door
tim | 24 april 2018 |
Plaatjes |
De Mexicaanse zwarte haan heeft weer gekraaid en dat leverde deze
Mambo Cosmico op. Lieten de heren van
Sonido Gallo Negro zich voor hun vorige albums nog inspireren door Latijns- en Midden-Amerikaanse mythologieën, dan steken ze deze keer de oceaan over en slaan een kosmische brug naar de godenwereld van het Oude Egypte en Mesopotamië (de afbeelding van
Toth, de Egyptische god van god van de maan, de magie, de kalender, de schrijfkunst en de wijsheid, op de hoes van
Mambo Cosmico, titels van nummers als
Mambo Egipcio en
Cumbia Ishtar, een verwijzing naar
Isjtar of Astarte, de Mesopotamische godin van de vruchtbaarheid, de liefde, oorlog en sex). De cumbia sonidera, huayno, boogaloo en chicha van op voorganger
Sendero Mistico wordt aangevuld met genres als mambo, chachacha,
porro en
danzon, natuurlijk nog steeds overgoten met die psychedelische saus die de band zo eigen is. In de tracklist 9 eigen composities en twee covers:
Tolú, een porro van de Colombiaan
Lucho Bermudez uit de jaren vijftig van de vorige eeuw, en
żQuien Sera?, een Mexicaanse mambo van bandleider
Pablo Beltran Ruiz. Het opzwepende
La Danza De Los Diablos werd door de bandleden opgedragen aan
Gaspar Yanga, de Afrikaanse leider van de slavenopstand in 1570 in het gebied van Córdoba en Orizaba in centraal Veracruz in Mexico. Het is trouwens niet de enige verwijzing naar Veracruz op het album, want
Catemaco, een Mexicaanse cumbia, is een ode aan
het aan een lagune gelegen stadje dat bekendstaat als een verzamelplaats voor tovenaars en sjamanen en waar alle soorten holistische geneeskunde worden toegepast.
La Foca Cha Cha is dan weer een eerbetoon aan de koning van de Mexicaanse mambo,
Perez Prado, bijgenaamd cara é foca (vrij vertaald: "zeehondengezicht"). Ook afsluiter
Danzon Fayuquero, een nummer dat wordt opgedragen aan: "…todos los fayuqueros de Tepito…" verdient nog een woordje uitleg. De term fayuquero kan je vertalen als "smokkelaar" en de barrio in Mexico-City waar al die smokkelwaar samenkomt, is
Tepito met de vlakbij gelegen chachacha, mambo en danzon-tempel Salon Los Angeles. Met
Mambo Cosmico levert Sonido Gallo Negro opnieuw een uiterst intrigerend trippy album af.
www.glitterbeat.com |
www.xmd.nl
door
tim | 24 april 2018 |
Plaatjes |
Abdul & The Gang, een duidelijke knipoog naar de Amerikaanse funkband
Kool & The Gang, is het geesteskind van Abou Ben Salem aka. Abdul. Geboren in
Boudnib, een klein dorp in het oosten van Marokko vlakbij de grens met Algerije en het stadje
Errachidia, groeide Abou op met de gnawa-rituelen van
Merzouga. Ben Salem komt uiteindelijk in Parijs terecht, maar gebeten door het muziekvirus zoekt hij gelijkgestemde zielen en komt zo bij
Babeloued Sound, een fusionband die genres als gnawa,
seggae (een mix van sega en reggae), ska en jazz tot een funky geheel breit, terecht. Na een poosje besluit Abou echter zijn eigen weg te gaan en Abdul & The Gang is geboren. In dat eigen muzikale universum laat Abdul de ritmes van Maghrebijnse genres als
gnawa (
Ksar Souk, de bijnaam van Errachidia en dus een ode aan Abdul's geboortegrond, dat ergens halverwege overvloeit in psychedelische rock) en
chaabi moeiteloos overvloeien in funk (opener
Labesse, vrij vertaald: "Alles gaat goed!", titelnummer
Chibani, vrij vertaald "de ouderling", en een eerbetoon aan de ouderlingen in Abou's geboortedorp Boudnib, die hem lieten kennismaken met de krakebs en de
bendir), hip-hop (
Interlude Ba Sidi, een ode aan Abou's grootvader) of afrobeat (
El Cazaoui) en wisselt hij zelf vocaal af tussen Arabisch en Frans. Voor
Interlude Kibida schakelde Abdul dan weer zijn dochter Inčs in die
La Nuit N'est Jamais Complčte, een gedicht van de Franse surrealistische dichter
Paul Eluard voordraagt, en in
Innocent, een hommage aan Nelson Mandela hoor je dan weer de stem van de iconische Zuid-Afrikaanse leider. Geslaagd debuut en concept!
Lees verder
door
tim | 22 april 2018 |
Interviews |
Op 4 mei aanstaande presenteert
Botanique in het kader van
Les Nuits een heerlijke dubbelaffiche met
Mulatu Astatke en het
Senegalese
Orchestra Baobab. Als opwarmertje alvast onderstaand interview met tenorsaxofonist Issa Cissokho voor
hun concert vorig jaar in De Roma.
