Stephen Marley - Mind control
Niets beter dan een geslaagd reggaefeestje om het weekend in te gaan en zin te krijgen om rond te gaan snuisteren in de platenbakken van 's lands betere muziekwinkels. Daar stootte ik onder meer op de debuutplaat van Stephen Marley, en daar de man binnenkort op het podium staat in het Minnewaterpark lijkt dit het uitgelezen moment om een review de wereld in te sturen. Dat Bob Marley's tweede zoon de vibes met de paplepel binnenkreeg hoeft geen betoog, en zijn muzikale sporen heeft hij al ruimschoots verdiend.Op zesjarige leeftijd stond hij (wellicht letterlijk) in de schaduw van zijn grote broer, frontman van de Melody Makers, maar samen scoorden ze toch een aantal leuke hitjes, waaronder Tomorrow people. Zijn belangrijkste werk was echter nog meer achter de schermen, als producer van Damian Marley's Halfway Tree, waarvoor ze in 2002 een Reggae Grammy kregen. Vorig jaar deden ze dat nog eens over met Welcome to Jamrock. Hoog tijd dus dat Stephen zelf eens een plaat uitbracht. Met Mind Control is dat eindelijk gebeurd, en het was het wachten waard.
Het is een veelzijdig plaatje geworden. We horen een aantal pure reggae songs. Chase Dem ademt qua muziek en tekst volledig de sfeer van Mr. Bobby, in de lijn van diens Jammin' of Crazy baldheads. Lonely Avenue is dan weer een heerlijke reggae versie van Ray Charles' origineel. In de rest van zijn songs verkent hij echter bredere muzikale horizonten. Het openingsnummer Mind Control is bijzonder funky, terwijl Hey Baby de rap- en R&B-weg op gaan (met rap lyrics van Mos Def). Samen met Damian draait hij op The Traffic Jam een heerlijk bombastische raggamuffin ineen (meteen een hint naar Marley's 3 o'clock road block?).
Let her dance is dan weer een parodie op het reggaeton fenomeen, al maakt Maya Azucena het geheel net iets te stroperig naar mijn zin. Meer respect eigenlijk voor Julian Marley, Mr. Cheeks en Spragga Benz, die op Iron Bars een geëengageerde rap neerzetten. En tenslotte heb je nog een paar rustige nummers naar het einde toe: Fed up, en het loungy Inna di Red, met excellente slide guitar van Ben Harper.
Ergens vind ik het spijtig dat Stephen Marley niet resoluut de reggaetoer opgegaan is. Songs als Chase Dem en Love Avenue geven een beeld van wat een hoogstaande, knappe en eigentijdse reggaeplaat had kunnen zijn. De reactie van een lezer op het Beljam reggae forum ('het is algemeen, zoals toen maken ze de reggae niet meer') is wellicht overdreven, maar wat mij betreft kan de nieuwe generatie roots reggae artiesten inderdaad nog wel wat ondersteuning gebruiken. Anderzijds is het niet verwonderlijk dat de jongens hun eigen ding willen doen en daarbij andere inspiratiebronnen aanboren. En uiteindelijk is Stephen Marley daar bijzonder goed in geslaagd, met een heel afwisselende en kwalitatief hoogstaande plaat.