Interview met Ibrahim Maalouf in Théatre 140
Voor wie Ibrahim Maalouf nog niet moest kennen, wij kunnen u deze Franco-Libanese trompettist alvast warm aanbevelen. We waren getuige van zijn bij wijlen adembenemende spel in het Brusselse Théatre 140 en net voor de show hadden we nog volgend onderhoud met wat een zeer innemende man bleek te zijn.Ibrahim, je werd opgevoed in de wereld van de klassieke muziek en ondertussen heb je al zowat elke prijs die er te winnen valt ook daadwerkelijk gewonnen. Niettemin heb je toch besloten om het jou zo vertrouwde wereldje te verlaten om andere muzikale horizonten te verkennen. Waarom die radicale beslissing?
Ibrahim Maalouf: "Ik ben trompet beginnen spelen op mijn zevende en ik heb klassieke muziek gestudeerd tot in 2003. Op dat moment heb ik een soort klik gehad. Ik flirtte al enkele jaren met andere muziekgenres; ik heb onder andere opgenomen met Amadou & Mariam, gespeeld met Marcel Khalife (Libanees componist, zanger en oud-speler, red.) en ik begon met meer en meer the interesseren in de traditionele Arabische muziek. Ik ben nooit echt gestopt met het spelen van klassieke muziek, maar mijn prioriteiten zijn wel veranderd. Ik speel nog steeds af en toe klassieke concerten en ik componeer ook nog steeds klassieke stukken voor trompet."
Helpt je klassieke opleiding je bij de muziek die je tegenwoordig maakt?
Ibrahim Maalouf: "Absoluut! De laatste jaren was mijn carrière in de klassieke muziek vooral gericht op het spelen van wedstrijden. Omdat daarvoor de beste musici ter wereld samenkomen, moet je er een zeer hoog technisch niveau halen. Ik heb ze bijna allemaal gewonnen dus dat gaf me natuurlijk wel het nodige zelfvertrouwen en de ruimte om op een serene manier nieuwe dingen uit te proberen."
Je vader (Nassim Maalouf, red.) heeft de trompet zowat heruitgevonden. Kan je eens in enkele woorden uitleggen wat hij precies gedaan heeft?
Ibrahim Maalouf: "Mijn vader heeft simpelweg een vierde piston toegevoegd — een normale trompet heeft er maar drie — die toelaat om elke noot met een kwartsmaat te verlagen. Als ik het met een piano zou vergelijken komt het erop neer dat er tussen elke toets op het instrument een kleine toets zou bijkomen. De toevoeging van een extra piston opent werkelijk ongekende mogelijkheden want het laat toe om ook de Arabische toonladders te spelen op de trompet, iets wat vroeger onmogelijk was. De uitvinding zelf was voor mij al geniaal op zich, maar waar mijn vader echt voor een revolutie gezorgd heeft is in zijn manier van spelen; een manier die niet geënt is op de jazz of de Latijns-Amerikaanse manier van spelen, maar werkelijk een unieke techniek is die gebaseerd is op de traditionele Arabische zang."
Is dat type van trompet ondertussen al wijdverspreid?
Ibrahim Maalouf: "Mijn vader heeft het instrument zowat veertig jaar geleden ontwikkeld, maar we zoeken vandaag nog steeds naar een fabrikant. Enkelen hebben het geprobeerd, maar die zijn ondertussen allemaal terug van de markt verdwenen. Ik kan dat ergens wel begrijpen, want voorlopig is er niet echt veel vraag naar. Ik geef zelf les Arabische muziek en ik ben bezig met het oprichten van een academie voor de Arabische trompet om het instrument te helpen promoten. Mijn vader droomde altijd van Arabische fanfares. We zijn er nog lang niet, maar ik hoop dat het instrument nog in populariteit zal stijgen. In de Arabische wereld heeft de trompet nog vaak een wat trieste bijklank omdat ze vaak bij begrafenisplechtigheden gebruikt wordt en toen mijn vader trompet begon te spelen kreeg hij dan ook vaak te horen: "Je gaat je carrière toch niet aan dat instrument vergooien?" Hij heeft toch doorgezet en artiesten als Miles Davis en Louis Armstrong hebben ondertussen bewezen hoe veelzijdig de trompet wel is."
