Interview met Taraf de Haïdouks in AB
Als het erop aankomt, laten de Roma-muzikanten duidelijk liever hun instrument dan hun stem spreken — wat duidelijk voor muzikaal spektakel zorgt — en ook de taalbarrière maakt een gesprek niet echt makkelijker. Met de hulp van ontdekker, manager én bezieler Stéphane Karo van het Brusselse Divano Production kwamen de tongen na een tijdje toch los. Reis mee naar de wereld van Taraf de Haïdouks, de bekendste lăutari of zigeunermuzikanten uit het Roemeense Clejani.Stéphane, als ik het goed begrepen heb begint het hele verhaal van Taraf de Haïdouks toen je tijdens een rondreis in Roemenië, ergens begin jaren negentig, het dorpje Clejani ontdekte?
Stéphane Karo: "Ja, ik was op rondreis in Roemenië — niet mijn eerste keer trouwens — en ik wou absoluut eens kennismaken met de echte authentieke Roma-muzikanten. Op een bepaald ogenblik ben ik in Clejani beland, een klein dorpje vol met muzikanten. Toen ik hen hoorde en zag spelen besefte ik onmiddellijk dat dit een enorm internationaal potentieel kon hebben. Het was nog in het tijdperk van het Ceauşescu-regime, dus vrij rondreizen in Roemenië was niet vanzelfsprekend. Als de revolutie niet was uitgebroken, was ik misschien zelfs nooit naar Clejani teruggekeerd. Hoewel ik er absoluut geen ervaring mee had — ik was toentertijd muzikant — heb ik toen een eerste kleine tournee georganiseerd, en zo is alles begonnen."
Zowat alle leden van Taraf komen uit Clejani. Vertel eens iets meer over jullie dorp?
Ion 'Ionica' Tanase (cymbalom): "Clejani ligt op ongeveer 40 kilometer van de Roemeense hoofdstad Boekarest. Het is een piepklein dorpje met niet meer dan 4000 inwoners van wie zowat iedereen muzikant is."
Marin 'Marius' Manole (accordeon): "En Taraf is eigenlijk samengesteld uit de beste muzikanten van het dorp."
Jullie zijn nu al enkele jaren internationaal bekend. Heeft dat het leven in het dorp veranderd?
Marius: "Niet echt nee. De levenskwaliteit is een beetje verbeterd na de val van Ceauşescu, maar echt veel is er helaas niet veranderd."
Stéphane, in de voormalige Oostbloklanden krioelt het van de zigeunergroepen. Wat maakte Taraf net dat ietsje aparter voor jou?
Stéphane Karo: "Mijn grootvader baatte één van de eerste Hongaarse restaurants in Brussel uit en elke avond speelde daar ook een zigeunerensemble. Ik heb die muziek dus met de paplepel meegekregen. De muziek van Taraf riep bij mij onmiddellijk herinneringen op aan die periode. Nu ik ondertussen meer dan twintig jaar ervaring heb met deze muziek, weet ik dat, zoals je net zei, het in het voormalige Oostblok krioelt van de zigeunergroepen. Zigeunermuziek is de laatste tijd een ware hype aan het worden. Je hebt deejays die de hele avond niets anders dan die muziek draaien. Mijn ding is het niet echt, want op die party’s zie je zo goed als geen Roma."
Je hebt het daar over deejays als Shantel of Gaetano Fabri, die het genre bij de jeugd echt populair hebben gemaakt. Wat trekt die Westerse jongeren volgens jou zo aan in die muziek?
Stéphane Karo: "Shantel maakt vooral remixen. Hij steekt de traditionele zigeunermuziek in een nieuw jasje en dat doet hij eigenlijk vooral door er populaire elementen als beats en loops aan toe te voegen. Het is natuurlijk ook gewoon een modefenomeen; de hype van het moment. Na de val van de muur en de opening van de grenzen met het Oostblok, werd de zigeunermuziek ook plots heel toegankelijk. Eigenlijk heeft het allemaal niet veel te betekenen, want alles komt en gaat tenslotte. Vandaag is de zigeunermuziek misschien in de mode, maar de zigeuners zelf worden nog steeds gediscrimineerd en slecht behandeld. Een goed voorbeeld is het recente voorbeeld in Italië, waar een Roemeense jongen een vrouw vermoordde. Dat individuele feit, gepleegd door een Roemeen die niet eens van Roma-afkomst was, bracht daar een heuse klopjacht tegen de zigeuners op gang. Dat was puur op racisme gebaseerd en dat is toch iets wat we in het Europa van vandaag toch alleen maar schandelijk kunnen noemen!"
Hebben de talloze internationale tournees iets veranderd aan de vorm of de inhoud van de muziek van Taraf?
