Interview met La Chiva Gantiva @ Bonnefooi
Pelao, het debuutalbum van La Chiva Gantiva ligt net in de winkels en bovendien staat de band ook nog eens live op het sympathieke Fiesta Mundial in Balen, reden genoeg voor ons om frontman Rafael Espinel eens uit te horen over het wat en waarom. We troffen hem in het Brussels café Bonnefooi, tevens de thuishaven van de band.Rafael, Pelao, het debuutalbum van La Chiva Gantiva ligt net in de winkels en aan het resultaat te oordelen durf ik te stellen dat jullie naast aan de muziek ook veel aandacht besteed hebben aan de look en het design van het album.
Rafael Espinel (zang & percussie): "Absoluut, maar we zijn eigenlijk eerst op zoek gegaan naar een gepaste producer. We wilden zeker geen producer die de band een heel andere richting zou insturen en zo zijn ze uiteindelijk bij Richard Blair beland. Hij is vooral bekend van zijn eigen project, Sidestepper, maar doet ook al jaren productiewerk (Real World, Peter Gabriel, red.). Wat het design van het album betreft en de illustraties die we gebruikt hebben, kan ik zeggen dat ik zelf voor het merendeel van dat materiaal gezorgd heb. Ik maak eigenlijk de hele tijd schetsen en door ze te gebruiken voor het album wilde ik vooral een eigen universum creëren."
De CD-verkoop is al lang niet meer wat het geweest is, loont het dan nog wel de moeite om zoveel tijd en energie in een album te steken?
Rafael Espinel: "Tja, ik denk dat een mooi en degelijk design toch een meerwaarde geeft aan een album. Het is een beetje als met een boek; een mooi geïllustreerd exemplaar zet vaak sneller aan tot een aankoop. Een CD moet toch meer zijn dan muziek alleen? De tracks kan je desnoods downloaden, maar een album als het onze is iets om bij te houden en te koesteren."
De titel van het album, Pelao, wil zoveel zeggen als "baby" of "platzak/gepluimd"; waarom precies die titelkeuze?
Rafael Espinel: "We wilden vooral aangeven dat we met iets nieuws komen; onze baby aan de wereld voorstellen zeg maar. Voor het album hebben we ook bijna geen overdubs gedaan; verschillende tracks werden in één take opgenomen, waarmee ik ook meteen wil onderstrepen dat het een album zonder de minste pretentie is geworden. De EP die we al eerder uitbrachten had Apretao ("geleend", red.) als titel en zo sloten de twee titels ook wat op mekaar aan."
In de promotekst van Crammed Discs vond ik de volgende zin die toch iets meer uitleg behoeft: "La Chiva Gantiva is een band die in hun teksten graag de clichés rond Latijns-Amerikaanse muziek doorbreekt."
Rafael Espinel: "Om die zin te begrijpen luister je misschien best eens naar een nummer als Pa Q' Ça. Die titel moet je eigenlijk lezen als "Il n'y a pas que ça" ("dat is niet alles wat er is", red.) en gaat over het beeld dat men hier in Europa van de Latijns-Amerikaanse landen heeft, een beeld dat vaak bol staat van de clichés. Omdat wij een Colombiaanse groep zijn denkt men vaak meteen dat wij cumbia of salsa spelen, maar met La Chiva Gantiva willen we net meer zijn dan de zoveelste coverband. Wij spelen niet zomaar muziek om ons bezig te houden. Mensen houden er nu eenmaal van om dingen in hokjes op te delen, maar met de muziek die wij maken is dat heel moeilijk. Het is toch niet omdat wij een band zijn die Latijns-Amerikaanse ritmes speelt, dat wij geen nummers in het Engels of Frans mogen zingen? La Chiva Gantiva houdt niet van labels!"
En toch probeert men jullie in het hoekje van de wereldmuziek te duwen. Erger je je daaraan?
Rafael Espinel: "Laten we even Esperanzah, waar wij van de zomer ook op de affiche stonden, als voorbeeld nemen; dat festival staat bekend als een wereldmuziekfestival, maar artiesten als Java of Sharon Jones kan je toch moeilijk classificeren als wereldmuziek en toch stonden zij er ook op het podium. Als men onze muziek gaat bestempelen als zijnde wereldmuziek, dan is dat waarschijnlijk omdat wij veel ritmes gebruiken die in die hoek wel meer voorkomen. Natuurlijk vinden wij het niet vervelend om op een dergelijk festival op te treden, het zou trouwens maar erg zijn want het is op dergelijke festivals dat de meeste mensen ons aanvankelijk hebben leren kennen. Al vind ik toch dat we evengoed op een rockfestival thuishoren."
