Copacobana festival 2015 op zondag
Lees verder
Afgaande op de hoes van Pat Thomas & Kwashibu Area Band zou Pat Thomas een Afrikaanse tweelingbroer van Isaac Hayes kunnen zijn, maar met diens southern soul heeft de muziek van de Ghanees niets te maken. In eigen land is Pat Thomas niets minder dan een highlife legende en wordt hij “the golden voice of Africa genoemd”. Voor dit titelloze album stelde Thomas niet alleen de vijfkoppige band Kwashibu Area Band samen, maar wist hij ook veteranen als Ebo Taylor (de twee deelden een muzikaal verleden bij bands als Sweet Beans, Broadway Dance Band of Stargazers), Tony Allen, Osei Tutu (trompettist bij Hedzoleh Sounds) en bassist Ralph Karikari (The Noble Kings) te overtuigen een handje toe te steken. De tracklist van Pat Thomas & Kwashibu Area Band is een mengeling van herwerkte classics van Thomas (Gyae Su, Odo Adaada, Mewo Akoma) en nieuwe nummers. Kwashibu Area Band saxofonist Ben Abarbanel-Wolff wilde de songs van Thomas naar eigen zeggen vooral een vintage jaren zeventig vibe geven en daarom werd voor de opnames van het album enkel analoog gebruikt. Ook de hoesillustratie van het album, het werk van Lewis Heriz, verwijst terug naar de jaren zeventig van de vorige eeuw. Uitstekend eerbetoon aan de gouden jaren van de highlife, dat wellicht voor de internationale doorbraak van Pat Thomas zal zorgen.
Sulle Rive Del Tango begon in 2005 als een initiatief van een aantal gelijkgestemde zielen in Napels die, eerst door het organiseren van evenementen en later gevolgd door het samenstellen van compilaties met daarop hun favoriete tracks en artiesten, een eerbetoon wilden brengen aan het tangogenre. Voor wie de connectie tussen Italië en de tango niet meteen ziet, vergeet niet dat zowat 60% van de Argentijnse bevolking afstamt van Italiaanse migranten. Met deze Aniversario, een soort Best Of van de populairste tracks uit de eerste drie volumes van hun compilatiereeks waarvan het eerste deel verscheen in 2008, viert de organisatie, ondertussen zowel actief in Napels als in Milaan en Barcelona, haar tienjarig jubileum. In de tracklist een hoop namen die bij ons nog geen belletje doen rinkelen (ondergetekende had het vooral voor het minimalistische Little Story van Motion Trio, Peliculas, waarvoor Demoliendo Tangos een aantal klassiekers uit de filmmuziek een tangobehandeling gaf, en de jazzy wat naar Paolo Conte nijgende piano-vibes van Vinicio Caposella, maar gaat u zeker zelf op ontdekkingstocht), maar net zo goed bekende gezichten als La Kinky Beat, Rupa & The April Fishes (Neruda, een eerbetoon aan de Chileense dichter Pablo Neruda), Boris KovačBoris Kovač en Goran Bregovic. Fascinerende en bij momenten bloedmooie compilatie.
Ester Rada is een Israëlische zangeres/actrice van Ethiopische afkomst die met dit titelloze album haar langspelerdebuut aflevert. Rada weet op intrigerende wijze - zelf verwijst ze graag naar voorbeelden als Nina Simone, Erykah Badu en Billie Holiday - soul, r&b, funk, hip-hop (No More), reggae (Sorries, No More) en Ethio-jazz (check zeker eens Ester's versie van Muluken Melesse's Nanu Ney) met elkaar te verzoenen en dit album zal wellicht net daarom zowel liefhebbers van urban genres als een wereldmuziek-minnend publiek aanspreken.
Kanaku Y El Tigre is zo één van die bands waarvan wij ons afvragen of ze wel op deze pagina's thuishoren. Ja, dit is een Peruviaanse band, maar dan wel eentje met een zeer Westers aandoende sound, een sound die ons nog het meest aan een Peruviaanse versie van Blur doet denken (Nunca Me Perdi, Quien Se Queda Quien Se Va). Voor Quema Quema Quema liet de formatie rond Nicolás Saba en Bruno Bellatín zich naar eigen zeggen inspireren door de Jack Kerouac klassieker On The Road en kregen ze onder andere versterking van de Spaanse actrice Leonor Watling, de Peruviaanse singer-songwriter Pamela Rodriguez en Cecimonster Vs. Donka-frontman Sergio Saba. De CoBrA-achtige hoesillustratie is tenslotte het werk van de Argentijnse graficus en cartoonist Ricardo Liniers. Bands als Kanaku Y El Tigre bewijzen dat de grenzen van de wereldmuziek alsmaar waziger worden.