Marius: "Ja, absoluut. Bewijs is natuurlijk het project met de klassieke muziek voor het nieuwe album, maar ook Bulgaarse, Turkse en zelfs Jazzinvloeden zijn ondertussen in onze muziek te horen."
Stéphane Karo: "Op het productionele niveau zijn we gaan zoeken naar manieren om de muziek interessant te houden. We hebben de originele sound van Taraf iets gemoderniseerd als je wil, maar de basis blijft stevig geworteld in de zigeunertraditie. Wat ook een rol heeft gespeeld is dat we de laatste drie jaar evenveel veteranen uit de groep verloren zijn (Nicolae 'Culai' Neacşu, violist en vocalist, stierf in 2002, Ionel Manole, accordeonist, in 2003 en cymbalist Dumitru 'Cacurică' Baicu volgde in 2007, red.). De hele ruggengraat van de band is weggevallen op zeer korte tijd. Daarom hebben we ook gekozen om voor het nieuwe album iets totaal nieuws te proberen. Met de adaptatie van een aantal klassieke muziekstukken wilden we als het ware een nieuwe start nemen. Ik ben zeer tevreden met het uiteindelijke resultaat, maar het is een pak moeilijker gegaan dan we hadden ingeschat. Om nu jongeren te zien dansen op composities van meer dan honderd jaar oud is echt fantastisch! We moesten op zoek naar een manier waarop we tegelijk authentiek en vernieuwend konden zijn en ik denk dat we daar met Maskarada zeker in geslaagd zijn."
Tussen het vorige album, Band Of Gypsies, en Maskarada zaten een heel aantal jaren. Houden de leden van Taraf niet zo van de studio?
Ionica: "Nee, dat is het niet, we hebben gewoon heel lang moeten repeteren voor dit album (de leden van Taraf lezen blijkbaar geen noten, dus alle stukken moesten op gehoor worden ingestudeerd, red.). Alles bij elkaar hebben die repetities, die afwisselend in Brussel en Roemenië plaatsvonden, zowat anderhalf jaar in beslag genomen. We kenden totaal niets van klassieke muziek, dus dat had zijn tijd nodig."
De catalogus van de klassieke muziek is enorm. Hoe zijn jullie tewerk gegaan bij het selecteren van de composities die jullie voor het album wilden gebruiken?
Ionica: "Wel, Stéphane is bij ons met het idee komen aankloppen en we hebben dan al snel beslist om composities te zoeken van componisten die duidelijk beïnvloed werden door de folklore. Stéphane is ons dan komen opzoeken met een zak vol cassettes en cd’s. We zijn die dan één voor één gaan beluisteren en daaruit hebben we tenslotte een kleine selectie gemaakt."
Ionica, jij bespeelt de cymbalom, een typisch zigeunerinstrument.
Ionica: "Ja, de cymbalom is ongeveer honderdvijftig jaar geleden in Roemenië geïntroduceerd door de Roma. Zelf ben ik op zevenjarige leeftijd op de kleine cymbalum beginnen spelen en pas later op de grote concertcymbalom (Een cymbalom is een snaarinstrument dat behoort tot de plankzithers. Het wordt bespeeld met twee stokken waarvan de uiteinden meestal zijn omwikkeld. De in West-Europa voorkomende varianten worden hakkebord of hackbrett genoemd. Evenals de grote variant, de concertcymbalom, is de cymbalom een soortgenoot van de piano. Het voornaamste verschil is dat bij de piano een mechaniek is ingebouwd om de snaren aan te slaan, terwijl bij de cymbalom de bespeler dat zelf doet, red.). Je kunt het instrument op twee manieren bespelen, of je gebruikt Hongaarse akkoorden, of je volgt de Roemeense toonzetting."
Is het een moeilijk instrument om aan te leren?
Ionica: "Ik zou het zelfs een heel moeilijk instrument noemen want een concertcymbalom heeft maar liefst 280 snaren!"
Een van de populairste leden van Taraf de Haïdouks was de enkele jaren geleden overleden Neacşu. Hoe herinneren jullie je hem?
Ionica: "Hij is nu al vier jaar geleden overleden en we kunnen hem maar niet vergeten. De eerste maanden na zijn dood keken we tijdens onze optredens nog steeds naar rechts, de plaats waar hij altijd stond. Die leegte maakte ons zeer triest. Vandaag is dat verdriet voorbij, maar toch denken we nog elke dag aan hem. Hij heeft trouwens de meeste violisten die nu bij Taraf spelen nog viool leren spelen."
Vrij vertaald wil de naam 'Taraf de Haïdouks' eigenlijk zeggen 'bende vrijbuiters'. Waar hebben jullie die naam vandaan?
