Angélique Kidjo - Djin Djin
Angelique Kidjo mag al klein van gestalte zijn, ze heeft een stem als een klok en is niet bepaald bescheiden. De afropop diva uit Benin tapt uit een groot aantal muzikale vaatjes, waaronder soul, funk, jazz, rumba, zouk, makossa en niet in het minst R&B. Voor de opnames van Fifa (1996) trommelde ze meer dan 100 muzikanten en zangers uit Benin op. Zes jaar later trok ze naar Salvador de Bahia, verzamelde de beste percussionisten die de stad te bieden heeft en blikte Black Ivory Soul in in de studios van Carlinhos Brown.Ook deze keer heeft ze zich door goed gezelschap weten te omringen, al zijn het niet meteen artiesten die je op een Afrikaanse plaat zou verwachten. Maar Kidjo heeft dan ook niet de ambitie om pure rootsmuziek te brengen, integendeel. Voor de puristen klinken veel van haar songs wellicht wat gladjes en commercieel. Maar toch moet je het haar nageven: ze slaagt erin om het beste uit een heel aantal werelden aaneen te smeden tot aanstekelijk, gevarieerde cross over. Misschien niet over de hele lijn even consistent, maar
Slechts een paar nummers neemt ze volledig zelf voor haar rekening. Daaronder de opener Ae Ae, een onweerstaanbaar, catchy nummer met alle ingredienten voor een zomerhit. Uptempo ritme, een refrein dat dagen in je hoofd blijft zitten, een frisse soukous gitaar die me meteen aan Khadja Nin's M'Barik Fall doet denken. Ook Mama Golo Papa heeft onmiskenbare soukous trekjes. Papa neigt dan weer naar afrobeat, niet in het minst door de funky saxofoon van Colin Stetson van Antibalas.
Vanaf het tweede nummer passeren een hele reeks bekende koppen de revue. De naam van Alicia Keys doet enkele wereldmuziekliefhebbers wellicht huiveren, en ook mij kan het trage titelnummer eigenlijk niet echt bekoren. Samen met Joss Stone gaat ze Gimme Shelter van de Rolling Stones te lijf, en dat resultaat klinkt dan weer als bijzonder funky, eigentijdse R&B. Nog een paar geslaagde samenwerkingen vinden we onder meer terug in Senamou, waar Amadou en Mariam hun opwachting maken, en Sedjedo, waar Ziggy Marley meehielp een geslaagd afro-reggae feestje te bouwen.
Tenslotte mag het ook niet verwonderen dat Peter Gabriel en Carlos Santana even langskomen. Deze heren zijn immers altijd wel te vinden voor een uitstapje naar tropische regios. Maar zelfs Santana's virtuoze gitaar kan het pompeuze Pearls, oorspronkelijk van Sade, niet redden. Tenslotte maken de Italiaanse zangeres Carmen Consoli en de Duitse Joy Denalane de gastenlijst volledig. Al bij al een funky en toegankelijk plaatje dat wellicht vlotjes zijn plaats zal vinden in trendy clubs in hippe vakantieoorden. En daar hoort het zeker thuis. Behalve wellicht de track Lonlon, Kidjo's interpretatie van de Bolero van Ravel, die wat mij betreft de final cut niet had hoeven halen.