Le samedi à Couleur Café
Twee jaar op rij heb ik Couleur Café moeten missen. Op zich al reden genoeg om me volledig te laten onderdompelen in de driedaagse hoogmis voor wie van tropische muziekjes houdt. Volledig is wat veel gezegd, want vrijdag moest ik al ronkende namen als Alpha Blondy en Amadou & Mariam aan mij laten voorbij gaan. Maar niet getreurd, de affiche zag er voor de komende dagen vrij belovend uit.Alpha Blondy moest ik missen, maar lang hoefde ik niet op mijn ivooriaanse reggae honger te zitten: Tiken Jah Fakoly stak als eerste van wal in de grote tent. Al is zijn reggae sound ietwat afgestoft, toch wist de man de hele tent (mij incluis) te bekoren met zijn aanstekelijk charisma. Aan de overkant van het aardig vollopend festivalterrein begon, zo bleek, mijn ontdekking van de dag. De mannen van Nèg’ Marrons waren nog geen kwartier bezig en het dak van stage 2 ging er al af met hun explosieve reggae hip hop. Jacky & Ben-J wisten hun vette sound bijzonder goed te doseren: het publiek ging alsnog harder door het dak. Bij momenten haalde het publiek het qua decibels van de P.A. Bouge encore! Bouge encore!
Zo mist een mens wel zo goed als de volledige set van Zap Mama. Gelukkig kon ik nog een glimp opvangen van Marie Daulne en haar gevolg. We kennen ze al langer dan vandaag, maar ik kan het niet helpen: ik heb gewoon een zwak voor die wonderschone madam en haar muziekjes.
De braziliaanse DJ/samba goochelaar Marcelo D2 kon mij niet echt boeien, reden te meer om terug mijn plaats te reserveren in de grote tent. Ik zag 'm eerder dit jaar al in de AB (net voor zijn meer dan excellente live plaat "Africa Shrine" bij ons tot bij de platenboer geraakte): de zoon van de afro beat legende, Femi Kuti. Het werd terug een bijzonder intense belevenis, ook al was het geluid wat rommelig afgesteld in het begin. Voor de aardigheid had de man drie schaars geklede en uiterst beweeglijke danseresjes meegebracht, alsook zijn zoontje (die net boven zijn sax uitstak).
Daarna was het weer moeilijk kiezen natuurlijk: mijn vinger viel op Konono No.1, een stel congolezen die al jaren met huis, tuin en keuken materiaal menig dansfeestje onveilig maken. Hun eigenhandig gemaakte likembés (duimpiano) versterkt door afgeleefde horn-speakers geven op zijn minst een aparte sound: een best verrassend concert al had ik het na een dik half uur toch gehoord. Laten we het dan maar trance noemen in plaats van eentonig.
Moe, tevreden en vergezeld van twee plaatjes van Nèg' Marrons keerde ik huiswaarts...