Interview met Anibal Velasquez @ Zuiderpershuis
In zijn thuisland Colombia is hij een levende legende en zowat iedereen in Latijns-Amerika kent zijn naam en toch is het pas nu dat ook wij accordeonkoning Anibal Velasquez op een podium te zien en vooral te horen krijgen. Wie het zinderende concert in het Antwerpse Zuiderpershuis gemist heeft kan dit weekeinde nog herkansen op het Afro-Latino festival in Bree. Opwarmen kunt u alvast met dit korte interviewtje!Anibal, jij staat in je thuisland Colombia bekend als "El Mago del Accordeon" ("de magiër van de accordeon", red.), maar dat instrument was daar toen jij pas begon te spelen nog niet echt populair.
Anibal Velasquez: "Ik heb de accordeon populair gemaakt in Colombia! Men luisterde in die periode bijna uitsluitend naar vallenato of merengue, genres die overigens op dat moment nog niet gecommercialiseerd of geïnternationaliseerd waren zoals vandaag. Ik ben die muziek dan beginnen naspelen op mijn accordeon en al snel kreeg ik navolging van een jongeman, Alfredo Guttierez genaamd (Colombiaans accordeonist en zanger die er in slaagde het Vallenato Legend Festival drie keer te winnen en sindsdien bekend staat als "the King of Kings", red.) en ondertussen is de accordeon zowat een standaardinstrument in de vallenato geworden."
We moeten het natuurlijk ook even hebben over de zogenaamde "guaracha de Anibal Velasquez". Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Anibal Velasquez: "Zoals ik al zei heb ik eigenlijk alleen maar een paar kleine wijzigingen aangebracht aan de al bestaande vallenato muziek, maar ik hoorde ook heel graag de Cubaanse guaracha zoals La Sonora Matancera die speelde. Ik wou ook zo muziek maken, maar dat was praktisch onmogelijk omdat zij heel veel blaasinstrumenten en trompetten gebruikten en ik niet hetzelfde kon doen met mijn accordeon. Maar toen op een dag mijn broer een ritme op zijn trommel speelde alsof hij op de bongo's bezig was, begon ik er in snel tempo accordeon over te spelen en zo is de "guaracha de Anibal Velasquez" ontstaan! (lacht)"
Jose, jullie komen uit een muzikale familie. Was het daar dat jullie de muziekmicrobe te pakken kregen of hebben jullie nog ergens een opleiding gevolgd?
Jose Velasquez: "Neen, het was eigenlijk onze oudste broer (Juan Velasquez, red.) die ons muziek leerde spelen. Hij speelde zelf percussie en wij keken veel van hem af. Daarna ben ik gaan drummen, maar mijn broer bleef me maar aansporen om te gaan zingen. Het was ook diezelfde broer die Anibal leerde accordeon spelen. Al vanaf mijn tiende ging ik al met Anibal op pad om hem te begeleiden. Hij zegt altijd dat ik zijn rechterarm ben en ik zeg dat hij mijn linkerarm is; alleen als we samen zijn zijn we compleet en godzijdank staan we nog steeds aan elkaars zijde!"
Hebben jullie in al die jaren nooit met elkaar overhoop gelegen?
Anibal Velasquez: "Neen, soms maken we wel eens ruzie om domme dingen, maar ernstig is dat nooit. Het zijn altijd onnozelheden, je kent dat wel. We lenen elkaar vaak geld bijvoorbeeld en daar komt dan geheid trammelant van achteraf. (lacht)"
Was de accordeon het eerste instrument dat je leerde bespelen?
Anibal Velasquez: "Neen, ik speel een heleboel instrumenten. Ik speel piano, gitaar en een tijdlang heb ik ook trompet gespeeld, maar door een letsel aan mijn lip ben ik daarmee moet stoppen. Omdat ik zoveel instrumenten kan bespelen, noemen ze mij ook wel eens "el polyfacetico" ("de veelzijdige", red.), maar ik ben natuurlijk vooral bekend als de tovenaar van de accordeon omdat ik een andere manier van spelen heb dan gebruikelijk is in de vallenato. Mijn stijl is tropischer, feestelijker en sneller van tempo dan de vallenato, passeo en merengue."
