Sfinks - zondageditie
In onze reeks festivals afdweilen is Sfinks de volgende in het rijtje. Een uitgebreid verslag van vrijdag en zaterdag komt binnenkort, van onze nieuwe (gelegenheids)blogger Chloé (aha, ziedaar, nog maar een maand bezig en al nieuw bloed!). Zondag trok echter het meeste volk, waar Goran Bregovic wel voor iets tussen zat. Maar ook daarvoor was het de moeite, met de Renegades Steel Orchestra uit Jamaica en Seun Kuti (Nigeria), met Egypt 80 én Tony Allen als persoonlijke favorieten.Het was eigenlijk de eerste keer dat ik Sfinks bezocht, en de sfeer is toch wel apart: plaats bij de vleet, (adem)ruimte tot vlak voor het podium, een aanlokkelijke collectie springkastelen in alle vormen en kleuren (spijtig genoeg waren we daar te groot voor) en leuke vindsels zoals de cabañas. Die laatste zijn piepkleine blokhutjes waar DJ's van alle windstreken hun ding mogen doen. Leuk concept!
Het lijkt of alles wat trommelt en blaast zich op Sfinks verzamelde. Overal bots je wel op afrikaanse, oosteuropeaanse, brazilaanse en ander geroffel. Maar niets overtrof het Renegades Steel Orchestra. Uit hun metalen vaten toverden ze even grandioos Bob Marley als een klassieke medley en ook Jorge Benjor moest eraan geloven. Het publiek moest de vocals voor zijn rekening nemen en dat lukte moeiteloos! Seun Kuti speelde een strakke set afrobeat, in de allerbeste traditie van de onontrafelbare Kuti-clan, maar met de echte Tony Allen achter de drums verwacht je natuurlijk niet minder. In tegenstelling tot de voorgaanden, kreeg Goran Bregovic alle ruimte om uitvoerig zijn ding te doen. Naar onze mening niet echt eerlijk tegenover Seun, maar goed. Met drie zangeressen, een tiental blazers, een percussionist en zijn eigen electrische gitaar slingerde hij het talrijke publiek tussen slome klaagzang en stomende fanfare. Wedding and funeral, dat wel!