door
tim | 24 maart 2018 |
Plaatjes |
Wie herinnert zich nog de tijd dat er nog vinylplaten verschenen met maar drie of vier nummers op (denk Fela Kuti of in de reggae Ijahman Levi), maar om dat nu nog aan te durven moet je toch lef hebben, maar daar lijkt het het Zuid-Afrikaanse
BCUC of Bantu Continua Uhuru Consciousness zeker niet aan te ontbreken. Met als motto: "Music fort he people, by the people, with the people!", mixt de zevenkoppige bende ongeregeld uit
Soweto Zuid-Afrikaanse muziek uit de shebeens (bars in de zuid-Afrikaanse townships), de lokale kerktraditie en traditionele rituelen met funk, raps en een rock-'n-roll attitude, een sound die ze zelf "Africangungungu" doopten en waarvoor ze afwisselen tussen Engels, Zoeloe en
Sotho. Op
Emakhosini, Zoeloe voor "van de koningen", levert het twee minutenlange bezwerende tracks, met echo's uit het werk van voorgangers als Batsumi of Philip 'Malombo' Tabane, op en als toemaatje besluit de Zuid-Afrikaanse band met
Nobody Knows, hun Africangungungu-versie van de klassieke negro spiritual
Nobody Knows The Trouble I've Seen. Aanrader!
BCUC komt 'Emakhosini' live voorstellen in de Brusselse
Botanique op 28 maart!
Lees verder
door
tim | 21 maart 2018 |
Plaatjes |
Orchestre Toubab is een Brussels Afro-tropical jazzkwartet rond gitarist
Robert Falk. De naam van de band is een knipoog naar het legendarische Orchestra Baobab uit Senegal, waar de term "toubab" gebruikt wordt om aan te duiden wanneer het om blanke buitenlanders gaat.
Teeru Deggoo, Wolof voor "de harmonieuze haven", had een nieuw Suske & Wiske album kunnen zijn, maar met de titel wil de band voor verwijzen dat havensteden traditioneel plekken zijn waar verschillende culturen elkaar ontmoeten en beïnvloeden; precies wat Orchestre Toubab met hun muziek ook proberen.
Teeru Deggoo is in zowat alles de logische opvolger voor
Tukki Janeer ("denkbeeldige reis"), het debuutalbum van de band uit 2015.
Lees verder
door
tim | 21 maart 2018 |
Plaatjes |
Herve Samb is een Senegalese gitarist, componist en producer die zijn eerste muzikale stappen zette in het clubcircuit van Dakar. Als van jongs af aan is Samb gefascineerd door de westerse blues en rock, maar als de Belgische gitarist
Pierre van Dormael zijn pad kruist, gaat er met de jazz een heel nieuwe wereld voor Herve open. In 1998 verhuist Samb naar Parijs en enkele jaren later besluit hij om de oceaan over te steken en New York te verkennen. Hervé heeft altijd de straat verkozen boven de academie en creëerde zo een heel eigen stijl: "Ik heb mijn stem gevonden in de fusie van traditionele Afrikaanse muziek met elementen uit jazz, rock en klassieke muziek…". Hervé Samb begeleidde ondertussen al zowat iedereen van Amadou & Mariam, over Oumou Sangare tot Aziz Sahmaoui en Jimmy Cliff. Maar Samb werkte daarnaast ook naarstig verder aan een solocarrière. In 2009 was er het toepasselijk getitelde lang
spelerdebuut
Cross Over, in 2013 gevolgd door
Time To Feel, en nu is er dus dit derde album.
