Habib Koité - Afriki
Door Habib Koité nog eens voor te stellen zouden we ons lezerspubliek wellicht onrecht aandoen. De voormalige gitaarleraar uit Bamako is immers uitgegroeid tot één van de grootste Westafrikaanse sterren — misschien nog meer in de VS dan in Europa —, passeert geregeld langs de vlaamse culturele centra, en krijgt dan ook de nodige aandacht op tropicalidad.be. Koité is op dit moment op tournee door ons land — wij zagen hem onlangs in de Roma — om zijn nieuwe CD Afriki voor te stellen, hoog tijd dus om die even onder de loep te nemen.Koité is geen veelschrijver. De laatste studio CD dateert uit 2001, een wachttijd die slechts deels verlicht werd door de live dubbel-CD Fôly uit 2004 (en die dankzij de mooie en goed gedocumenteerde uitgave in boekvorm en de handtekening in viltstift op de cover van een optreden in Bierbeek (of all places) nog steeds één van de favoriete trofeeën in mijn platenkast is). Maar de zin voor detail en afwerking straalt ook van Afriki af.
De line-up is bekend. Bamada is sinds 1988 de vaste begeleidingsband van Koité, en met oermuzikanten als Kélétigui Diabaté (balafoon) en Mahamadou Koné (talking drum) hoeft dat voor mij niet te veranderen. Daarnaast krijgen we een gastenlijst met onder meer Pee Wee Ellis, de James Brown veteraan die we ook van Toumani Diabaté kennen. Hij verzorgt de hoorn-arrangementen in Afrika. Voor het eerst krijgen we het gezelschap van vrouwelijke backing vocals (op Neri en Massake). Ook de structuur van de CD lijkt op de vorige: een meerderheid van rustig kabbelende, bedachtzame songs met knap gitaarwerk en gracieuze zanglijnen, een zeldaam uptempo nummer (Masaké), een subtiel reggae-achtig tegenritme in N'ba, een tradioneel nummer met handdrum en hoorns (Nta Dima), en een contemplatief akoestisch nummer als afsluiter.
Als je iets op Afriki kan aanmerken is het wellicht dat gebrek aan vernieuwing. En dat Koité mischien wat te veel op een brede publiek mikt. De plaat klinkt inderdaad erg smooth, en bij momenten een tikkeltje melig. Maar Koité's pentatonisch gitaarspel is ontegensprekelijk knap en hij weet als geen ander traditionele Malinese klanken te integreren in westerse songstructuren. Daarmee bereikt hij een breed publiek, en daar is niets verkeerd mee. Temeer daar zijn boodschap even geëngageerd en actueel blijft...