Peyoti for President - Rising tide of conformity
Het is weer even geleden dat we nog eens een groep tegenkwamen die vol overtuiging tegen de schenen van het establishment schopt. Radicale maar goedgemeende teksten geschraagd door een amalgaam van muzikale invloeden, bijeengespeeld door een bonte mengeling van muzikanten uit alle uithoeken van de wereld, hier en daar een obligate flard George Dubya, en nog wat toeters, bellen en ondefinieerbare geluidjes, het recept is gekend, en fans van Mano Negra, Gogol Bordello, of, dichter bij hun thuishaven, Joe Strummer, kunnen hun hartje ophalen.Manu Chao heeft voor meer dan inspiratie gezorgd. Hij pikte Peyoti en kompanen op voor het voorprogramma van de Engelse tour van Radio Bemba en gaf hen zo de nodige exposure, wat in geen tijd leidde tot een trouwe schare cult-fans. Van gebrek aan enthousiasme en wereldverbeterende energie kan je de bende rond de Engels-Italiaanse zanger-gitarist Pietro DiMascio niet beschuldigen. Maar muzikaal valt er nog wel wat verder uit te spitten.
Wat vormgeving betreft hebben ze hun huiswerk anders wel gedaan. De titel verwijst naar een foto uit '64 waar de toenmalige enfant terrible van de popmuziek Bob Dylan samen met Joan Baez voor een poster met dezelfde slogan staat. De hoes komt dan weer van de Russische kunstenaar Alexander Rodchenko, al had Franz Ferdinand al iets gelijkaardig gedaan. Maar het zet de toon. En vooral ook de teneur van de teksten die je, ook met het beste deel van de wilde jaren al achter de rug, onweerstaanbaar meebrult. Bad politician, A people's lament, Rhapsody of a 1000 lies, Yo no quiero trabajar, het titellijstje geeft al aan waar het naar toe gaat.
Muzikaal valt er ook wel wat te rapen. Pietro DiMascio's gitaar en de percussie van de Braziliaan Ulisses Bezerra (zoon van de Samba muzikant Bezerra da Silva) vormen de kern van Peyoti, met daarrond de sound van een 6tal vaste muzikanten en een lange reeks gasten die ze in hun thuisstad London oppikten, waaronder de Saudi-Egyptische violist Sami Bishai (van Yasmin Levi faam). Dat zorgt een een brede waaier van ritmes en klanken, Samba en Bossa uiteraard, maar evengoed flamenco (van het Ojos de Brujo genre), gypsy, en punkrock die refereert naar the Clash. Toch geeft het recept niet alle geheimen prijs, want veel van de instrumenten komen in de mix weinig tot hun recht in vergelijking met de DiMascio/Bezerra combinatie. Maar nog even rijpen in een groot mengvat als London en dat komt zeker goed.