Interview met Bassekou Kouyaté in het Zuiderpershuis

Bassekou Kouyaté & Ngoni Ba (Zuiderpershuis)Bassekou Kouyaté (Zuiderpershuis)Jarenlang was Bassekou Kouyaté de favoriete ngonispeler van Malinese muziekgrootmeesters als Toumani Diabaté en Ali Farka Touré. Vooral die laatste spoorde hem aan ook zijn eigen weg te zoeken en zijn eigen muziek te spelen. Kouyaté verzamelde nog drie andere ngonispelers rond zich, liet zijn vrouw, Ami Sacko, achter de microfoon plaatsnemen en Bassekou Kouyaté & Ngoni Ba (de grote ngoni, red.), het eerste ngonikwartet in de Malinese muziekgeschiedenis was een feit.

Vóór Bassekou het podium van het Zuiderpershuis besteeg op 16 november — waarvan we ons verslag al eerder presenteerden — wou hij ons met plezier te woord staan.

Bassekou, goedenavond.
Bassekou Kouyaté: "Goedenavond."

Eerst en vooral welkom in het Zuiderpershuis. Het is niet echt je eerste concert hier heb ik begrepen.
Bassekou Kouyaté: "Neen, het moet al de derde of vierde keer zijn dat ik hier op het podium sta. De eerste keer was in 1989."

Vertel ons misschien eerst eens iets meer over je instrument, de ngoni.
Bassekou Kouyaté: "De ngoni is een compleet instrument. Hij dook al in de dertiende eeuw in ons land (Mali, red.) op. Ik ben griot en mijn grootvader speelde ook al ngoni, net zoals mijn kinderen het waarschijnlijk zullen doen. Het is een traditie die bij ons overgaat van vader op zoon. De ngoni is een beetje de grootvader van de moderne gitaar en het is een perfect begeleidingsinstrument. Je kunt de ngoni moeiteloos combineren met een gitaar, een piano of eender welk ander instrument. Ik kan er jazz op spelen, of blues of funk; het maakt eigenlijk niet uit. Spijtig genoeg is de ngoni wat verborgen gebleven in Mali. Ik bespeel hem op mijn unieke manier en daar was mijn vader eigenlijk niet al te blij mee. Hij drukte mij vooral op het hart om de oude tradities zeker te respecteren, maar mij gaat het veeleer om het wereldwijd promoten van de ngoni. Mijn grootvader bespeelde nog een ngoni met drie snaren, mijn vader één met vier en ik heb al ngoni met acht of zelfs negen snaren bespeeld."

Het is dus nog een instrument in volle evolutie?
Bassekou Kouyaté: "Ja, absoluut! De ngoni evolueert nog iedere dag. Ik heb het idee opgevat om in Bamako te starten met een school waar mensen uit de hele wereld naartoe kunnen komen om de ngoni te leren bespelen. Vroeger hadden we in Mali maar vier akkoorden: djelijourou, denjourou, kojourou en bajourou. Ik heb dat naar het diatonisch systeem omgezet (Een diatonische toonladder is een toonladder met hele en halve toonafstanden. Dit diatonisch systeem is voor het eerst toegepast en theoretisch onderbouwd door de oude Grieken. Uit deze oude diatonische toonladders ontwikkelde zich in de loop van de muziekgeschiedenis het diatonische systeem van majeur- en mineurtoonsoorten, red.), en op die manier kan iedereen onze muziek begrijpen want het gaat dan om dezelfde do-re-mi-structuur als in Europa of waar ook ter wereld."

Maken jullie je instrumenten met de hand?
Bassekou Kouyaté: "Ja, bij ons in de familie wel."

Wat heb je precies nodig om een ngoni te maken?
Bassekou Kouyaté: "Om te beginnen hout van een boom die wij geni noemen, dan een koeienvel en enkele vislijnen als snaren."