De muziekindustrie en de muziekpers houden ervan om muziek te catalogeren of er een label op te plakken. Als ik jou vraag welke soort muziek je speelt, wat antwoord je dan?
Ibrahim Maalouf: "Ik antwoord dan altijd: "Waarom moet muziek per se een naam hebben?" Elke artiest maakt zijn eigen muziek en willen catalogeren of labelen is echt iets voor fabrikanten en verkopers. Ik speel geen Arabische electro-jazz-rock-pop-funk, ik ben gewoon Ibrahim Maalouf en ik maak dan ook de muziek van Ibrahim Maalouf. Als je naar een platenzaak gaat zal je mijn muziek natuurlijk in een zekere rayon terugvinden en meestal vind je mijn albums bij de jazz. Dat is misschien nog het genre waar ik me het meest op mijn gemak bij voel, want 'wereldmuziek' zegt mij bijvoorbeeld maar weinig. Mijn voornaamste inspiratiebron is de Arabische muziek, maar vormelijk heeft mijn muziek veel meer raakpunten met electro, hiphop en jazz. Je raakt vaak hopeloos verloren als je iets probeert te catalogeren en daarom doe ik het maar liever niet."
Wanneer is het idee ontstaan om Diachronism in twee delen op te splitsen?
Ibrahim Maalouf: "Pas helemaal op het einde eigenlijk. Ik componeer op een zeer instinctieve manier; ik denk niet na en ik heb geen vooraf bepaald concept in mijn hoofd, ik laat gewoon gebeuren wat er in mij opkomt en in mijn muziek hoef je dan ook niet naar diepere betekenissen te zoeken. Het enige wat voor mij van tel is als ik een nieuw stuk componeer is dat ik mezelf niks verbied. Nadat ik alle nummers voor Diachronism had opgenomen, kwam ik tot de vaststelling dat een bepaalde groep tracks wel erg veel gelijkenissen vertoonde en een andere groep ook wel samen leek te horen. Instinctief heb ik dan besloten om ze te groeperen en zo zijn ze tenslotte ook op twee aparte schijfjes terechtgekomen."
Hoeveel van wat je op het podium doet is improvisatie?
Ibrahim Maalouf: "Om te beginnen heeft wat we op het podium brengen zo goed als niets te maken met de albums die ik uitbreng. Ik werk vrij lang aan mijn albums; Diachronism heeft me drie-en-een-half jaar gekost en Diasporas zelfs vier, maar mijn concerten beschouw ik eerder als een samenzijn met bevriende muzikanten en we kiezen gewoon een repertoire per avond. Natuurlijk zitten er altijd wel enkele nummers uit de albums tussen, zodat het publiek de muziek toch ergens kan herkennen, maar ik verbied me altijd om mezelf dingen te verbieden. (lacht) Om op je vraag te antwoorden; ik denk dat zowat de helft van wat we op het podium brengen improvisatie is."
Een van je dromen is het schrijven van een filmsoundtrack. Is die droom ondertussen al iets reëler geworden?
Ibrahim Maalouf: "Wel, hij is toch op zijn minst een stuk dichterbij realisatie gekomen, want ik heb naar aanleiding van het succes van Diachronism in Frankrijk al heel wat aanbiedingen gekregen. Ik heb al muziek geschreven voor een aantal kortfilms, maar ik zou me nu echt wel eens aan de score voor een langspeelfilm willen wagen. Diachronism werd trouwens opgenomen in de studio van Armand Amar (componist van filmsoundtracks voor films van onder andere Costa Gavras en Rachid Bouchareb, red.) waar normaal gesproken vooral soundtracks worden opgenomen en ik denk dat we in de toekomst nog wel vaker zullen samenwerken. Ik weet dat mijn muziek en de manier waarop ik me uitdruk instinctief bij de wereld van de film aanleunen, dus ik denk dat ik me in de nabije toekomst zeker verder in dat domein ga verdiepen."