Het Catalaanse Slow Walk Music label, dat ons al eerder liet kennismaken met Alma Afrobeat Ensemble en Nakany Kante, stelt deze keer het langspelerdebuut van Moya Kalongo voor. Eerder dan als afrobeat laat de sound van deze zeskoppige formatie uit Barcelona, waarvan de verschillende leden hun sporen verdienden bij artiesten als Mala Rodriguez, Manu Chao, Cheikh Lô, La Troba Kung-Fu en Wagner Pa, zich beter omschrijven als afro-funk. Ook het feit dat vocalist Simonal Bie afkomstig is uit Mozambique, draagt ertoe bij dat Reload een lichtjes andere klankkleur heeft dan we van dit soort producties gewend zijn. Naast acht stomende tracks krijgt u er als uitsmijter nog twee remixen van de hand van Professor Angel Sound (aka. Paco Jones) en DJ Panko van Ojos De Brujo bovenop.
Ondergetekende leerde de Senegalese kora-speler Seckou Keita kennen dankzij zijn samenwerkingsproject met de Welshe harpiste Catrin Finch en het daaruit voortgevloeide Clychau Dibon album uit 2014. Een toevalstreffer zo blijkt, want het was aanvankelijk kora-grootmeester Toumani Diabate die voor het project had toegezegd. Voor deze 22 Strings koos Seckou echter voor een heel andere aanpak en het album, opgenomen in Keita's kelderstudio in zijn huis in Nottingham, is dan ook een solo-prestatie in de meest letterlijke betekenis, want meer dan Keita's kora en stem (If Only I Knew, Kana-Sila, Mandé) krijgt u op dit schijfje niet te horen. Over dit zeer persoonlijke project, zegt de Senegalese muzikant zelf het volgende: "I've always wanted to do a solo album; a solo album that really means a solo album. On this album I wanted to bring the kora back to its own land, where it really sort of belongs. This is the solo album I was waiting for." Zoals aan zowat alles op het Afrikaanse continent is ook aan het ontstaan van de kora een legende verbonden. Toen de griot Djeli Mady Wuleng eeuwen geleden door het bos wandelde, hoorde hij plots een hemels geluid. Wuleng ging op zoek en vond een djinn die een wonderlijk snaarinstrument bespeelde. Betoverd door de klanken die hij hoorde, besloot de griot de djinn te vangen en zijn instrument te stelen. Na het beluisteren van het uiterst intieme 22 Strings kunnen we ons daar eerlijk gezegd wel iets bij voorstellen. Het instrument zou oorspronkelijk 22 snaren geteld hebben, maar na de dood van Wuleng werd uit respect één snaar verwijderd. Enkel in Senegal en Guinee-Bissau wordt de 22-snarige versie nog steeds gebruikt. Voor Seckou Keita verwijst die extra snaar naar zijn thuis, de plaats waar zijn hart vertoeft.
Brooklyn Gypsies is een project waarvoor producer en multi-instrumentalist Takuya Nakamura (aka. Brooklyn Gypsy) muzikanten uit Spanje, Japan, Rusland en de Verenigde Staten rond zich verzamelde. Het eerste resultaat van hun samenwerking is deze Sin Fronteras waarvoor de Brooklyn Gypsies invloeden uit jazz (Fafisa), flamenco (opener Camels Of Blue), de Arabo-Andalusische muziektraditie (Zeina, titelnummer Sin Fronteras), reggae/dancehall (BK Gypsy Dancehall met Bajah van Dry Eye Crew, Kunta Baba), dub en zigeunermuziek tot een aanstekelijk geheel mixen. De sound van Brooklyn Gypsies riep bij ondergetekende meteen herinneringen op aan het repertoire van Ojos De Brujo, maar ook Watcha Clan of Transglobal Underground zijn namen die te binnen schieten. Vertaald uit het Spaans betekent Sin Fronteras "grenzeloos" en dat is precies wat echte wereldmuziek hoort te zijn!
Antimufa (vrij vertaald iets als "remedie voor een slecht humeur") is een kwartet van Argentijnse expats uit Amsterdam dat probeert om genres als tango, milonga en Argentijnse folklore in een nieuw jazzy jasje te steken. Op de hoes van New Ways Of Argentinean Music kijken Argentijnse groten als Atahualpa Yupanqui, Mercedes Sosa, Carlos Gardel of Osvaldo Pugliese alvast goedkeurend toe. Enigszins opvallend daarbij is dat in het instrumentarium van Antimufa in de verste verte geen bandoneon terug te vinden is, maar het is klarinettist en saxofonist Natalio Sued die die arrangementen voor zijn rekening neemt. Hoewel Antimufa vooral een jazzpubliek zal aanspreken, is dit soort jazzy muziek met een Latijns-Amerikaanse toets voor ondergetekende de ideale soundtrack om op zondagochtend je bed bij uit te komen (of net niet natuurlijk).