Naast de accordeon neemt de percussie ook een belangrijke plaats in in jouw muziek.
Anibal Velasquez: "Ik heb altijd in deze bezetting opgenomen. Normaal gesproken zit er in mijn muziek ook tuba, saxofoon en trompet, maar helaas wordt de band dan erg groot en zijn organistoren niet zo happig op het betalen van vliegtuigtickets en verblijfskosten voor zoveel muzikanten. (lacht) In de praktijk worden bands vaak beperkt tot 8 tot 9 personen, waardoor ik nu enkel met een trompettist tour. Ook elektrische gitaar en basgitaar zijn efficiënte instrumenten voor het begeleiden van accordeon, anders voel je het "gewicht" van mijn muziek niet."
Je staat nu opnieuw volop in de belangstelling dankzij de release van het compilatiealbum "Mambo Loco" door de mensen achter het Analog Africa label. Hoe heb je hen precies leren kennen?
Anibal Velasquez: "Mijn manager Carlos (Estrada, red.) heeft hen ontmoet tijdens het carnaval in Colombia en daar hebben ze me zien optreden. Zo hebben ze dan de hele carnavalsperiode met mij doorgebracht; waar wij ook maar moesten spelen, zij kwamen mee en stonden te dansen en te genieten."
Wat kan je ons vertellen over je geboorteplaats Barranquilla?
Anibal Velasquez: "Tja, wat zal ik daarover zeggen? Het is een zinderende en plezierige stad. De mensen zijn er heel feestelijk ingesteld en houden er van muziek. Vaak zet men er spontaan installaties op straat om muziek te luisteren en te feesten. Natuurlijk zijn er zoals in heel de wereld ook slechte mensen, maar in principe zijn de mensen er heel vriendelijk en gastvrij."
Je bent destijds Barranquilla ontvlucht omdat het een centrum van de marihuanamaffia begon te worden (Anibal leefde een kleine twintig jaar in Caracas, Venezuela, red.). Is dat tegenwoordig nog zo?
Anibal Velasquez: Die tijd is lang voorbij, je hebt in Baranquilla nog steeds mensen die hun stoute sigaretten roken, maar er is tegenwoordig veel meer controle en een veel strenger beleid."
Een van de vele producers waarmee je in je carrière samenwerkte was Antonio Fuentes, oprichter van het Discos Fuentes label (opgericht in 1934 in Cartagena, Colombia door Antonio Fuentes Estrada was Discos Fuentes het eerste Colombiaanse platenlabel en zou het een belangrijke rol spelen in de popularisering van Afrikaans geïnspireerde genres als cumbia, fandango en porro, red.)
Anibal Velasquez: "Ja, ik heb toch wel 4 of 5 LP's met hem opgenomen. Zijn label werd verdeeld over gans Latijns-Amerika en daardoor werd mijn muziek ook razend populair. Dat de mensen in Mexico onze liedjes nog steeds kunnen meezingen heb ik aan hem te danken."
Je hebt ooit nog een coverversie opgenomen van het nummer Dominique origineel van de Belgische Soeur Sourire (Jeannine Deckers, red.).