Veel van de ritmes die jullie gebruiken — champeta, chirimia en mapalé om er maar enkele te noemen — zullen hier in Europa niet meteen een belletje doen rinkelen. Vertel eens waar ze precies vandaan komen.
Rafael Espinel: "In Colombia heb je twee kustlijnen: aan de ene kant de Atlantische en aan de andere die van de Stille Oceaan. Typisch voor Colombia is dat bijna alle mensen er dezelfde taal spreken, het Spaans, maar dat culturen kunnen verschillen van dorp tot dorp. Aan de Caribische kust vind je alles wat met cumbia en champeta criolla te maken heeft. Mapalé is dan weer ontstaan uit de muzikale erfenis die de zwarte slaven meebrachten uit Afrika. Toen ze tegen wil en dank in Colombia terechtkwamen bouwden ze de instrumenten die ze kenden uit hun thuislanden zo goed mogelijk na met wat ze vonden. In de loop van de geschiedenis is hun cultuur versmolten met die van enkele lokale indianenstammen. De geschiedenis van de zwarten aan de Stille Oceaan is helemaal anders en hun muziek sluit dan ook meer aan bij bijvoorbeeld de maloya uit Reunion of de ritmes uit Madagaskar. Het is dan ook in deze streek dat je ritmes als chirimia en currulao kunt terugvinden. In de band gebruiken we ook de tiple, een kleine gitaar met vier groepen van telkens drie snaren. Dat instrument komt uit de regio van de Altiplano Cundiboyacense (uitloper van het de Andes in Colombia, red.). Colombia is eigenlijk een grote mix van culturen en als Colombiaan moeten we ons daarvan bewust zijn. Als men het met mij dus over mengvormen wilt hebben is dat bijna de evidentie zelf."
Jullie biografie heeft het samenvattend over drie Colombiaanse percussionisten die elkaar terugvonden in Brussel. Vertel dat verhaal eens in wat meer detail.
Rafael Espinel: "Zelf heb ik nog een vaag rock- en metalverleden, want toen ik nog in Colombia woonde zat ik al in een bandje dat Aquelarre heette. Die naam verwees naar de plaatsen waar heksen hun sabbat houden. (lacht) Felipe Deckers speelt al gitaar sinds zijn kinderjaren, maar op een bepaald moment is hij naar Colombia getrokken en heeft hij daar enkele percussielessen gevolgd. Het virus moet hem serieus te pakken gehad hebben, want toen hij terugkeerde naar België was hij nog steeds bezeten van die ritmes. Toen ik in Europa arriveerde ben ik me bizar genoeg eerst gaan toeleggen op de Braziliaanse samba en batucada. Na een tijdje begon men zelfs te denken dat in een Braziliaan was, in die mate zelfs dat ik me begon af te vragen waarom ik me niet bezighield met de ritmes uit mijn eigen land. In die tijd was er in Colombia net een heropleving gaande van de Afro-Colombiaanse muziek en ik besloot die muziek te introduceren in Europa. In het begin speelden we alleen maar covers van artiesten als Toto La Momposina, Los Gaiteros de San Jacinto of Petrona Martinez. Op een gegeven moment verkoos Felipe dan toch om terug te keren naar zijn eerste liefde, de gitaar, omdat zijn handen teveel pijn begonnen doen van het percussie spelen. Zo zijn we dan langzaamaan begonnen met het introduceren van andere instrumenten en invloeden in de band. Onze stijl is eigenlijk louter toevallig ontstaan."
Laten we het interview afronden door het nog even over de naam van de band zelf te hebben. Ik weet niet of jullie je daar van bewust zijn, maar veel mensen denken dat Gantiva slaat op het feit dat jullie uit Gent komen (cfr. Het Franse Gand, red.) terwijl het eigenlijk gewoon de familienaam van Natalia (percussie, red.) is.
Rafael Espinel: "(lacht) Grappig, tijd voor een woordje uitleg den ik. Chiva is de naam die in Colombia gebruikt wordt voor die kleurige bussen in geel, blauw en rood die het perfecte vervoermiddel zijn om tot in de kleinste dorpen te geraken. Voor ons staan die bussen en die naam symbool voor communicatie, reizen en ook een beetje voor folklore. Gantiva is dan weer spontaan ontstaan; in die periode was Natalia het enige meisje in de band en dus riepen wij al snel: "Wij zijn la chiva de Gantiva; de groep van Natalia!". In het begin was het niet meer dan een grap, maar de naam klonk goed en hij rijmde nog ook, dus waarom niet? Ergens is het ook een eerbetoon aan de vrouw. In de Colombiaanse muziek vertegenwoordigt de vrouw de stem. Volgens de traditie mochten vrouwen geen instrumenten bespelen omdat men dacht dat dat bij een zwangerschap schade zou berokkenen aan de baby. Bij La Chiva Gantiva hebben we die traditie mooi omgedraaid en speelt Natalia op de tambora."