Ibrahim Maalouf: "Ik ben trompet beginnen spelen op mijn zevende en ik heb klassieke muziek gestudeerd tot in 2003. Op dat moment heb ik een soort klik gehad. Ik flirtte al enkele jaren met andere muziekgenres; ik heb onder andere opgenomen met Amadou & Mariam, gespeeld met Marcel Khalife (Libanees componist, zanger en oud-speler, red.) en ik begon met meer en meer the interesseren in de traditionele Arabische muziek. Ik ben nooit echt gestopt met het spelen van klassieke muziek, maar mijn prioriteiten zijn wel veranderd. Ik speel nog steeds af en toe klassieke concerten en ik componeer ook nog steeds klassieke stukken voor trompet."
Helpt je klassieke opleiding je bij de muziek die je tegenwoordig maakt?
Ibrahim Maalouf: "Absoluut! De laatste jaren was mijn carrière in de klassieke muziek vooral gericht op het spelen van wedstrijden. Omdat daarvoor de beste musici ter wereld samenkomen, moet je er een zeer hoog technisch niveau halen. Ik heb ze bijna allemaal gewonnen dus dat gaf me natuurlijk wel het nodige zelfvertrouwen en de ruimte om op een serene manier nieuwe dingen uit te proberen."
Je vader (Nassim Maalouf, red.) heeft de trompet zowat heruitgevonden. Kan je eens in enkele woorden uitleggen wat hij precies gedaan heeft?
Ibrahim Maalouf: "Mijn vader heeft simpelweg een vierde piston toegevoegd — een normale trompet heeft er maar drie — die toelaat om elke noot met een kwartsmaat te verlagen. Als ik het met een piano zou vergelijken komt het erop neer dat er tussen elke toets op het instrument een kleine toets zou bijkomen. De toevoeging van een extra piston opent werkelijk ongekende mogelijkheden want het laat toe om ook de Arabische toonladders te spelen op de trompet, iets wat vroeger onmogelijk was. De uitvinding zelf was voor mij al geniaal op zich, maar waar mijn vader echt voor een revolutie gezorgd heeft is in zijn manier van spelen; een manier die niet geënt is op de jazz of de Latijns-Amerikaanse manier van spelen, maar werkelijk een unieke techniek is die gebaseerd is op de traditionele Arabische zang."
Is dat type van trompet ondertussen al wijdverspreid?
Ibrahim Maalouf: "Mijn vader heeft het instrument zowat veertig jaar geleden ontwikkeld, maar we zoeken vandaag nog steeds naar een fabrikant. Enkelen hebben het geprobeerd, maar die zijn ondertussen allemaal terug van de markt verdwenen. Ik kan dat ergens wel begrijpen, want voorlopig is er niet echt veel vraag naar. Ik geef zelf les Arabische muziek en ik ben bezig met het oprichten van een academie voor de Arabische trompet om het instrument te helpen promoten. Mijn vader droomde altijd van Arabische fanfares. We zijn er nog lang niet, maar ik hoop dat het instrument nog in populariteit zal stijgen. In de Arabische wereld heeft de trompet nog vaak een wat trieste bijklank omdat ze vaak bij begrafenisplechtigheden gebruikt wordt en toen mijn vader trompet begon te spelen kreeg hij dan ook vaak te horen: "Je gaat je carrière toch niet aan dat instrument vergooien?" Hij heeft toch doorgezet en artiesten als Miles Davis en Louis Armstrong hebben ondertussen bewezen hoe veelzijdig de trompet wel is."