Lees verder
door
tim | 19 maart 2018 |
Plaatjes |
Barcelona Gipsy Balkan Orchestra ziet deze
Avo Kanto zelf als de logische opvolger voor het twee jaar geleden verschenen
Del Ebro Al Danubio. De titel van het album is
Esperanto voor "de liederen van onze voorvaderen" en de tracklist van
Avo Kanto is dan ook bijna volledig gevuld met traditionals uit zowat gans Oost-Europa, gaande van de melancholie van nummers als
Csi Lav Tu (Hongarije),
Livisiani Mou Perdika (Griekenland/Turkije) en
Makedonsko Devojče (Macedonië) tot feestelijke dansnummers als
Krivo Sadovsko Horo (Bulgarije), het licht psychedelische
Raikos (Macedonië) of
Koje Li Je Doba Noći (Servië). Als toemaatje eindigt het album, op verzoek van de fans van de band met
Lule Lule, een nummer uit de
Arbëreshë cultuur, een Albanese minderheid in Zuid-Italië en Sicilië, en het eerste nummer dat de band in 2015 na de naamsverandering van Barcelona Gipsy Klezmer Orchestra in Barcelona Gipsy Balkan Orchestra opnam. Barcelona Gipsy Balkan Orchestra blijft tot nader order vaandeldrager van de Balkan-muziek in Spanje!
Lees verder
door
tim | 19 maart 2018 |
Plaatjes |
Het Nederlandse
Makkum Records lijkt vastbesloten om de hele Ghanese kologo-beweging in kaart te brengen, want na de compilatie
This Is Kologo Power! en
Sycophantic Friends, het soloalbum van Atamina, volgt nu ook dit debuutalbum van Ayuune Ayirizeme Kantia Suley, beter bekend als
Ayuune Sule of zelfs gewoon Sule. Ayuune werd geboren in een buitenwijk van
Kumasi en kreeg het kologo-virus te pakken in de pito-bar van zijn moeder Asibi, die regelmatig traditionele artiesten, waaronder kologo-spelers, liet optreden in haar etablissement. We bedoelen hier trouwens wel degelijk een pito-bar en geen pita-bar:
pito is een soort bier dat gemaakt wordt van gefermenteerde gierst of sorgo en vooral in het noordelijke gedeelte van Ghana populair is. Omdat Sule zo gefascineerd was door de kologo begon hij ook te spijbelen, waardoor zijn ouders uiteindelijk beslisten om hem terug naar hun geboortedorp
Zuarungu Kantia in het uiterste noorden van Ghana te sturen. Dat dorp ligt echter vlakbij
Bolgatanga, zowat het epicentrum van de kologo power-scene, en voor Sule was er nu helemaal geen weg meer terug. Ayuune werkte een tijdje als veedrijver, maar in zijn vrije tijd bleef hij naarstig op de kologo repeteren en trad hij af en toe op voor lokale boeren die hem in natura betaalden met gevogelte of aardnoten. Alles veranderde toen Sule op een dag werd uitgenodigd om te komen spelen in de pito-bar van een zekere Anyeba-ahe. Ayuune liet de zaak vollopen en verdiende die avond een stevige cent, maar belangrijker, één van zijn nummers,
Bahe Te Mmega Behe Loo werd een lokale hit. Toch zou het nog duren tot Sule sinyaka (een kalebas gevuld met harde bessen, zoals te horen in het akoestische
Senyaane) en kologo ging spelen in de band van kologo-superster King Ayisoba, en hij steeds vaker mocht openen voor de man, dat zijn carrière echt van de grond begon te komen.
Lees verder
door
tim | 19 maart 2018 |
Plaatjes |
Echt op de voet hebben we de carrière van de Belgisch-Congolese rapper
Baloji niet gevolgd, maar als er één ding duidelijk is, dan wel dat hij de afgelopen jaren steeds verder de Kongo-stroom is opgevaren. Op Baloji's langspelerdebuut
Hotel Impala, uit 2007, klonken nog amper invloeden uit zijn moederland Congo door, maar met opvolger
Kinshasa Succursale, volledig opgenomen in de Congolese hoofdstad, kwam daar verandering in en ging Baloji duidelijk graven in het Congolese muziekverleden. Vorig jaar was er dan
64 Bits & Malachite, een 5 tracks tellende EP die als voorproefje kon dienen voor deze
137 Avenue Kaniama. Baloji is ondertussen helemaal naar
Lubumbashi in het zuiden van de
Democratische Republiek Congo afgezakt, en de titel van het album verwijst dan ook naar het adres in de stad waar Baloji na 25 jaar zijn moeder terugvond, op het album aangrijpend verhaalt in
La Dernière Pluie - Inconnu À Cette Adresse, één van de absolute hoogtepunten op dit album en door Baloji zelf omschreven als: "…het eerlijkste nummer dat ik ooit schreef.".