Rafael Espinel (zang & percussie): "Absoluut, maar we zijn eigenlijk eerst op zoek gegaan naar een gepaste producer. We wilden zeker geen producer die de band een heel andere richting zou insturen en zo zijn ze uiteindelijk bij Richard Blair beland. Hij is vooral bekend van zijn eigen project, Sidestepper, maar doet ook al jaren productiewerk (Real World, Peter Gabriel, red.). Wat het design van het album betreft en de illustraties die we gebruikt hebben, kan ik zeggen dat ik zelf voor het merendeel van dat materiaal gezorgd heb. Ik maak eigenlijk de hele tijd schetsen en door ze te gebruiken voor het album wilde ik vooral een eigen universum creëren."
De CD-verkoop is al lang niet meer wat het geweest is, loont het dan nog wel de moeite om zoveel tijd en energie in een album te steken?
Rafael Espinel: "Tja, ik denk dat een mooi en degelijk design toch een meerwaarde geeft aan een album. Het is een beetje als met een boek; een mooi geïllustreerd exemplaar zet vaak sneller aan tot een aankoop. Een CD moet toch meer zijn dan muziek alleen? De tracks kan je desnoods downloaden, maar een album als het onze is iets om bij te houden en te koesteren."
De titel van het album, Pelao, wil zoveel zeggen als "baby" of "platzak/gepluimd"; waarom precies die titelkeuze?
Rafael Espinel: "We wilden vooral aangeven dat we met iets nieuws komen; onze baby aan de wereld voorstellen zeg maar. Voor het album hebben we ook bijna geen overdubs gedaan; verschillende tracks werden in één take opgenomen, waarmee ik ook meteen wil onderstrepen dat het een album zonder de minste pretentie is geworden. De EP die we al eerder uitbrachten had Apretao ("geleend", red.) als titel en zo sloten de twee titels ook wat op mekaar aan."
In de promotekst van Crammed Discs vond ik de volgende zin die toch iets meer uitleg behoeft: "La Chiva Gantiva is een band die in hun teksten graag de clichés rond Latijns-Amerikaanse muziek doorbreekt."
Rafael Espinel: "Om die zin te begrijpen luister je misschien best eens naar een nummer als Pa Q' Ça. Die titel moet je eigenlijk lezen als "Il n'y a pas que ça" ("dat is niet alles wat er is", red.) en gaat over het beeld dat men hier in Europa van de Latijns-Amerikaanse landen heeft, een beeld dat vaak bol staat van de clichés. Omdat wij een Colombiaanse groep zijn denkt men vaak meteen dat wij cumbia of salsa spelen, maar met La Chiva Gantiva willen we net meer zijn dan de zoveelste coverband. Wij spelen niet zomaar muziek om ons bezig te houden. Mensen houden er nu eenmaal van om dingen in hokjes op te delen, maar met de muziek die wij maken is dat heel moeilijk. Het is toch niet omdat wij een band zijn die Latijns-Amerikaanse ritmes speelt, dat wij geen nummers in het Engels of Frans mogen zingen? La Chiva Gantiva houdt niet van labels!"
En toch probeert men jullie in het hoekje van de wereldmuziek te duwen. Erger je je daaraan?
Rafael Espinel: "Laten we even Esperanzah, waar wij van de zomer ook op de affiche stonden, als voorbeeld nemen; dat festival staat bekend als een wereldmuziekfestival, maar artiesten als Java of Sharon Jones kan je toch moeilijk classificeren als wereldmuziek en toch stonden zij er ook op het podium. Als men onze muziek gaat bestempelen als zijnde wereldmuziek, dan is dat waarschijnlijk omdat wij veel ritmes gebruiken die in die hoek wel meer voorkomen. Natuurlijk vinden wij het niet vervelend om op een dergelijk festival op te treden, het zou trouwens maar erg zijn want het is op dergelijke festivals dat de meeste mensen ons aanvankelijk hebben leren kennen. Al vind ik toch dat we evengoed op een rockfestival thuishoren."
Veel van de ritmes die jullie gebruiken — champeta, chirimia en mapalé om er maar enkele te noemen — zullen hier in Europa niet meteen een belletje doen rinkelen. Vertel eens waar ze precies vandaan komen.
