Interview met Victor Démé op Sfinks Mixed
Het heeft geen haar gescheeld of we hadden hier in het Westen nooit van Victor Démé gehoord. Afgelopen zomer was hij zonder twijfel de grote West-Afrikaanse revelatie op meer dan één festival, maar als de jongens van Makasound/Soundicate hem niet net op het juiste moment hadden overgehaald zijn muziekcarrière nog een kans te geven had hij de rest van zijn dagen waarschijnlijk als kleermaker (het metier dat hij erfde van zijn vader) in Bobo-Dioulasso gesleten. Tijdens Sfinks Mixed konden we hem strikken voor een interview.Victor ben jij als muzikant als autodidact begonnen of heb je toch één of andere opleiding gehad?
Victor Démé: "Ik ben geboren in een familie van griots. Mijn grootmoeder was een bekende zangeres in Burkina (Faso, red.); mijn moeder ook, maar zij had minder met het commerciële circuit te maken en ze zong meestal op trouw- of doopfeesten. Dat kwam eigenlijk door mijn vader; hij was een vrij religieuze man en wou niet dat zijn vrouw zomaar eender waar of eender wat stond te zingen. Vanuit die achtergrond heb ik al vroeg muziek leren appreciëren en algauw merkte ik ook dat ik een muzikaal oor had; ik hoefde een nummer maar te horen om het de volgende dag al na te kunnen zingen. Mijn vrienden en de meisjes uit de buurt vroegen me al maar vaker om voor hen die of die hit eens te zingen en op een dag ben ik dan naar de muzikanten van Super Mande (in 1975 in Abidjan, Ivoorkust, door Abdoulaye Diabate opgerichte band met over de jaren enkele van West-Afrika’s grootste talenten — Salif Keita, Mory Kante, Kante Manfila, Ousmane Kouyate — in de rangen, red.) gestapt. Je moet je daarbij wel realiseren dat ik op dat ogenblik nog zomaar wat in het wilde weg improviseerde. Ze hadden dan ook vlug door dat ik wel talent had, maar dat ik technisch nog heel wat vooruitgang moest boeken. Om te oefenen heb ik dan een cassette me Congolese muziek meegekregen en zo heb ik langzaamaan geleerd om ritme en toonhoogte te respecteren. De eerste nummers die ik samen met de band bracht waren diezelfde Congolese tracks, maar vlug daarna ben ik samen met Abdoulaye Diabate aan mijn eigen composities beginnen werken. Op een bepaald moment voelde ik me niet echt meer thuis in Ivoorkust en ik besloot om terug te keren naar Burkina. Daar was er van een muziekscene geen sprake. In de hoofdstad heb ik dan de jongens van Suprême Comenba ontmoet en in die periode heb ik mezelf ook ingeschreven voor tal van wedstrijden, waarvan ik er trouwens verschillende gewonnen heb. Ik herinner me nog goed dat ik zo nog ooit een scooter gewonnen heb! (lacht) Tijdens die periode kreeg ik almaar meer steun en aanmoediging van het publiek, maar carriéregewijs leidde het allemaal tot niet al teveel. Er werden me veel valse beloftes gedaan en langzaamaan ben ik dan afgegleden naar het cabaretcircuit; in de lokale bars en cafés bracht ik nummers van grote artiesten als Mory Kante en Salif Keita. Dat leverde net genoeg geld op om van te leven."
In het Westen zal men jouw muziek waarschijnlijk onderbrengen bij de Mali blues.
Victor Démé: "Ja, en dat vind ik perfect. Je moet beseffen dat Burkina Faso en Mali buurstaten zijn en dus veel gelijkenissen vertonen. Alles wat in Burkina gebeurt, zie je evengoed in Mali terug en omgekeerd. Bovendien bevindt mijn geboortedorp zich op nauwelijks enkele kilometers van de grens."
Hoe komt het dat wij hier in het Westen ondertussen al zoveel verschillende Malinese artiesten kennen terwijl Burkina Faso vrijwel onbekend gebied blijft?