Lees verder
door
tim | 17 maart 2018 |
Plaatjes |
Het verhaal achter
African Connection begon toen de leden van de Deense band
Junglelyd in 2016 besloten om de Ghanese muzikant Atongo Zumba te vergezellen op een tournee door zijn thuisland. De chemie die ontstond door een maand samen op pad te zijn en het podium te delen bleek zo sterk dat de Denen besloten om er een staartje aan te brijen. Ze verlengden hun verblijf in Ghana, haalden er wat extra muzikanten bij en African Connection was geboren. Atongo Zumba is ondertussen weer uit het plaatje verdwenen en naast de Denen van Junglelyd (Lasse Aagaard - gitaar, Lasse Enøe - saxofoon en fluit, Olaf Johannes Brinch - saxofoon) vervoegde ondertussen ook de Amerikaanse toetseniste/percussioniste Maggie Cawley de band, maar voor de Ghanese inkleuring zorgen nu bassist/vocalist Abdulai Issaka Kyemtore, gitarist/vocalist Kwass Dankwah en drummer, percussionist en vocalist
Frank 'CCYoYo' Ankrah. Vooral die laatste is wat de sound van African Connection betreft - een mix van highlife, funk, afrobeat, rock en Ghanese traditionals - zeker niet onbelangrijk, want is een leerling van de grootmeester Tony Allen en speelde in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog samen met Fela. In het jaar waarin
#MeToo uitgroeide van een hashtag tot een heuse beweging, is de titel van dit langspelerdebuut, waarmee de leden van de band de wereldwijde onderdrukking van de vrouw nogmaals wilde onderstrepen, zeker geen onbelangrijk statement. Het werk dat African Connection voor de hoes van het album gebruikte is van de hand van
Ablade Glover, een gerenommeerde Ghanese kunstenaar bekend om zijn portretten van Ghanese vrouwen: "...if you notice, you see a lot of women in my work and people do ask me, why do you paint so many women? The first time I was asked the question, I didn't think about it. I just opened my mouth and said because they are more beautiful than men. That wasn't a serious answer. It was later, thinking about it, that it struck me they have courage. Women of Africa have some courage and they show it. When they walk the street, they are elegant. They are courageous, they are brave. When they are going about, they show it. Men don't do that, do they?". Op
Queens And Kings wisselen de vocalisten af tussen Engels, Ewe, Ga en Hausa en de muzikale mosterd gingen de bandleden zoeken bij Afrikaanse groten als Fela Kuti, Tony Allen, Mulatu Astatke en Ebo Taylor, maar ook westerse bands als The Meters, The Who, The Doors en Led Zeppelin. Over de inhoudelijke kant van de nummers kunnen we u helaas weinig vertellen, maar grooven doet deze band in elk geval. Onze aanraders: het stevige
Babanato, het lekker groovende
Dabina Meka en natuurlijk hun
Fela Tribute.
www.africanconnectionband.com |
www.soundsofsubterrania.com
door
tim | 17 maart 2018 |
Plaatjes |
Voor
Malagasy Guitar Masters verenigden drie generaties Malagassische gitaarhelden de krachten:
Teta, een genie uit
Toliaro en gespecialiseerd in de zogeheten
tsapiky-stijl,
stelden we u al eerder op deze pagina's voor, Chrisanto Zama komt uit diezelfde provincie maar is een generatie jonger, specialist in de rodaringa, een zeer ritmische stijl die in Madagaskar vaak te horen is tijdens worstelwedstrijden, en tsinjabey, Malagassische begrafenismuziek, en tenslotte
Joël Rabesolo, de jongste van het stel, bijgenaamd de Malagassische Jimi Hendrix, die onder andere jazzpianist
Keith Jarrett tot zijn grote invloeden rekent en nog studeerde aan het
Koninklijk Conservatorium Brussel.