Lees verder
door
tim | 21 april 2018 |
Plaatjes |
Hoewel wij de man ondertussen al minstens een half dozijn keren aan het werk gezien hebben op één of ander festival, hebben we de discografie van de Frans-Servische regisseur, acteur en muzikant
Emir Kusturica en zijn No Smoking Orchestra niet echt op de voet gevolgd. Op de hoes van deze
Corps Diplomatique, de eerste release van de band sinds het uit 2007 daterende
Time Of The Gypsies, is het gezelschap uitgedost in Mexicaanse mariachi-kostuums. Mariachi muziek moet u echter niet meteen verwachten, wel de gebruikelijke grensoverschrijdende anarcho-Balkan waar Kusturica ook live het mooie weer mee maakt. De intro van opener
Scared Of Dental Drills begint met het geluid van een
mondharp en gefluit, en zou dus zo uit één van de spaghettiwesternsoundtracks van
Ennio Morricone kunnen komen. Voor het toepasselijk getitelde
Tarantella geven Emir Kusturica And The No Smoking Orchestra een Balkan-interpretatie van een Italiaanse
tarantella (
From Chicago To Milano is van eenzelfde orde), het in het Servisch gezongen
Mila Gora is dan weer heerlijke Balkan-jazz. Voor
Cerveza, een ode aan het gouden vocht, schakelt Emir zelfs over naar het Spaans, en in
Hamburger Versa Kebab, bezingt Kusturica zijn voorliefde voor de kebab. In het feestelijke
Fuck You MTV moet de Amerikaanse muziekzender MTV het ontgelden en hoorden we flarden van de
Bolero van
Maurice Ravel, maar net zo goed een stukje stevige metal. Afsluiten doen Emir Kusturica And The No Smoking Orchestra met hun interpretatie van
Maria Cervantes, een nummer van mambo-koning
Tito Puente.
www.thenosmokingorchestra.com |
www.hyp-label.com
door
tim | 12 april 2018 |
Plaatjes |
Wij leerden de Finse accordeonist
Markku Lepistö kennen als de ene helft van duo
Lepistö & Lehti, maar op deze
Solos is alleen 's mans accordeon te horen (enige uitzondering is
Kirkkaus, waarin ook vogelgeluiden te horen zijn). Dat klinkt de ene keer filmisch (de steeds meer crescendo gaande opener
Minima 1), dan weer bijna sacraal (
Silta) of melancholisch (
Minima 2) en elders weer licht jazzy (
Concerto Diatonique). Markku Lepistö bewijst met 'Solos' dat het accordeon niet het saaie oubollige instrument is waarvoor het vaak versleten wordt.
www.markkulepisto.com |
www.xmd.nl
door
tim | 12 april 2018 |
Plaatjes |
Van alle niet westerse genres wordt wellicht nog het felst geëxperimenteerd met de Ethio-jazz, en deze
Yene Alem ("mijn wereld") van duo
Etenesh Wassie (vocals) en
Mathieu Sourisseau (akoestische bas) is zeker geen uitzondering. Het duo combineert de traditionele
azmari vocalen van Etenesh met het basgeluid van Mathieu, een Franse muzikant met wortels in de free jazz en alternatieve rock (onder andere bij de jazz en fusion band Le Tigre des Platanes). Voor dit album haalde het duo er bovendien ook nog celliste
Julie Läderach bij. Het resulteert in een modernistisch album waarbij de traditie van Wassie botst met naar noise nijgende muziek van Sourisseau en het modern klassiek van Läderach. Origineel maar geen spek voor ieders bek. Eentje voor durvers en fijnproevers dus.
www.budamusique.com |
www.eteneshwassie.wixsite.com |
www.xmd.nl
door
tim | 12 april 2018 |
Plaatjes |
Na het plotse overlijden van accordeonist en Malagassisch muziekicoon
Régis Gizavo in de zomer van vorig jaar, werd
Toko Telo plots gereduceerd van een trio naar een duo. De toenmalige concertenreeks werd afgewerkt als eerbetoon aan Gizavo, en daarna moest er aan een eventuele toekomst gedacht worden. Na rijp beraad besloten gitarist/vocalist D'Gary en vocaliste/percussioniste Monika Njava om Toko Telo als eerbetoon aan Régis toch in leven te houden, maar je kunt jezelf natuurlijk niet "groep van drie" noemen en als duo blijven optreden, dus werd jazzgitarist Joël Rabesolo, eveneens actief bij
Malagasy Guitar Masters, aan boord gehaald en het hoeft geen betoog dat de gitaar dus een grotere rol krijgt toebedeeld op dit nieuwe album. Albumtitel
Diavola verwijst niet naar de gelijknamige pikante pizza, maar is Malagassisch voor "de maan". In het gelijknamige titelnummer bezingt het trio wat mensen zoal uitspoken eens het nacht wordt en de maan de plaats van de zon inneemt. Een indirect eerbetoon aan Régis Gizavo is er nog met het door de man geschreven
Mpembe, een nummer over een traditioneel raadspel dat nog vaak gespeeld wordt in Madagaskar.
Oka Niny, dat zich laat vertalen als "ga ervoor meid", zou de lokale hymne van de #MeToo beweging in Madagaskar kunnen zijn en ook in
Zaza Somondrara ("jong meisje") heeft Monika Njava het over jonge Malagassische meisjes die tegen de lokale tradities in steeds meer vrijheden beginnen opeisen. Onze persoonlijke favoriet op
Diavola is echter de instrumentale afsluiter
Ndreto Zahay ("wij zijn hier"), waarin de twee gitaarhelden al hun kunnen bovenhalen in een soort Malagassische versie van
Dueling Banjos.
Lees verder