De muziekindustrie en de muziekpers houden ervan om muziek te catalogeren of er een label op te plakken. Als ik jou vraag welke soort muziek je speelt, wat antwoord je dan?
Ibrahim Maalouf: "Ik antwoord dan altijd: "Waarom moet muziek per se een naam hebben?" Elke artiest maakt zijn eigen muziek en willen catalogeren of labelen is echt iets voor fabrikanten en verkopers. Ik speel geen Arabische electro-jazz-rock-pop-funk, ik ben gewoon Ibrahim Maalouf en ik maak dan ook de muziek van Ibrahim Maalouf. Als je naar een platenzaak gaat zal je mijn muziek natuurlijk in een zekere rayon terugvinden en meestal vind je mijn albums bij de jazz. Dat is misschien nog het genre waar ik me het meest op mijn gemak bij voel, want 'wereldmuziek' zegt mij bijvoorbeeld maar weinig. Mijn voornaamste inspiratiebron is de Arabische muziek, maar vormelijk heeft mijn muziek veel meer raakpunten met electro, hiphop en jazz. Je raakt vaak hopeloos verloren als je iets probeert te catalogeren en daarom doe ik het maar liever niet."
Wanneer is het idee ontstaan om Diachronism in twee delen op te splitsen?
Ibrahim Maalouf: "Pas helemaal op het einde eigenlijk. Ik componeer op een zeer instinctieve manier; ik denk niet na en ik heb geen vooraf bepaald concept in mijn hoofd, ik laat gewoon gebeuren wat er in mij opkomt en in mijn muziek hoef je dan ook niet naar diepere betekenissen te zoeken. Het enige wat voor mij van tel is als ik een nieuw stuk componeer is dat ik mezelf niks verbied. Nadat ik alle nummers voor Diachronism had opgenomen, kwam ik tot de vaststelling dat een bepaalde groep tracks wel erg veel gelijkenissen vertoonde en een andere groep ook wel samen leek te horen. Instinctief heb ik dan besloten om ze te groeperen en zo zijn ze tenslotte ook op twee aparte schijfjes terechtgekomen."
Hoeveel van wat je op het podium doet is improvisatie?
Ibrahim Maalouf: "Om te beginnen heeft wat we op het podium brengen zo goed als niets te maken met de albums die ik uitbreng. Ik werk vrij lang aan mijn albums; Diachronism heeft me drie-en-een-half jaar gekost en Diasporas zelfs vier, maar mijn concerten beschouw ik eerder als een samenzijn met bevriende muzikanten en we kiezen gewoon een repertoire per avond. Natuurlijk zitten er altijd wel enkele nummers uit de albums tussen, zodat het publiek de muziek toch ergens kan herkennen, maar ik verbied me altijd om mezelf dingen te verbieden. (lacht) Om op je vraag te antwoorden; ik denk dat zowat de helft van wat we op het podium brengen improvisatie is."
Een van je dromen is het schrijven van een filmsoundtrack. Is die droom ondertussen al iets reëler geworden?
Ibrahim Maalouf: "Wel, hij is toch op zijn minst een stuk dichterbij realisatie gekomen, want ik heb naar aanleiding van het succes van Diachronism in Frankrijk al heel wat aanbiedingen gekregen. Ik heb al muziek geschreven voor een aantal kortfilms, maar ik zou me nu echt wel eens aan de score voor een langspeelfilm willen wagen. Diachronism werd trouwens opgenomen in de studio van Armand Amar (componist van filmsoundtracks voor films van onder andere Costa Gavras en Rachid Bouchareb, red.) waar normaal gesproken vooral soundtracks worden opgenomen en ik denk dat we in de toekomst nog wel vaker zullen samenwerken. Ik weet dat mijn muziek en de manier waarop ik me uitdruk instinctief bij de wereld van de film aanleunen, dus ik denk dat ik me in de nabije toekomst zeker verder in dat domein ga verdiepen."