg geïnspireerd."
Voor een aantal tracks op De Platino werkten jullie samen met de ondertussen overleden Alfredo Marcucci (14 september 1929 - 12 juni 2010, was een Argentijnse bandoneonist, dirigent en arrangeur. Alfredo debuteerde op vijftienjarige leeftijd in het orkest van zijn oom Carlos Marcucci en speelde als jonge twintiger al mee met het orkest van Carlos Di Sarlis en daarna no onder andere bij Raúl Camplun, Eduardo Bianco, Osvaldo Donato, Enrique Maria Francini en Juan Canaro. Bovendien was hij lid van de band Los Paraguayos, waarmee hij wereldwijd optrad. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw vestigde Marcucci zich in België en beëindigde bewust zijn carrière als muzikant om een baan in een kunststoffabriek uit te oefenen. De Belgische muzikanten Dirk Van Esbroeck en Juan Masondo konden hem uiteindelijk overreden om weer bandoneon te beginnen spelen, red.).
Enrique 'Kike' Noviello: "Dat is een mooi verhaal… Ik had net mijn eerste drie nummers op bandoneon gecomponeerd — Noche Porteña, A La Sombra en Cortita Y El Pie — toen ik vernam dat er in Landen een bejaarde Argentijnse bandoneonist woonde. Marcucci heeft heel de wereld rondgetoerd, maar is in de jaren zeventig van de vorige eeuw in België beland en heeft toen zijn instrument aan de haak gehangen. Twintig jaar lang werkte hij als conciërge in een kunststoffabriek in de buurt! Toen Dirk Van Esbroeck en Juan Masondo in 1985 hun Tango Al Sur album wilden opnemen, kwamen ze Marcucci terug op het spoor en konden hem zelfs overhalen om met hen het Sexteto Tango al Sur te vormen. Carlos Marcucci, de oom van Alfredo, ontwikkelde één van de eerste methoden om bandoneon aan te leren en Alfredo groeide dus op in een familie van bandoneonisten in de periode van de allergrootste tango-orkesten. Als twintiger trad hij al op met de orkesten van groten als Julio De Caro (11 december 1899 - 11 maart 1980, Argentijns componist, muzikant en dirigent, red.) en Juan D’Arienzo (14 december 1900 - 14 januari 1976, Argentijns tangomuzikant, ook bekend als "El Rey del Compás" of "koning van het ritme". D'Arienzo begon met traditionele tangomuziek maar ging langzaamaan moderne arrangementen spelen. Zijn populaire groep maakte honderden opnames, red.). Op een bepaald moment ontdek ik dus heel dit verhaal en krijg zelfs zijn telefoonnummer te pakken via een collega (Carlos Diaz, red.). Ik heb hem dan gebeld en stond onmiddellijk open voor mijn ideeën. Die samenwerking met Marcucci is voor mij een beetje een basis geworden van waaruit al de rest wat El Juntacadaveres nu is uit geëvolueerd is. Zo iemand kom je maar één keer in je leven tegen; Marcucci voelde, leefde de tango. Samenwerken met zo’n man is alsof je heel even de geschiedenis mag aanraken!"
Een heel andere naam op het album is die van Nikkie Van Lierop, vooral bekend uit de Belgische dance-scene (Milk Inc, Praga Khan, CJ Bolland, red.), die de vocals van Arrayanes voor haar rekening nam.
Enrique 'Kike' Noviello: "Nikkie repeteert altijd in Antwerp Music City, een bekend repetitielokaal in Antwerpen. Ik werkte toen nauw samen met Martin Furia en aangezien hij ook vaak in Music City repeteerde kende hij Nikkie vrij goed. Hij vertelde me dat zij destijds nog het album (Mil Nueve Noventa, ABR Discos, 1990, red.) van Guillermo Vilas (Argentijns voormalig professioneel tennisser, red.) geproduceerd had. Ik vond dat hele verhaal zo krankzinnig, dat ik nieuwsgierig genoeg geworden was om eens nader met haar kennis te maken. We hadden toen net de muziek voor Arrayanes klaar en ik had snel wat lyrics neergepend voor Nikkie. Toen ze zag dat het een Spaans nummer zou worden schrikte ze wel even, maar ze is een echte professional en enkele uren later was de track opgenomen."