Eerder dan meteen voor een opvolger van Fatou te gaan, koos Fatoumata Diawara voor een samenwerkingsproject met Roberto Fonseca, een Cubaanse pianist die ze leerde kennen in de New Morning jazz club in Parijs. De muzikale chemie tussen het tweetal leverde meteen vonken op en dat resulteerde uiteindelijke in een gezamenlijke tournee en deze At Home, Live In Marciac op, een registratie van een concert dat het duo gaf op het Franse Jazz In Marciac festival in 2014. Vijf nummers, daarmee moet u het stellen, maar dat volstaat om de sfeer te vatten die u tijdens een concert van Diawara en Fonseca mag verwachten. In principe is dit natuurlijk het zoveelste Cuba meets Mali project, maar Fatoumata en Roberto geven hun nummers een heel eigen jazzy en funky invulling zodat At Home toch niet meteen aan gelijkaardige projecten uit het verleden doet denken.
In 2011 verscheen Balcony Go Crazy het debuutalbum van het Nederlandse zigeuner- en klezmer-ensemble Balcony Players. Niet veel later vertrok de band op muzikale ontdekkingsreis door Europa, met zelfs uitlopers naar Brazilië en de Verenigde Staten. Daarbij probeerde de band steeds al spelend uit de kosten te komen en de indrukken die die fantastische road trip achterliet verwerkten ze op dit album. Ook van de verpakking van Balcony Adventures Around The World hebben de Balcony Players werk gemaakt: net als hun debuutalbum verschijnt ook deze opvolger in een mooi geïllustreerd en volledig milieuvriendelijk kartonnen doosje (voor de geïnteresseerden: gemaakt van 100% gerecycleerde materialen naar een gepatenteerd ontwerp van het Zweedse www.jakebox.com) en in de liner notes krijgt u een gedetailleerd relaas van de ups en downs tijdens hun reis.
De Servische zanger en multi-instrumentalist Igor Vince toerde jarenlang met bekende wereldmuzieksterren als Fatoumata Diawara, Tony Allen of Femi Kuti, maar besliste in 2011 om zich toe te leggen op een eigen carrière. Met zijn langspelerdebuut bewijst Vince nu dat afrobeat en reggae net zo goed uit de Balkan kunnen komen. Opener en titelnummer Let's Do It, waarvoor Igor het gezelschap kreeg van Femi Kuti, is meteen ook het vetste nummer uit de tracklist en Vince is dan ook niet te beduusd om de man nog eens uitgebreid te bedanken in Thank You Femi. Muzikaal gezien is er niets aan te merken op Je Ne Suis Pas Du Tout Simple, maar waarom Igor absoluut een flard Frans in dit nummer wilde is ons een raadsel en dit is dan ook de enige misser uit de tracklist. De reggaetoer gaat Igor dan weer op met Find Love, een duet met de Jamaicaan Tommy T (niet te verwarren met Thomas 'Tommy T' Gobena, bassist bij zigeuner-punk formatie Gogol Bordello), en ook van Sve Je U Redu ("alles is ok") nam een reggaeversie op. Voor liefhebbers van salsa en andere Latin-genres is er tenslotte nog Que Voy Hacer Si Me Faltas. Afwisselend debuut van een Servische wereldburger.
De thuisbasis van Palenque La Papayera mag dan het Zwitserse Genève zijn, deze band klinkt op en top Colombiaans en riep bij ondergetekende meteen herinneringen op aan het repertoire van Toto La Momposina. Als we Wikipedia mogen geloven gaat de term "papayera" terug tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen de meeste (religieuze) feesten in Barranquilla, de grootste stad in de noordelijke Caraïbische regio van Colombia, nog opgeluisterd werden door de Banda de Música de la Policía Departamental of het lokale politieorkest. Die traden steeds op uitgedost in felgroene parade-uniformen, een kleur die de inwoners van Barranquilla associeerden met de papajaboom en het gezang van de grijze saltator - in Colombia "papayero" genoemd - die vaak in de papajabomen is terug te vinden. Tegenwoordig wordt de term gebruikt om feestorkesten aan te duiden die voornamelijk gebruik maken van koperblazers en percussie. De genres die een papayera brengt kunnen uiteenlopen, maar wat Palenque La Papayera betreft zijn dat cumbia, porro, puya (vergelijkbaar met vallenato) en fandango. Fiesta Colombiana super chevere!
Voor TwoManTing (niet te verwarren met Two Man Sound, één van de talrijke projecten van muzikale duizendpoot Lou Deprijck) sloegen Jah-man Aggrey en Jon Lewis de handen ineen. De Sierra Leoonse percussionist en de Britse gitarist leerden elkaar kennen toen ze beiden nog deel uitmaakten van Le Cod Afrique, een Engelse wereldmuziekband. Met een repertoire dat bestaat uit maringa of palm-wine (Fatou, Push Mek Ar Pass, Ar Lek U...), highlife (Jomp En Tonorbur, O Dar Bor/Goodbye Song) en reggae (Righteous Man, Guns Of Brixton), verkent het duo vooral de muzikale wortels van Aggrey. De opvallendste tracks uit Say What? zijn opener Fatou, zowaar een ode aan Fatoumata Diawara, Guns Of Brixton, een niet onaardige cover van het gelijknamige nummer van The Clash, en Ask Me, waarin Jah-man terecht de vraag stelt waarom het altijd weer over de burgeroorlog moet gaan als er over Sierra Leone gesproken wordt.