Anibal Velasquez: "Ja, dat is een heel verhaal. In die periode nam ik op voor Discos Tropical en Hilario, een Ecuadoriaan die in de studio werkte, liet me een 45-toeren-plaatje horen van Soeur Sourire en zei me: "Luister eens wat een prachtig nummer, denk je dat je dat zou kunnen aanpassen in jouw stijl?" Dat is precies wat ik gedaan heb en het nummer sloeg in als een bom! Nog steeds, 28 jaar na datum, wordt het nummer vaak aangevraagd! Heel mooi liedje. De zusters van de dominicanenorde zijn me trouwens nog komen opzoeken bij de platenfirma. Ze daagden op met een priester aan hun zijde en riepen me bij zich. Ik werd omhelsd en de priester gaf me zijn zegen, ze kusten mijn handen en bedankten me. Ik heb hen die dag nog een serieuze cheque kunnen overhandigen met het geld van de auteursrechten dat hen toekwam. Blij dat die waren! (lacht)"
Anibal Velasquez: "Ik heb de accordeon populair gemaakt in Colombia! Men luisterde in die periode bijna uitsluitend naar vallenato of merengue, genres die overigens op dat moment nog niet gecommercialiseerd of geïnternationaliseerd waren zoals vandaag. Ik ben die muziek dan beginnen naspelen op mijn accordeon en al snel kreeg ik navolging van een jongeman, Alfredo Guttierez genaamd (Colombiaans accordeonist en zanger die er in slaagde het Vallenato Legend Festival drie keer te winnen en sindsdien bekend staat als "the King of Kings", red.) en ondertussen is de accordeon zowat een standaardinstrument in de vallenato geworden."
We moeten het natuurlijk ook even hebben over de zogenaamde "guaracha de Anibal Velasquez". Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Anibal Velasquez: "Zoals ik al zei heb ik eigenlijk alleen maar een paar kleine wijzigingen aangebracht aan de al bestaande vallenato muziek, maar ik hoorde ook heel graag de Cubaanse guaracha zoals La Sonora Matancera die speelde. Ik wou ook zo muziek maken, maar dat was praktisch onmogelijk omdat zij heel veel blaasinstrumenten en trompetten gebruikten en ik niet hetzelfde kon doen met mijn accordeon. Maar toen op een dag mijn broer een ritme op zijn trommel speelde alsof hij op de bongo's bezig was, begon ik er in snel tempo accordeon over te spelen en zo is de "guaracha de Anibal Velasquez" ontstaan! (lacht)"
Jose, jullie komen uit een muzikale familie. Was het daar dat jullie de muziekmicrobe te pakken kregen of hebben jullie nog ergens een opleiding gevolgd?
Jose Velasquez: "Neen, het was eigenlijk onze oudste broer (Juan Velasquez, red.) die ons muziek leerde spelen. Hij speelde zelf percussie en wij keken veel van hem af. Daarna ben ik gaan drummen, maar mijn broer bleef me maar aansporen om te gaan zingen. Het was ook diezelfde broer die Anibal leerde accordeon spelen. Al vanaf mijn tiende ging ik al met Anibal op pad om hem te begeleiden. Hij zegt altijd dat ik zijn rechterarm ben en ik zeg dat hij mijn linkerarm is; alleen als we samen zijn zijn we compleet en godzijdank staan we nog steeds aan elkaars zijde!"
Hebben jullie in al die jaren nooit met elkaar overhoop gelegen?
Anibal Velasquez: "Neen, soms maken we wel eens ruzie om domme dingen, maar ernstig is dat nooit. Het zijn altijd onnozelheden, je kent dat wel. We lenen elkaar vaak geld bijvoorbeeld en daar komt dan geheid trammelant van achteraf. (lacht)"
Was de accordeon het eerste instrument dat je leerde bespelen?
Anibal Velasquez: "Neen, ik speel een heleboel instrumenten. Ik speel piano, gitaar en een tijdlang heb ik ook trompet gespeeld, maar door een letsel aan mijn lip ben ik daarmee moet stoppen. Omdat ik zoveel instrumenten kan bespelen, noemen ze mij ook wel eens "el polyfacetico" ("de veelzijdige", red.), maar ik ben natuurlijk vooral bekend als de tovenaar van de accordeon omdat ik een andere manier van spelen heb dan gebruikelijk is in de vallenato. Mijn stijl is tropischer, feestelijker en sneller van tempo dan de vallenato, passeo en merengue."
Naast de accordeon neemt de percussie ook een belangrijke plaats in in jouw muziek.