Mag ik het nummer Hasta Siempre, waarin zelfs de stem van Ché Guevarra te horen is, een politiek statement noemen?
Enrique 'Kike' Noviello: "Dat was niet echt een keuze van mij, maar de andere bandleden vond dat dat nummer absoluut ook op het album moest. Toen we in het begin met El Juntacadaveres optraden hadden we nog een vrij beperkt repertoire en om onze set wat langer te maken speelden we af en toe Hasta Siempre (nummer van de Cubaanse componist Carlos Puebla uit 1965. De tekst van het nummer is een antwoord op de afscheidsbrief die Che Guevara’s schreef toen hij Cuba verliet om de revolutie verder te zetten in Congo en later Bolivië, waar hij zou worden gevangen genomen en geëxecuteerd, red.), een nummer dat de meeste mensen wel kennen. In de studio hebben we daar dan de raps van Scale (Kris 'Scale' Strybos, ook Mc bij St. Andries Mc's, red.) aan toegevoegd om het nummer wat op te frissen. Voor mij was het een soort bonustrack die ik achter de hand wilde houden voor in het geval we niet genoeg muziek zouden hebben om de tracklist van het album te vullen, maar zoals gezegd waren de andere bandleden echt wild van dat nummer en tegenwoordig openen we er zelfs standaard onze concerten mee! Ik kan me voor een groot stuk vinden in de ideologie van Ché Guevarra, maar de praktische uitvoering ervan is natuurlijk nog een andere zaak. Grote woorden vergen grote daden en ik ben daar mettertijd voorzichtiger in geworden. Maar net zoals Diego Maradona blijft Ché Guevarra een Argentijns icoon natuurlijk!
Tango wordt vaak omschreven als trieste, melancholische muziek, vooral door mensen die er niet van houden. Is dat een terechte kritiek?
Enrique 'Kike' Noviello: "Tango is trieste en melancholische muziek, maar wat dan nog? De grondleggers van de tangomuziek hadden vaak een hard leven en die muziek was niet meer dan een uiting daarvan. Argentinië is een natie van migranten en migratie betekent dat veel mensen aankwamen in een land waar ze niemand kenden, het financieel heel zwaar hadden en bovendien de taal niet spraken. Als je je in een dergelijke situatie bevindt, kan dat enorme gevoelens van eenzaamheid oproepen en de tango omschrijft die gevoelens perfect. De tango verenigt ook prachtig elementen uit de muzikale tradities van de thuislanden van al die migranten — het Spaanse morriña, de Portugese saudade en het Italiaanse straniamiento (allemaal termen die "heimwee" omschrijven, red.) — en creëerde zo iets totaal nieuws voor nieuwe mensen in een nieuwe wereld!"
quot;Nikkie repeteert altijd in Antwerp Music City, een bekend repetitielokaal in Antwerpen. Ik werkte toen nauw samen met Martin Furia en aangezien hij ook vaak in Music City repeteerde kende hij Nikkie vrij goed. Hij vertelde me dat zij destijds nog het album (
Enrique 'Kike' Noviello (zang, bandoneon, saxofoon): "Ik wilde eigenlijk eerst en vooral naar Amsterdam, een stad waarover ik al wilde verhalen gehoord had van coffeeshops en prostitutie, maar eenmaal kennisgemaakt met die stad bleek de realiteit toch net dat ietsje minder rooskleurig dan ik had gedacht. Amsterdam is eigenlijk een soort Disneyland voor volwassenen, heel leuk allemaal maar zonder geld kom je er nergens. Ik probeerde wat bij te verdienen als straatmuzikant en zo heb ik uiteindelijk de mensen van Ambrassband leren kennen. Ik ben dan naar Antwerpen verhuisd, in een kraakpand getrokken en bij Ambrassband beginnen spelen en dat was echt het leven waar ik naar op zoek was en me comfortabel bij voelde."