Rafael Espinel: "In Colombia heb je twee kustlijnen: aan de ene kant de Atlantische en aan de andere die van de Stille Oceaan. Typisch voor Colombia is dat bijna alle mensen er dezelfde taal spreken, het Spaans, maar dat culturen kunnen verschillen van dorp tot dorp. Aan de Caribische kust vind je alles wat met cumbia en champeta criolla te maken heeft. Mapalé is dan weer ontstaan uit de muzikale erfenis die de zwarte slaven meebrachten uit Afrika. Toen ze tegen wil en dank in Colombia terechtkwamen bouwden ze de instrumenten die ze kenden uit hun thuislanden zo goed mogelijk na met wat ze vonden. In de loop van de geschiedenis is hun cultuur versmolten met die van enkele lokale indianenstammen. De geschiedenis van de zwarten aan de Stille Oceaan is helemaal anders en hun muziek sluit dan ook meer aan bij bijvoorbeeld de maloya uit Reunion of de ritmes uit Madagaskar. Het is dan ook in deze streek dat je ritmes als chirimia en currulao kunt terugvinden. In de band gebruiken we ook de tiple, een kleine gitaar met vier groepen van telkens drie snaren. Dat instrument komt uit de regio van de Altiplano Cundiboyacense (uitloper van het de Andes in Colombia, red.). Colombia is eigenlijk een grote mix van culturen en als Colombiaan moeten we ons daarvan bewust zijn. Als men het met mij dus over mengvormen wilt hebben is dat bijna de evidentie zelf."
Jullie biografie heeft het samenvattend over drie Colombiaanse percussionisten die elkaar terugvonden in Brussel. Vertel dat verhaal eens in wat meer detail.
Rafael Espinel: "Zelf heb ik nog een vaag rock- en metalverleden, want toen ik nog in Colombia woonde zat ik al in een bandje dat Aquelarre heette. Die naam verwees naar de plaatsen waar heksen hun sabbat houden. (lacht) Felipe Deckers speelt al gitaar sinds zijn kinderjaren, maar op een bepaald moment is hij naar Colombia getrokken en heeft hij daar enkele percussielessen gevolgd. Het virus moet hem serieus te pakken gehad hebben, want toen hij terugkeerde naar België was hij nog steeds bezeten van die ritmes. Toen ik in Europa arriveerde ben ik me bizar genoeg eerst gaan toeleggen op de Braziliaanse samba en batucada. Na een tijdje begon men zelfs te denken dat in een Braziliaan was, in die mate zelfs dat ik me begon af te vragen waarom ik me niet bezighield met de ritmes uit mijn eigen land. In die tijd was er in Colombia net een heropleving gaande van de Afro-Colombiaanse muziek en ik besloot die muziek te introduceren in Europa. In het begin speelden we alleen maar covers van artiesten als Toto La Momposina, Los Gaiteros de San Jacinto of Petrona Martinez. Op een gegeven moment verkoos Felipe dan toch om terug te keren naar zijn eerste liefde, de gitaar, omdat zijn handen teveel pijn begonnen doen van het percussie spelen. Zo zijn we dan langzaamaan begonnen met het introduceren van andere instrumenten en invloeden in de band. Onze stijl is eigenlijk louter toevallig ontstaan."
Laten we het interview afronden door het nog even over de naam van de band zelf te hebben. Ik weet niet of jullie je daar van bewust zijn, maar veel mensen denken dat Gantiva slaat op het feit dat jullie uit Gent komen (cfr. Het Franse Gand, red.) terwijl het eigenlijk gewoon de familienaam van Natalia (percussie, red.) is.
Rafael Espinel: "(lacht) Grappig, tijd voor een woordje uitleg den ik. Chiva is de naam die in Colombia gebruikt wordt voor die kleurige bussen in geel, blauw en rood die het perfecte vervoermiddel zijn om tot in de kleinste dorpen te geraken. Voor ons staan die bussen en die naam symbool voor communicatie, reizen en ook een beetje voor folklore. Gantiva is dan weer spontaan ontstaan; in die periode was Natalia het enige meisje in de band en dus riepen wij al snel: "Wij zijn la chiva de Gantiva; de groep van Natalia!". In het begin was het niet meer dan een grap, maar de naam klonk goed en hij rijmde nog ook, dus waarom niet? Ergens is het ook een eerbetoon aan de vrouw. In de Colombiaanse muziek vertegenwoordigt de vrouw de stem. Volgens de traditie mochten vrouwen geen instrumenten bespelen omdat men dacht dat dat bij een zwangerschap schade zou berokkenen aan de baby. Bij La Chiva Gantiva hebben we die traditie mooi omgedraaid en speelt Natalia op de tambora."