Victor Démé: "Muzikaal gesproken beginnen de dingen in Burkina pas nu te bewegen. We hebben een aantal grote muzikanten gekend, maar spijtig genoeg werd het metier van muzikant lange tijd als minderwaardig beschouwd. Als muzikant moest je in Burkina op weinig respect rekenen, meer dan een nietsnut was je niet. Gelukkig is dat allemaal beginnen veranderen na de machtsgreep van Thomas Sankara (Thomas Sankara was president van Burkina Faso van 1983 tot 1987. In augustus 1983 behoorde hij bij de groep militairen die president Ouédraogo en de groep van rechtse officieren ten val bracht. Er werd een Nationaal Revolutionaire Raad gevormd en Sankara werd voorzitter van de raad, president van de republiek en minister van Binnenlandse Zaken. Sankara betoonde zich een voorstander van een radicale koers en introduceerde het marxisme-leninisme als officiële leer. Op 4 augustus 1984 veranderde hij de landsnaam Opper Volta in Burkina Faso wat "land van de oprechte mensen" betekent. Op 15 oktober 1987 vond er een nieuwe staatsgreep plaats onder leiding van generaal Blaise Compaoré. Hierbij kwam Sankara 'per ongeluk' om het leven, red.)."
Zijn rol is dus zeker niet te onderschatten?
Victor Démé: "Neen, zeker niet. Hij begon bijvoorbeeld met het organiseren van de Nationale Week van de Cultuur en dankzij hem wordt de traditionele muziek vandaag eindelijk naar waarde geschat. Sankara legde vooral de nadruk op één nationale Burkinese identiteit. Het respect dat wij als Burkinese artiesten tegenwoordig genieten, hebben we aan hem te danken en daarvoor ben ik hem zeer dankbaar. Dat gezegd zijnde wil ik er nog wel aan toevoegen dat we nog een lange weg te gaan hebben; vooral op internationaal vlak is de Burkinese muziek nog zwaar ondervertegenwoordigd."
We hadden het net nog over de Mali blues, maar jij hebt je label Chapa Blues genoemd. Wat is precies die chapa blues?
Victor Démé: "In Burkina bestaat er een typische wijn op basis van gierst die chapalo heet. Het is een heel populair drankje dat iedereen kent en omdat ik toch in de bars en cafés begonnen ben, heb ik voor die naam gekozen."
Je zingt in het Dioulla…
Victor Démé: "Ja, al vanaf het begin. Ik zou graag in het Frans zingen, maar het lukt me gewoon niet. Hetzelfde geldt voor het Mandé trouwens."
Je begint nu ook concerten te geven in Europa, voor een publiek dat je teksten niet verstaat. Hoe ga je daarmee om?
Victor Démé: "Wat ik meestal doe is per nummer een korte uitleg geve voor ik het begin te spelen. Ik voel me wat verplicht om dat te doen, maar ik moet ook zeggen dat ik enorm veel voldoening haal uit de reacties van het publiek hier in Europa. Het inspireert me en geeft me de energie om het steeds maar beter te doen!"
Victor, bedankt voor dit interview.
Victor Démé: "Ik zou jullie moeten bedanken om je tijd en energie nog in die ouwe Démé te willen steken! (lacht)"
Victor Démé: "Ik ben geboren in een familie van griots. Mijn grootmoeder was een bekende zangeres in Burkina (Faso, red.); mijn moeder ook, maar zij had minder met het commerciële circuit te maken en ze zong meestal op trouw- of doopfeesten. Dat kwam eigenlijk door mijn vader; hij was een vrij religieuze man en wou niet dat zijn vrouw zomaar eender waar of eender wat stond te zingen. Vanuit die achtergrond heb ik al vroeg muziek leren appreciëren en algauw merkte ik ook dat ik een muzikaal oor had; ik hoefde een nummer maar te horen om het de volgende dag al na te kunnen zingen. Mijn vrienden en de meisjes uit de buurt vroegen me al maar vaker om voor hen die of die hit eens te zingen en op een dag ben ik dan naar de muzikanten van Super Mande (in 1975 in Abidjan, Ivoorkust, door Abdoulaye Diabate opgerichte band met over de jaren enkele van West-Afrika’s grootste talenten — Salif Keita, Mory Kante, Kante Manfila, Ousmane Kouyate — in de rangen, red.) gestapt. Je moet je daarbij wel realiseren dat ik op dat ogenblik nog zomaar wat in het wilde weg improviseerde. Ze hadden dan ook vlug door dat ik wel talent had, maar dat ik technisch nog heel wat vooruitgang moest boeken. Om te oefenen heb ik dan een cassette me Congolese muziek meegekregen en zo heb ik langzaamaan geleerd om ritme en toonhoogte te respecteren. De eerste nummers die ik samen met de band bracht waren diezelfde Congolese tracks, maar vlug daarna ben ik samen met Abdoulaye Diabate aan mijn eigen composities beginnen werken. Op een bepaald moment voelde ik me niet echt meer thuis in Ivoorkust en ik besloot om terug te keren naar Burkina. Daar was er van een muziekscene geen sprake. In de hoofdstad heb ik dan de jongens van Suprême Comenba ontmoet en in die periode heb ik mezelf ook ingeschreven voor tal van wedstrijden, waarvan ik er trouwens verschillende gewonnen heb. Ik herinner me nog goed dat ik zo nog ooit een scooter gewonnen heb! (lacht) Tijdens die periode kreeg ik almaar meer steun en aanmoediging van het publiek, maar carriéregewijs leidde het allemaal tot niet al teveel. Er werden me veel valse beloftes gedaan en langzaamaan ben ik dan afgegleden naar het cabaretcircuit; in de lokale bars en cafés bracht ik nummers van grote artiesten als Mory Kante en Salif Keita. Dat leverde net genoeg geld op om van te leven."
