Couleur Café 2011 - zondag
Het veelkleurige Couleur Café festivalterrein ontwaakte op de derde en finale festivaldag onder een stralende zon. De grimmige lucht van vrijdag en zaterdag moest plaats maken voor een helblauw firmament en de tropische temperaturen vormden de voedingsbodem van een crème van een festivalparfum bestaande uit zweet, verschaald bier, zonnecrème, exotische kruiden en wierook. Vrijdag en zaterdag zagen we een indrukwekkend aantal concerten voor onze neus (en lens) passeren en ook op zondag ging de queeste naar tropische klanken onverstoord verder. Tijd dus voor het derde luik van ons festivalverslag, dat naar goede gewoonte rijkelijk voorzien is van kijkmateriaal.In de schaduw van de Fiesta tent deed het Brusselse Jammin' Troopers een gooi naar een plaatsje onder de drukbezette mestizoparaplu. Aan hun enthousiasme zal het niet gelegen hebben, maar wat ons betreft misten ze die "edge". Op het Titan podium eindelijk eens een band die de volledige oppervlakte kon gebruiken. Onder de titel Band of Gypsies 2 slaan de twee strafste Balkan orkesten (Taraf de Haïdouks uit Roemenië en Kocani Orkestar uit Macedonië) de handen in elkaar en dat leverde muzikaal vuurwerk op. De typische Taraf sound (hitsige violen duellerend met de cymbalom) werd overstemd door kilo's koper(blazers) en dat werkte op de collectieve dansspieren: met stip het swingendste huwelijk in de Balkanscene. Netjes verstopt op de Move stage liepen we ook S.W.A.N. tegen het lijf die de hele dag door (met tussenpozen) hun bekende synth-soukous aan de man brachten. Een uiterst funky concept dat wat ons betreft een groter podium verdient.
Rond een uur of acht was de tropenzon nog steeds van de partij dus kon het volkje dat op Alborosie stond te wachten wat afkoeling gebruiken alvorens ze terug opgehitst werden door de naar Jamaica verkaste Sicilliaan. Alborosie weet als geen ander het evenwicht tussen roots reggae en dancehall te vinden en heeft het als niet-Jamaicaan toch tot een gerespecteerde reggaester geschopt. Z'n schijnbaar korte set sloot hij af middels een duet met de ranke I-Eye en Kingston town, één van zijn grootste hits. In de Univers tent werden alle reservemicro's en -kabels uit de flightcases gehaald in een poging om alle muzikanten van het prestigieuze project Congotronics vs. Rockers te accomoderen. De clash tussen bands als Kasaï Allstars, Konono N°1 en indie-rockers had een van de hoogtepunten kunnen worden en alhoewel het goed begon met een zweem soukous ging het al snel verwateren. Het trance-effect dat zo typisch is voor Congotronics ging verloren en hoe meer het concert vorderde, hoe meer we meer overtuigd werden van het idee om de rockers thuis te laten en de Congolese bands onderling het publiek te laten bezweren.
De vermoeidheid begon lichtjes de kop op te steken toen we ons terug een weg baanden naar de Univers tent, maar de explosieve latin van Calle 13 knalde ons klaarwakker. Ooit zijn ze als reggaeton bandje begonnen, maar daar is nog weinig van over gebleven. Aan een hels tempo rhymden de frontman en frontvrouw (al bleef die wat schuchter in de schaduw van haar hyperactieve compagnon staan) het ene nummer aan het ander. Als afsluiter viel onze vinger op Dub Incorporation (waardoor we Ojos de Brujo noodgedwongen aan onze neus voorbij lieten gaan), een band die ik ooit op Couleur Café 2006 ontdekte. Dit jaar kregen ze het hoofdpodium aangeboden en in no-time hadden ze de hele meute op de vingers. Hun aanstekelijke reggae groove en vooral het contrast tussen de snedige Franse rap en de oriëntaalse vocalen blijven het doen. En daarmee zette Dub Incorporation een punt achter een geslaagde 22ste editie van Couleur Café.