Anibal Velasquez: "Ik heb altijd in deze bezetting opgenomen. Normaal gesproken zit er in mijn muziek ook tuba, saxofoon en trompet, maar helaas wordt de band dan erg groot en zijn organistoren niet zo happig op het betalen van vliegtuigtickets en verblijfskosten voor zoveel muzikanten. (lacht) In de praktijk worden bands vaak beperkt tot 8 tot 9 personen, waardoor ik nu enkel met een trompettist tour. Ook elektrische gitaar en basgitaar zijn efficiënte instrumenten voor het begeleiden van accordeon, anders voel je het "gewicht" van mijn muziek niet."
Je staat nu opnieuw volop in de belangstelling dankzij de release van het compilatiealbum "Mambo Loco" door de mensen achter het Analog Africa label. Hoe heb je hen precies leren kennen?
Anibal Velasquez: "Mijn manager Carlos (Estrada, red.) heeft hen ontmoet tijdens het carnaval in Colombia en daar hebben ze me zien optreden. Zo hebben ze dan de hele carnavalsperiode met mij doorgebracht; waar wij ook maar moesten spelen, zij kwamen mee en stonden te dansen en te genieten."
Wat kan je ons vertellen over je geboorteplaats Barranquilla?
Anibal Velasquez: "Tja, wat zal ik daarover zeggen? Het is een zinderende en plezierige stad. De mensen zijn er heel feestelijk ingesteld en houden er van muziek. Vaak zet men er spontaan installaties op straat om muziek te luisteren en te feesten. Natuurlijk zijn er zoals in heel de wereld ook slechte mensen, maar in principe zijn de mensen er heel vriendelijk en gastvrij."
Je bent destijds Barranquilla ontvlucht omdat het een centrum van de marihuanamaffia begon te worden (Anibal leefde een kleine twintig jaar in Caracas, Venezuela, red.). Is dat tegenwoordig nog zo?
Anibal Velasquez: Die tijd is lang voorbij, je hebt in Baranquilla nog steeds mensen die hun stoute sigaretten roken, maar er is tegenwoordig veel meer controle en een veel strenger beleid."
Een van de vele producers waarmee je in je carrière samenwerkte was Antonio Fuentes, oprichter van het Discos Fuentes label (opgericht in 1934 in Cartagena, Colombia door Antonio Fuentes Estrada was Discos Fuentes het eerste Colombiaanse platenlabel en zou het een belangrijke rol spelen in de popularisering van Afrikaans geïnspireerde genres als cumbia, fandango en porro, red.)
Anibal Velasquez: "Ja, ik heb toch wel 4 of 5 LP's met hem opgenomen. Zijn label werd verdeeld over gans Latijns-Amerika en daardoor werd mijn muziek ook razend populair. Dat de mensen in Mexico onze liedjes nog steeds kunnen meezingen heb ik aan hem te danken."
Je hebt ooit nog een coverversie opgenomen van het nummer Dominique origineel van de Belgische Soeur Sourire (Jeannine Deckers, red.).
Anibal Velasquez: "Ja, dat is een heel verhaal. In die periode nam ik op voor Discos Tropical en Hilario, een Ecuadoriaan die in de studio werkte, liet me een 45-toeren-plaatje horen van Soeur Sourire en zei me: "Luister eens wat een prachtig nummer, denk je dat je dat zou kunnen aanpassen in jouw stijl?" Dat is precies wat ik gedaan heb en het nummer sloeg in als een bom! Nog steeds, 28 jaar na datum, wordt het nummer vaak aangevraagd! Heel mooi liedje. De zusters van de dominicanenorde zijn me trouwens nog komen opzoeken bij de platenfirma. Ze daagden op met een priester aan hun zijde en riepen me bij zich. Ik werd omhelsd en de priester gaf me zijn zegen, ze kusten mijn handen en bedankten me. Ik heb hen die dag nog een serieuze cheque kunnen overhandigen met het geld van de auteursrechten dat hen toekwam. Blij dat die waren! (lacht)"
Met dank aan Zulema Hechevarria Blanco voor de hulp bij de vertaling.