Marius: "Dat was een voorstel van Stéphane. Voordien hadden we eigenlijk geen groepsnaam. Wanneer we gevraagd werden om een trouwfeest op te luisteren, gebruikten we altijd de naam van de muzikant die het optreden geregeld had."
Treden jullie eigenlijk nog vaak in Roemenië zelf op?
Marius: "Niet echt nee. We spelen nog op een trouwfeest hier en daar, maar meer laat ons drukke tourschema eigenlijk niet toe."
Stéphane Karo: "Ja, ik was op rondreis in Roemenië — niet mijn eerste keer trouwens — en ik wou absoluut eens kennismaken met de echte authentieke Roma-muzikanten. Op een bepaald ogenblik ben ik in Clejani beland, een klein dorpje vol met muzikanten. Toen ik hen hoorde en zag spelen besefte ik onmiddellijk dat dit een enorm internationaal potentieel kon hebben. Het was nog in het tijdperk van het Ceauşescu-regime, dus vrij rondreizen in Roemenië was niet vanzelfsprekend. Als de revolutie niet was uitgebroken, was ik misschien zelfs nooit naar Clejani teruggekeerd. Hoewel ik er absoluut geen ervaring mee had — ik was toentertijd muzikant — heb ik toen een eerste kleine tournee georganiseerd, en zo is alles begonnen."
Zowat alle leden van Taraf komen uit Clejani. Vertel eens iets meer over jullie dorp?
Ion 'Ionica' Tanase (cymbalom): "Clejani ligt op ongeveer 40 kilometer van de Roemeense hoofdstad Boekarest. Het is een piepklein dorpje met niet meer dan 4000 inwoners van wie zowat iedereen muzikant is."
Marin 'Marius' Manole (accordeon): "En Taraf is eigenlijk samengesteld uit de beste muzikanten van het dorp."
Jullie zijn nu al enkele jaren internationaal bekend. Heeft dat het leven in het dorp veranderd?
Marius: "Niet echt nee. De levenskwaliteit is een beetje verbeterd na de val van Ceauşescu, maar echt veel is er helaas niet veranderd."
Stéphane, in de voormalige Oostbloklanden krioelt het van de zigeunergroepen. Wat maakte Taraf net dat ietsje aparter voor jou?
Stéphane Karo: "Mijn grootvader baatte één van de eerste Hongaarse restaurants in Brussel uit en elke avond speelde daar ook een zigeunerensemble. Ik heb die muziek dus met de paplepel meegekregen. De muziek van Taraf riep bij mij onmiddellijk herinneringen op aan die periode. Nu ik ondertussen meer dan twintig jaar ervaring heb met deze muziek, weet ik dat, zoals je net zei, het in het voormalige Oostblok krioelt van de zigeunergroepen. Zigeunermuziek is de laatste tijd een ware hype aan het worden. Je hebt deejays die de hele avond niets anders dan die muziek draaien. Mijn ding is het niet echt, want op die party’s zie je zo goed als geen Roma."
Je hebt het daar over deejays als Shantel of Gaetano Fabri, die het genre bij de jeugd echt populair hebben gemaakt. Wat trekt die Westerse jongeren volgens jou zo aan in die muziek?
Stéphane Karo: "Shantel maakt vooral remixen. Hij steekt de traditionele zigeunermuziek in een nieuw jasje en dat doet hij eigenlijk vooral door er populaire elementen als beats en loops aan toe te voegen. Het is natuurlijk ook gewoon een modefenomeen; de hype van het moment. Na de val van de muur en de opening van de grenzen met het Oostblok, werd de zigeunermuziek ook plots heel toegankelijk. Eigenlijk heeft het allemaal niet veel te betekenen, want alles komt en gaat tenslotte. Vandaag is de zigeunermuziek misschien in de mode, maar de zigeuners zelf worden nog steeds gediscrimineerd en slecht behandeld. Een goed voorbeeld is het recente voorbeeld in Italië, waar een Roemeense jongen een vrouw vermoordde. Dat individuele feit, gepleegd door een Roemeen die niet eens van Roma-afkomst was, bracht daar een heuse klopjacht tegen de zigeuners op gang. Dat was puur op racisme gebaseerd en dat is toch iets wat we in het Europa van vandaag toch alleen maar schandelijk kunnen noemen!"
Hebben de talloze internationale tournees iets veranderd aan de vorm of de inhoud van de muziek van Taraf?
Marius: "Ja, absoluut. Bewijs is natuurlijk het project met de klassieke muziek voor het nieuwe album, maar ook Bulgaarse, Turkse en zelfs Jazzinvloeden zijn ondertussen in onze muziek te horen."