De Malinese muziek is nu al enkele tientallen jaren immens populair hier in het westen. Heeft dat de muziek inhoudelijk veranderd?
Bassekou Kouyaté:
"Ik ben vooral heel trots op de Malinese muziek, want vandaag geniet ze wereldwijd heel wat aanzien. Wij, de jongere generatie, zien ze graag verder evolueren en veranderen, want dat houdt de dingen interessant."

Je album heet Segu Blue. Het eerste deel, "Segu", is een verwijzing naar je geboortestreek Ségou. Hoe moeten wij ons die streek voorstellen?
Bassekou Kouyaté: "Ségou is de vierde grootste regio van Mali; een regio die vooral een grote muzikale rijkdom herbergt. Het is een muzikale traditie die zich onafhankelijk van de rest van het land heeft ontwikkeld en die nog niet echt gecommercialiseerd werd. Salif Keita speelt mandingo muziek en Ali Farka Touré speelde muziek uit Songhaï, in het noorden van het land, maar de muziek van Ségou is nog niet echt ontdekt. Ik heb er dan ook mijn missie van gemaakt om de mensen met dit album tegelijk de muzikale tradities van mijn streek en mijn instrument, de ngoni, te leren kennen."

Het tweede deel van de titel, "Blue", is natuurlijk een verwijzing naar de blues. Men beweerde al vaker dat de wortels van de blues in Mali zouden liggen.
Bassekou Kouyaté: "Ik ben er absoluut van overtuigd dat de blues uit Mali of zelfs uit Ségou komt. De zwarte slaven hebben die ritmes meegenomen naar de Verenigde Staten. Als je naar de pentatoniek (toonreeks bestaande uit vijf tonen; vele culturen en muziekstromingen gebruiken de pentatoniek, maar vooral Chinese muziek, Keltisch-Ierse muziek en blues staan er om bekend, red.) van Ségou luistert, hoor je hetzelfde als bij John Lee Hooker. Voor mij verwijst die "Blue" echter veeleer naar de kleur blauw, want deze muziek is ontstaan op de oevers van de machtige Niger rivier; blauw als het water dus."

Het nummer Lament For Ali Farka is een eerbetoon aan Ali Farka Touré. Wat betekent hij voor jou?
Bassekou Kouyaté: "Ali was een genie! Hij hield veel van mij en van mijn speeltechniek en spoorde me constant aan om mijn eigen ding te doen; daarom moest dit nummer gewoon op het album. Op een dag belde hij mij ineens op om naar de studio te komen en na amper enkele minuten repetitie hebben we toen het album Savane opgenomen. Dankzij dat album hebben veel mensen de ngoni leren kennen."

Een andere artiest die je pad vaak gekruist heeft is Toumani Diabaté.
Bassekou Kouyaté: "Ik werk al samen met Toumani sinds 1987. Het is een echte vriend en we hebben dan ook samen talloze tournees afgewerkt en verschillende albums opgenomen. Ik heb hier (in het Zuiderpershuis, red.) zelfs verschillende keren met hem op het podium gestaan! Vandaag hebben onze wegen zich carrièregewijs wat gesplitst, maar we spelen nog samen wanneer de gelegenheid zich voordoet. Toumani is een schiterende muzikant!"

Als ik je tenslotte zou vragen om wat reclame voor Mali te maken, wat zijn dan volgens jou de belangrijkste redenen om jouw land te bezoeken?
Bassekou Kouyaté: "Wel, ik ben een muzikant, dus ik moet eerst en vooral zeggen dat de Malinese muziek heel rijk is en fascinerend om te ontdekken. Mali is ook een heel mooi land met een interessante cultuur; de regio van de Dogon met Timboektoe is een aanrader om te bezoeken. Ik ben absoluut overtuigd dat Mali een land is met een groot toeristisch potentieel en ik nodig dan ook iedereen uit om het te bezoeken!"

Bassekou bedankt!
Bassekou Kouyaté: "Jij ook bedankt mon frère!"

reacties


Reactie
Je kan gebruik maken van Emoticons en Textile-opmaak.
Naam E-mail (wordt niet gepubliceerd) Website (optioneel)
spamquiz: Wat zijn de eerste twee letters van tropicalidad.be?