Kom je eigenlijk uit een muzikale familie?
Enrique 'Kike' Noviello: "Ik omschrijf mijn familie graag als melomanen (iemand die verzot is op muziek, red.). Mijn vader had een enorm gevarieerde platencollectie, maar niemand speelde zelf een instrument. Zelf ben ik me ook pas op latere leeftijd een instrument beginnen eigen maken. Op mijn achttiende heb ik me een saxofoon gekocht en zo is alles begonnen. Ik studeerde aanvankelijk psychologie, maar heb die studies dan stopgezet om me volledig aan de muziek te wijden. In die dagen zat ik vaak wel tot tien uur of meer te oefenen. Nadat ik in Europa was beland, stootte ik op een dag in Duitsland op een bandoneon. Ik wist dat het een van oorsprong Duits instrument was (door Heinrich Band in 1854 uit de Duitse Konzertina ontwikkeld, red.) en werd opslag verliefd. Het is een ongelooflijk moeilijk instrument om aan te leren, maar al experimenterend ging er een heel nieuwe wereld voor mij open. Ik begon natuurlijk ook meer en meer naar tangomuziek te luisteren, een genre waar je volgens mij een zekere maturiteit voor moet hebben; je moet er bij wijze van spreken klaar voor zijn, iets van het leven gezien hebben. Ik kwam plots tot het besef dat ik altijd maar bij allerlei groepjes aan het spelen was die weinig of niets vandoen hadden met mijn achtergrond en mijn verhaal."
En nu is er dan El Juntacadaveres. Waar heb je die naam precies vandaan?
Enrique 'Kike' Noviello: "'El Juntacadaveres' (vrij vertaald 'De Lijkenverzamelaar', red.) is de titel van een boek van de Uruguayaanse schrijver Juan Carlos Onetti uit 1964. Het gaat over een pooier in de herfst van zijn leven die met een aantal prostituees-op-hun-retour terugkeert naar een onbestaand dorp om daar een cabaret te openen. Het boek zit vol dubbele en soms zelf driedubbele lagen. Ik was zo gepassioneerd door dit boek dat ik er eigenlijk graag de soundtrack bij wou schrijven en zo is het verhaal van El Juntacadaveres begonnen. Dit project is eigenlijk met veel vallen en opstaan gegroeid tot de band die we vandaag zijn. In het begin was het vooral mijn verhaal, maar langzaamaan is de inbreng van de andere muzikanten groter en groter geworden en zo hoort het ook. Qua bekendheid hoort Onetti niet tot de absolute top van de Zuid-Amerikaanse literatuur, zoals Marquez of Isabelle Allende, maar wat de kwaliteit van zijn werk betreft overstijgt hij hen wat mij betreft soms zelfs. Samen met Roberto Arlt (1900-1942) en Leopoldo Marechal (1900-1970) is hij de vader van de moderne Zuid-Amerikaanse literatuur. Onetti wist als geen andere de menselijke natuur te vatten en beschrijft personages en situaties als ware het polaroids. Hij was wat mij betreft gewoon briljant!"
Met het soort muziek dat jullie maken, gaan vergelijkingen met Gotan Project onvermijdelijk zijn.
Enrique 'Kike' Noviello: "Tja, dat is niet meer dan logisch zeker? (lacht) Als je iets vernieuwend met tango doet zal Gotan Project altijd het referentiekader zijn. Hun debuutalbum (La Revancha Del Tango, ¡Ya Basta!, 2001, red.) is nu iets meer dan tien jaar oud en staat nog altijd als een huis. Gotan heeft voor de tango gedaan wat St Germain (Pseudoniem van Ludovic Navarre, een Frans muzikant die zich voor die naam liet inspireren door een wijk in Parijs, Saint-Germain-des-Prés. Zijn muziek bevindt zich tussen acid jazz, nu jazz en deep house en wordt in bredere zin ook wel tot de loungemuziek gerekend, red.) met de jazz deed; een perfecte mengeling van elektronica met traditie. Qua instrumentatie staan wij echter wel dichter bij Astor Piazzolla dan bij Gotan Project, al wil ik mezelf natuurlijk nooit met de meester vergelijken.