Stéphane Karo: "Op het productionele niveau zijn we gaan zoeken naar manieren om de muziek interessant te houden. We hebben de originele sound van Taraf iets gemoderniseerd als je wil, maar de basis blijft stevig geworteld in de zigeunertraditie. Wat ook een rol heeft gespeeld is dat we de laatste drie jaar evenveel veteranen uit de groep verloren zijn (Nicolae 'Culai' Neacşu, violist en vocalist, stierf in 2002, Ionel Manole, accordeonist, in 2003 en cymbalist Dumitru 'Cacurică' Baicu volgde in 2007, red.). De hele ruggengraat van de band is weggevallen op zeer korte tijd. Daarom hebben we ook gekozen om voor het nieuwe album iets totaal nieuws te proberen. Met de adaptatie van een aantal klassieke muziekstukken wilden we als het ware een nieuwe start nemen. Ik ben zeer tevreden met het uiteindelijke resultaat, maar het is een pak moeilijker gegaan dan we hadden ingeschat. Om nu jongeren te zien dansen op composities van meer dan honderd jaar oud is echt fantastisch! We moesten op zoek naar een manier waarop we tegelijk authentiek en vernieuwend konden zijn en ik denk dat we daar met Maskarada zeker in geslaagd zijn."
Tussen het vorige album, Band Of Gypsies, en Maskarada zaten een heel aantal jaren. Houden de leden van Taraf niet zo van de studio?
Ionica: "Nee, dat is het niet, we hebben gewoon heel lang moeten repeteren voor dit album (de leden van Taraf lezen blijkbaar geen noten, dus alle stukken moesten op gehoor worden ingestudeerd, red.). Alles bij elkaar hebben die repetities, die afwisselend in Brussel en Roemenië plaatsvonden, zowat anderhalf jaar in beslag genomen. We kenden totaal niets van klassieke muziek, dus dat had zijn tijd nodig."
De catalogus van de klassieke muziek is enorm. Hoe zijn jullie tewerk gegaan bij het selecteren van de composities die jullie voor het album wilden gebruiken?
Ionica: "Wel, Stéphane is bij ons met het idee komen aankloppen en we hebben dan al snel beslist om composities te zoeken van componisten die duidelijk beïnvloed werden door de folklore. Stéphane is ons dan komen opzoeken met een zak vol cassettes en cd’s. We zijn die dan één voor één gaan beluisteren en daaruit hebben we tenslotte een kleine selectie gemaakt."
Ionica, jij bespeelt de cymbalom, een typisch zigeunerinstrument.
Ionica: "Ja, de cymbalom is ongeveer honderdvijftig jaar geleden in Roemenië geïntroduceerd door de Roma. Zelf ben ik op zevenjarige leeftijd op de kleine cymbalum beginnen spelen en pas later op de grote concertcymbalom (Een cymbalom is een snaarinstrument dat behoort tot de plankzithers. Het wordt bespeeld met twee stokken waarvan de uiteinden meestal zijn omwikkeld. De in West-Europa voorkomende varianten worden hakkebord of hackbrett genoemd. Evenals de grote variant, de concertcymbalom, is de cymbalom een soortgenoot van de piano. Het voornaamste verschil is dat bij de piano een mechaniek is ingebouwd om de snaren aan te slaan, terwijl bij de cymbalom de bespeler dat zelf doet, red.). Je kunt het instrument op twee manieren bespelen, of je gebruikt Hongaarse akkoorden, of je volgt de Roemeense toonzetting."
Is het een moeilijk instrument om aan te leren?
Ionica: "Ik zou het zelfs een heel moeilijk instrument noemen want een concertcymbalom heeft maar liefst 280 snaren!"
Een van de populairste leden van Taraf de Haïdouks was de enkele jaren geleden overleden Neacşu. Hoe herinneren jullie je hem?
Ionica: "Hij is nu al vier jaar geleden overleden en we kunnen hem maar niet vergeten. De eerste maanden na zijn dood keken we tijdens onze optredens nog steeds naar rechts, de plaats waar hij altijd stond. Die leegte maakte ons zeer triest. Vandaag is dat verdriet voorbij, maar toch denken we nog elke dag aan hem. Hij heeft trouwens de meeste violisten die nu bij Taraf spelen nog viool leren spelen."
Vrij vertaald wil de naam 'Taraf de Haïdouks' eigenlijk zeggen 'bende vrijbuiters'. Waar hebben jullie die naam vandaan?
Marius: "Dat was een voorstel van Stéphane. Voordien hadden we eigenlijk geen groepsnaam. Wanneer we gevraagd werden om een trouwfeest op te luisteren, gebruikten we altijd de naam van de muzikant die het optreden geregeld had."
Treden jullie eigenlijk nog vaak in Roemenië zelf op?
Marius: "Niet echt nee. We spelen nog op een trouwfeest hier en daar, maar meer laat ons drukke tourschema eigenlijk niet toe."