Antibalas @ Het Depot
Acht nummers, meer had het New Yorkse afrobeat-ensemble Antibalas niet nodig om het voltallige Depot-publiek van zijn sokken te blazen. Wij keken en luisterden ernaar en konden alleen maar goedkeurend knikken.Het was voor ondergetekende alweer van in 2012 geleden dat we Antibalas nog eens aan het werk zagen en dus wilden we er afgelopen dinsdag absoluut bij zijn in Het Depot.
De 11-koppige band opent met het vrij rustige wat naar Nuyorican salsoul nijgende Him Belly No Go Sweet, een nummer uit Antibalas (Daptone Records, 2012) dat vocalist/toetsenist/percussionist Duke Amayo opdraagt aan alle vrouwen in de zaal. Een serieuze versnelling hoger gaat het met Dirty Money, waarbij zowel trombonist Raymond 'Evil Ray' Mason als trompettist Billy Aukstik een excellente solo te berde brengen en vocalist Amayo zijn mantra van de avond met ons deelt: "Deep, unconditional, love!"
Antibalas vervolgt met het iets meer discoachtige Hook & Crook uit Where The Gods Are In Peace en deze keer is het gitarist Tim Allen die uitgebreid mag soleren, gevolgd door tenorsaxofoniste Lynn Ligammari, die in haar eentje voor wat girlpower in de band zorgt. Daarna neemt Antibalas-oprichter en baritonsaxofonist Martin Perna even het woord om ons te wijzen op het feit dat Antibalas dit jaar alweer zijn twintig jaar bestaat (en de hele afrobeat-hype dus ver voor was). Meteen daarna worden we getrakteerd op een voorproefje uit het binnenkort te verschijnen nieuwe album van de band, een stevige track getiteld Fight And Finish… Zo stevig zelfs, dat Amayo pardoes zijn gong tegen de vlakte gooit.
In het stevig groovende Move Your Nyah, inclusief uitgebreid meezwaai- en dansmoment, imponeert Amayo met een Ray Manzerek-esque orgelsolo. En ook in Gold Rush, opnieuw een nummer uit Where The Gods Are In Peace, waarin de band onder andere eer betuigt aan een aantal van de indianenstammen die de Verenigde Staten oorspronkelijk bevolkten, valt alweer Amayo's virtuoze toetsenwerk op. De band verdwijnt kortstondig in de coulissen, maar als snel verschijnen saxofonist Martin Pena en drummer Kevin Rackza terug op het podium, één na één vergezeld door de rest van het gezelschap. We hebben nog twee bisnummers tegoed.
Met Che Che Cole (Makossa), een nummer dat in 2003 enkel als 12inch verscheen en waarbij Pena de Spaanse lead vocals voor zijn rekening neemt, gaat Antibalas even helemaal de Latijns-Amerikaanse toer op. Geweldige Nuyorican vibes die uit de rijk gevulde catalogus van Fania Records komen, want het origineel is van Puerto Ricaanse salsalegende Hector Lavoe! Pena bedankt zijn Belgische fans (zelfs kort in het Nederlands) en na een lange indrukwekkende conga-solo van percussionist Reinaldo Dejesus valt de band nog een laatste keer in voor Sare Kon Kon, een nummer waarvan de lyrics zich min of meer laten samenvatten als: "We're running, we're running, we don't know where we're going, but everybody's running.", meteen ook het credo van deze fantastische band.
Het Depot bevestigde eens temeer zijn reputatie als een uitstekende locatie voor afrobeatconcerten (met als enig minpuntje de ronduit irriterende stroboscooplampen die je net geen epileptische toeval bezorgden). Meer van dit!