Manou Gallo in de Botanique


Voor Manou op de planken versheen, werd haar muzikaal levensverhaal op het witte doek geprojecteerd. Femme de rythme volgt de Ivoriaanse in haar soms verscheurend dubbel-leven in Brussel en Abidjan met live beelden van de piep-jonge Manou als percussioniste en haar eerste band Woya — met bijzonder hoog eighties gehalte. Onder de vele interviews was haar moeder zeker het vermakelijkst en haar "Une femme peut taper tam-tam" zal me waarschijnlijk het langst bijblijven.
Hoogtijd voor het muzikale luik dat na de film gelukkig niet lang op zich liet wachten. Haar (volledige blanke) begeleidingsband stak van wal, waarna Manou al gauw voor de aanstekelijke funky touch zorgde. Bijzonder funky. Het hele concert door verraste ze me telkens weer opnieuw met haar diepe en tegelijkertijd ritmische baslijnen — en aan de aanwezigheid van partituren bij de drummer te merken, aardig complexe ritmes. Das was misschien ook de reden waarom het publiek ietwat schuchter aan het heupwiegen was. Voor ingetogen nummers als I.O.A. ruilde ze haar bas voor een akoustische gitaar waarna ze terug de swingende toer opging met Denisihe en het hitwaardige Iniyi uit haar eerste solo-plaat Dida. Afwisselend, funky, intrigerend ritmisch plus het aanstelijke enthousiasme van Manou Gallo: de afwezigen hadden wederom ongelijk!
Na afloop wist ik nog een examplaar van haar titellooze tweede CD op de kop te tikken, waarover later meer ;-).