Yiddish Glory - The Lost Songs Of World War II
Wie zin heeft in een stevig stukje unieke muziekgeschiedenis, moet zeker deze The Lost Songs Of World War II eens checken. Het betreft hier een collectie Jiddische liederen uit het Rusland van de Tweede Wereldoorlog, destijds verzameld door etnomusicologen Moisei Beregovsky en Ruvim Lerner, verbonden aan het Kiev Institute for Jewish Proletarian Culture. Het project werd echter nooit afgewerkt, want Beregovsky werd in 1950 gearresteerd tijdens de antisemitische acties in het Stalinistische Rusland van net na de oorlog. De dozen met archiefmateriaal werden verzegeld en bleven decennialang spoorloos.Een beetje historische duiding is hier wellicht op zijn plaats… Na de oprichting van Israël in mei 1948 en de steun die de jonge natie in volle Koude Oorlog aan de Verenigde Staten toezegde, werden de twee miljoen Sovjet-Joden, die het Sovjetsysteem steeds trouw waren gebleven, plots door het Stalinistische regime afgeschilderd als een mogelijk vijfde colonne. Ondanks zijn persoonlijke afkeer van de Joden, had Stalin zich een vroege voorstander van een Joodse staat in Palestina getoond, omdat hij hoopte er een Sovjet-satellietstaat in het Midden-Oosten van te kunnen maken. De aankomst van Golda Meir in Moskou als de eerste Israëlische ambassadeur in de USSR in de herfst van 1948 bracht duizenden Russische Joden op de been en die scandeerden allen: "Am Yisroel chai!" ("Het volk van Israel leeft!"), een eeuwenoude strijdkreet die door een paranoïde Stalin echter gehoord wordt als een gevaarlijk teken van "Joods bourgeoisnationalisme" dat de autoriteit van de Sovjetstaat ondermijnde. In november van 1948 begonnen de Sovjetautoriteiten met een campagne om alles wat nog overbleef van de Joodse cultuur in de USSR uit te roeien. De leiders van het Joods Antifascistisch Comité werden gearresteerd en beschuldigd van verraad, bourgeoisnationalisme en het plannen van de oprichting van een Joodse republiek in de Krim om de Amerikaanse belangen te dienen. Joodse musea werden een na een gesloten en gedurende de nacht van 12 op 13 augustus 1952, berucht als de Nacht van de vermoorde dichters, werden dertien van de meest prominente Jiddische dichters in de Sovjetunie op last van Stalin geëxecuteerd. Maar in de periode van de Tweede Wereldoorlog, de jaren waaruit al de liederen op deze compilatie dateren, hadden de Russische Joden het dus nog relatief goed - al begon Stalin na de Sovjetinvasie van Polen in 1939 massaal Joden te deporteren naar de Joodse Autonome Oblast (Joods autonoom gebied tegen de grens met China en buiten Israël het enige gebied ter wereld met een officiële Joodse status) en andere delen van Siberië - en konden zich dus vrij uitleven in hun muziek.
Sommige nummers werden geschreven door Joodse soldaten die meevochten in het Rode Leger (Yoshke Fun Odes/Yoshke From Odessa, het verhaal van een zekere Yoshke, een moedige en meedogenloze soldaat in het Rode Leger, geschreven om de antisemitische mythe dat Joden niet meevochten in de oorlog te doorbreken, Mayn Pulemyot/My Machine Gun, geschreven vanuit het standpunt van een Pools-Joodse soldaat in het Rode Leger die met trots vertelt hoe hij met zijn machinegeweer de ene na de andere Duitser neermaait), andere door de achterblijvers die angstig op nieuws van het front wachtten (Tabyls Briv/Tabyl's Letter To Her Husband At The Front, bijna zeventien miljoen arbeiders, vooral vrouwen, werkten lange shiften in de industrieën die de Sovjetoorlogsmachine draaiende moesten houden, in dit nummer moedigt zo'n vrouw haar man aan het front aan om zoveel mogelijk Duitser om te brengen, Fir Zin/Four Sons, een nummer waarin een ontredderde vader vertelt over zijn vier zonen die allen tegen Hitler strijden: één is al omgekomen, de andere vecht nog door aan het front en het lot van de twee overige is onzeker). Aangrijpend is Mames Gruv/My Mother's Grave, over een kleine jongen die zijn moeder verliest, een tekst die symbool staat voor allen die familieleden verloren tijdens de oorlog, destijds geschreven door Valya Roytiender, een tienjarige knaap uit Bratslav in Oekraïne en hier vertolkt door de twaalfjarige Isaac Rosenberg. Ook vermeldenswaardig is Kazakhstan, een dankbetuiging aan Kazachstan dat bereid was om oorlogsvluchtelingen van alle nationaliteiten en religies op te nemen, en het enige nummer dat tweemaal in de tracklist voorkomt omdat het zowel een speciale betekenis had voor zangeres Sophie Milman, wiens grootmoeder als Joodse oorlogsvluchtelinge in Kazachstan terechtkwam, als voor violist/vocalist Sergei Erdenko, die het nummer opdroeg aan de Roma-slachtoffers van de holocaust. De compilatie eindigt passend met nummers als Nitsokhn Lid/Victory Song, een nummer waarin de glorieuze overwinning van het Sovjetleger in de verf gezet wordt, maar waarin tegelijk opgeroepen wordt om te vieren, dansen en een vredevol bestaan te leiden, of Homens Mapole/Haman's Defeat, waarin de overwinning van Stalin op Hitler vergeleken wordt met de terechtstelling van Haman, de slechterik uit het Joodse Poerim-verhaal, die tijdens de Joodse ballingschap in Perzië een complot smeedde om alle Joden om te brengen maar uiteindelijk zelf verraden werd, waarin de overwinning op de Duitsers en het einde van de oorlog gevierd worden.
In de jaren negentig van de vorige eeuw werden in de Nationale Vernadsky Bibliotheek in Oekraïne echter een aantal niet gelabelde dozen teruggevonden en stelde bibliothecaresse Lyudmila Sholokova een eerste catalogus van de verzamelde liederen samen. Begin jaren tweeduizend leerde Anna Shternshis, Professor Jiddische taalkunde en studie van de Joodse Diaspora aan de Universiteit van Toronto van het bestaan van de liederen, en overtuigd van het geschiedkundige belang van de collectie en het inzicht dat de teksten kunnen verschaffen in de manier waarop de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog omgingen met het geweld en de vernietiging om hen heen, besloot ze om samen met de Russische singer-songwriter en professor Slavische literatuur Dr. Pavel Lion aka. Psoy Korolenko en violist/componist Sergei Erdenko de teksten van muziek te voorzien en dit muzikale erfgoed dat niemand meer gehoord had sinds 1947 terug tot leven te wekken. Producer Dan Rosenberg bracht een all-star band op de been bestaande uit vijf vocalisten (waaronder Sophie Milman) aangevuld met vijf klassiek geschoolde muzikanten.
Beluister deze compilatie met het uitgebreide tekstboekje erbij en kippenvel is gegarandeerd. Fascinerend stukje muzikale geschiedenis!
www.sixdegreesrecords.com