Het nummer Futbol Argentino deed me wel erg aan Gotan's La Gloria (Tango 3.0, ¡Ya Basta!, 2010, red.) denken. Argentijnen en voetbal, dat blijft onlosmakelijk verbonden?
Enrique 'Kike' Noviello: "(lacht) Ik kom zelf niet uit een familie van voetballiefhebbers en zou mezelf zeker geen voetbalfan noemen, maar voor mij is het voetbal soms een afspiegeling van de maatschappij en van het leven. Er schuilt ook enorm veel poëzie in het voetbal; een speler die valt, maar er tegen alle verwachtingen toch in slaagt om terug recht te staan en alle anderen achter zich te laten, dat zijn epische momenten. Die geest van "nooit opgeven" heeft mij altijd erg geïnspireerd."
Voor een aantal tracks op De Platino werkten jullie samen met de ondertussen overleden Alfredo Marcucci (14 september 1929 - 12 juni 2010, was een Argentijnse bandoneonist, dirigent en arrangeur. Alfredo debuteerde op vijftienjarige leeftijd in het orkest van zijn oom Carlos Marcucci en speelde als jonge twintiger al mee met het orkest van Carlos Di Sarlis en daarna no onder andere bij Raúl Camplun, Eduardo Bianco, Osvaldo Donato, Enrique Maria Francini en Juan Canaro. Bovendien was hij lid van de band Los Paraguayos, waarmee hij wereldwijd optrad. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw vestigde Marcucci zich in België en beëindigde bewust zijn carrière als muzikant om een baan in een kunststoffabriek uit te oefenen. De Belgische muzikanten Dirk Van Esbroeck en Juan Masondo konden hem uiteindelijk overreden om weer bandoneon te beginnen spelen, red.).
Enrique 'Kike' Noviello: "Dat is een mooi verhaal… Ik had net mijn eerste drie nummers op bandoneon gecomponeerd — Noche Porteña, A La Sombra en Cortita Y El Pie — toen ik vernam dat er in Landen een bejaarde Argentijnse bandoneonist woonde. Marcucci heeft heel de wereld rondgetoerd, maar is in de jaren zeventig van de vorige eeuw in België beland en heeft toen zijn instrument aan de haak gehangen. Twintig jaar lang werkte hij als conciërge in een kunststoffabriek in de buurt! Toen Dirk Van Esbroeck en Juan Masondo in 1985 hun Tango Al Sur album wilden opnemen, kwamen ze Marcucci terug op het spoor en konden hem zelfs overhalen om met hen het Sexteto Tango al Sur te vormen. Carlos Marcucci, de oom van Alfredo, ontwikkelde één van de eerste methoden om bandoneon aan te leren en Alfredo groeide dus op in een familie van bandoneonisten in de periode van de allergrootste tango-orkesten. Als twintiger trad hij al op met de orkesten van groten als Julio De Caro (11 december 1899 - 11 maart 1980, Argentijns componist, muzikant en dirigent, red.) en Juan D’Arienzo (14 december 1900 - 14 januari 1976, Argentijns tangomuzikant, ook bekend als "El Rey del Compás" of "koning van het ritme". D'Arienzo begon met traditionele tangomuziek maar ging langzaamaan moderne arrangementen spelen. Zijn populaire groep maakte honderden opnames, red.). Op een bepaald moment ontdek ik dus heel dit verhaal en krijg zelfs zijn telefoonnummer te pakken via een collega (Carlos Diaz, red.). Ik heb hem dan gebeld en stond onmiddellijk open voor mijn ideeën. Die samenwerking met Marcucci is voor mij een beetje een basis geworden van waaruit al de rest wat El Juntacadaveres nu is uit geëvolueerd is. Zo iemand kom je maar één keer in je leven tegen; Marcucci voelde, leefde de tango. Samenwerken met zo’n man is alsof je heel even de geschiedenis mag aanraken!"
