Underdog World Strike!
We schreven het eerder al: de gypsy punk van Gogol Bordello is niet voor doetjes. De kloof tussen de doorsnee salsaband en Gogol Bordello is even groot als tussen Prince en Paris Hilton (waarbij, voor alle duidelijkheid, alle verdere vergelijkingen mank lopen). Je vindt ze dan ook eerder op het podium van Roskilde en Pukkelpop dan pakweg, Sfinks. Toch kregen ze van de BBC een prestigieuze World Music Award. Voorwaar een gewaagde keuze. Maar met een Oekraïense zanger, bandleden uit Rusland, Israël, Ethiopië en de VS en een minstens even brede muzikale invloedssfeer, kan je moeilijk ontkennen dat ze binnen de definitie van de award vallen. Hun myspace pagina windt er geen doekjes om: "Sounds Like: Nothing else". En weinig keren werd het cliché zo gepast gebruikt. Een review.Uiteraard overdrijf ik een beetje. Gogol Bordello's muziek doet meteen denken aan Balkangroepen als Fanfare Ciocarla en Goran Bregovic. Maar wie Bregovic associeert met chaotische wereldje van Underground, mag zijn mening herzien na het beluisteren van Underdog World Strike. Gogol Bordello draait de Gypsy klanken door een nog veel eigenzinnigere en volkomen anarchistische punkmolen, met een snuifje dub, ska en rock.
Een en ander wordt duidelijk als blijkt dat niemand minder dan Steve Albini als producer van dienst mocht optreden. De sound van Albini is meer dan een begrip in het audio-wereldje. Op zijn indrukwekkende lijstje van opnameprojecten staan kleppers als Nirvana en de Pixies. Op optredens van zijn eigen groep Shellac beweert hij trouwens dat hij de snaren van zijn gitaar in limonade kookt voor die unieke sound . Geen wonder dus dat Underdog World Strike over het algemeen meer klinkt als grunge dan wereldmuziek. De rauwe gitaar en zware bassen en drums versmelten naadloos met een snerpende viool en meeslepende accordeon. Het resultaat is pure en pompende energie in geweldige nummers als Sally en 60 revolutions. Maar ook tragere nummers, zoals het reggae-achtige Immigrant Punk of Oh No (horen we daar flamenco-invloeden?) klinken uitstekend.
Zelf geven ze ondermeer credits aan Manu Chao en the Clash. Geen wonder dus dat ze meteen aan Mano Negra doen denken. De frontman heeft met zijn foute snor meer weg van de bassist van Think of One dan Manu Chao, maar de tomeloze energie van hun live act komt regelrecht uit de Hell of Patchinko. Ik was dan ook niet verrast toen ik stootte op een geweldige balkan versie van Mano Negra's klassieker Mala Vida, die we je uiteraard niet willen onthouden.