In het Westen zal men jouw muziek waarschijnlijk onderbrengen bij de Mali blues.
Victor Démé: "Ja, en dat vind ik perfect. Je moet beseffen dat Burkina Faso en Mali buurstaten zijn en dus veel gelijkenissen vertonen. Alles wat in Burkina gebeurt, zie je evengoed in Mali terug en omgekeerd. Bovendien bevindt mijn geboortedorp zich op nauwelijks enkele kilometers van de grens."
Hoe komt het dat wij hier in het Westen ondertussen al zoveel verschillende Malinese artiesten kennen terwijl Burkina Faso vrijwel onbekend gebied blijft?
Victor Démé: "Muzikaal gesproken beginnen de dingen in Burkina pas nu te bewegen. We hebben een aantal grote muzikanten gekend, maar spijtig genoeg werd het metier van muzikant lange tijd als minderwaardig beschouwd. Als muzikant moest je in Burkina op weinig respect rekenen, meer dan een nietsnut was je niet. Gelukkig is dat allemaal beginnen veranderen na de machtsgreep van Thomas Sankara (Thomas Sankara was president van Burkina Faso van 1983 tot 1987. In augustus 1983 behoorde hij bij de groep militairen die president Ouédraogo en de groep van rechtse officieren ten val bracht. Er werd een Nationaal Revolutionaire Raad gevormd en Sankara werd voorzitter van de raad, president van de republiek en minister van Binnenlandse Zaken. Sankara betoonde zich een voorstander van een radicale koers en introduceerde het marxisme-leninisme als officiële leer. Op 4 augustus 1984 veranderde hij de landsnaam Opper Volta in Burkina Faso wat "land van de oprechte mensen" betekent. Op 15 oktober 1987 vond er een nieuwe staatsgreep plaats onder leiding van generaal Blaise Compaoré. Hierbij kwam Sankara 'per ongeluk' om het leven, red.)."
Zijn rol is dus zeker niet te onderschatten?
Victor Démé: "Neen, zeker niet. Hij begon bijvoorbeeld met het organiseren van de Nationale Week van de Cultuur en dankzij hem wordt de traditionele muziek vandaag eindelijk naar waarde geschat. Sankara legde vooral de nadruk op één nationale Burkinese identiteit. Het respect dat wij als Burkinese artiesten tegenwoordig genieten, hebben we aan hem te danken en daarvoor ben ik hem zeer dankbaar. Dat gezegd zijnde wil ik er nog wel aan toevoegen dat we nog een lange weg te gaan hebben; vooral op internationaal vlak is de Burkinese muziek nog zwaar ondervertegenwoordigd."
We hadden het net nog over de Mali blues, maar jij hebt je label Chapa Blues genoemd. Wat is precies die chapa blues?
Victor Démé: "In Burkina bestaat er een typische wijn op basis van gierst die chapalo heet. Het is een heel populair drankje dat iedereen kent en omdat ik toch in de bars en cafés begonnen ben, heb ik voor die naam gekozen."
Je zingt in het Dioulla…
Victor Démé: "Ja, al vanaf het begin. Ik zou graag in het Frans zingen, maar het lukt me gewoon niet. Hetzelfde geldt voor het Mandé trouwens."
Je begint nu ook concerten te geven in Europa, voor een publiek dat je teksten niet verstaat. Hoe ga je daarmee om?
Victor Démé: "Wat ik meestal doe is per nummer een korte uitleg geve voor ik het begin te spelen. Ik voel me wat verplicht om dat te doen, maar ik moet ook zeggen dat ik enorm veel voldoening haal uit de reacties van het publiek hier in Europa. Het inspireert me en geeft me de energie om het steeds maar beter te doen!"
Victor, bedankt voor dit interview.
Victor Démé: "Ik zou jullie moeten bedanken om je tijd en energie nog in die ouwe Démé te willen steken! (lacht)"