Een heel andere naam op het album is die van Nikkie Van Lierop, vooral bekend uit de Belgische dance-scene (Milk Inc, Praga Khan, CJ Bolland, red.), die de vocals van Arrayanes voor haar rekening nam.
Enrique 'Kike' Noviello: "Nikkie repeteert altijd in Antwerp Music City, een bekend repetitielokaal in Antwerpen. Ik werkte toen nauw samen met Martin Furia en aangezien hij ook vaak in Music City repeteerde kende hij Nikkie vrij goed. Hij vertelde me dat zij destijds nog het album (Mil Nueve Noventa, ABR Discos, 1990, red.) van Guillermo Vilas (Argentijns voormalig professioneel tennisser, red.) geproduceerd had. Ik vond dat hele verhaal zo krankzinnig, dat ik nieuwsgierig genoeg geworden was om eens nader met haar kennis te maken. We hadden toen net de muziek voor Arrayanes klaar en ik had snel wat lyrics neergepend voor Nikkie. Toen ze zag dat het een Spaans nummer zou worden schrikte ze wel even, maar ze is een echte professional en enkele uren later was de track opgenomen."
Mag ik het nummer Hasta Siempre, waarin zelfs de stem van Ché Guevarra te horen is, een politiek statement noemen?
Enrique 'Kike' Noviello: "Dat was niet echt een keuze van mij, maar de andere bandleden vond dat dat nummer absoluut ook op het album moest. Toen we in het begin met El Juntacadaveres optraden hadden we nog een vrij beperkt repertoire en om onze set wat langer te maken speelden we af en toe Hasta Siempre (nummer van de Cubaanse componist Carlos Puebla uit 1965. De tekst van het nummer is een antwoord op de afscheidsbrief die Che Guevara’s schreef toen hij Cuba verliet om de revolutie verder te zetten in Congo en later Bolivië, waar hij zou worden gevangen genomen en geëxecuteerd, red.), een nummer dat de meeste mensen wel kennen. In de studio hebben we daar dan de raps van Scale (Kris 'Scale' Strybos, ook Mc bij St. Andries Mc's, red.) aan toegevoegd om het nummer wat op te frissen. Voor mij was het een soort bonustrack die ik achter de hand wilde houden voor in het geval we niet genoeg muziek zouden hebben om de tracklist van het album te vullen, maar zoals gezegd waren de andere bandleden echt wild van dat nummer en tegenwoordig openen we er zelfs standaard onze concerten mee! Ik kan me voor een groot stuk vinden in de ideologie van Ché Guevarra, maar de praktische uitvoering ervan is natuurlijk nog een andere zaak. Grote woorden vergen grote daden en ik ben daar mettertijd voorzichtiger in geworden. Maar net zoals Diego Maradona blijft Ché Guevarra een Argentijns icoon natuurlijk!
Tango wordt vaak omschreven als trieste, melancholische muziek, vooral door mensen die er niet van houden. Is dat een terechte kritiek?
Enrique 'Kike' Noviello: "Tango is trieste en melancholische muziek, maar wat dan nog? De grondleggers van de tangomuziek hadden vaak een hard leven en die muziek was niet meer dan een uiting daarvan. Argentinië is een natie van migranten en migratie betekent dat veel mensen aankwamen in een land waar ze niemand kenden, het financieel heel zwaar hadden en bovendien de taal niet spraken. Als je je in een dergelijke situatie bevindt, kan dat enorme gevoelens van eenzaamheid oproepen en de tango omschrijft die gevoelens perfect. De tango verenigt ook prachtig elementen uit de muzikale tradities van de thuislanden van al die migranten — het Spaanse morriña, de Portugese saudade en het Italiaanse straniamiento (allemaal termen die "heimwee" omschrijven, red.) — en creëerde zo iets totaal nieuws voor nieuwe mensen in een nieuwe wereld!"