Volo Hazo werd geproduceerd door multi-instrumentalist Tao Ravao,
voor diegenen die trouw deze pagina's lezen, ook al geen onbekende meer. Het titelnummer van het album is een compositie van Teta en een ode aan de heilige bomen in Madagaskar, waar de bewoner geloven dat een plek zonder bomen een plaats van onvruchtbaarheid en dood is. Bomen worden beschouwd als een bron van voedsel en rijkdom maar worden ook bepaalde krachten toegedicht. Zo vertegenwoordigen de amontana en aviavy levenskracht en staat de hasina of "drakenboom" in het noorden van Madagaskar symbool voor spiritualiteit en heiligheid. Omdat hij vaak een grote ouderdom heeft staat de mandrorofo dan weer garant voor een lang leven en het overal voorkomende en snelgroeiende bamboe is dan weer de perfecte metafoor voor familie. Maar genoeg over bomen, terug naar de muziek, want daar gaat het op
Volo Hazo toch om. Ons bekoorden vooral instrumentals als opener
Milomano, een ode van Teta aan de golven en de zee,
Be Lamba, waarin Joël Rabesolo hetzelfde doet voor de
lamba, de traditionele kleding die op Madagaskar in vele vormen en kleuren voorkomt, het al vernoemde titelnummer
Volo Hazo (alweer Teta),
Caravan, een heerlijke tsapiky-versie van
de wereldberoemde Duke Ellington klassieker, of tenslotte
Valiha Malaza, waarmee het trio ode brengt aan de grootmeester van de
valiha, de Malagassische citer, Rakotozafy, die wordt beschouwd als de Johan Sebastian Bach van de Malagassische muziek. De ritmes en melodieën van het Rode Eiland blijven betoverend!
www.malagasyguitarmasters.com |
www.budamusique.com |
www.xmd.nl
door
tim | 13 maart 2018 |
Plaatjes |
Met deze
Noite Que Brincou De Lua van duo
Edu Passeto en
Gui Tavares haalt
Far Out Recordings weer een onterecht vergeten parel uit de
MPB of musica popular Brasileira van begin jaren tachtig van de vorige eeuw. Passeto en Tavares waren grote fans van
Clube Da Esquina, een muzikaal collectief uit de jaren zestig dat genres als progressive rock, bossa nova en jazz mixte met invloeden uit de Braziliaanse folk en klassieke muziek en waarvan onder andere
Milton Nascimento en
Lô Borges deel uitmaakten. Voor 'Noite Que Brincou De Lua' deden Edu en Gui zowat hetzelfde en dat leverde een heerlijk licht album vol dromerige Braziliaanse pop op. De vrolijke opener en titelnummer
Noite Que Brincou zou bijvoorbeeld zo uit een soundtrack van een spaghetti western kunnen komen (denk:
Il Mio Nome È Nessuno aka.
My Name Is Nobody, van Tonino Valerii uit 1973), maar hoewel
de militaire dictatuur in Brazilië in 1981 op zijn laatste benen liep, moesten Passeto en Tavares toch uitkijken met hun teksten. Het is vandaag nog moeilijk voor te stellen, maar de eerste versie van dit album werd destijds door de censuurcommissie afgewezen als zijnde te provocatief. De opnames voor
Noite Que Brincou De Lua namen bovendien ruim een jaar in beslag omdat Edu en Gui telkens vanuit hun woonplaats
Campinas naar het 100 kilometer verderop gelegen
São Paulo moesten liften! Het duo ging in 1986 vriendschappelijk uit elkaar. Edu overleed in 2008 en in Campinas werd ondertussen een straat naar hem vernoemd. Gui Tavares woont tegenwoordig in Londen, waar hij nog steeds muzikaal actief is.
www.faroutrecordings.com |
www.guitavares.com
door
tim | 2 maart 2018 |
Plaatjes |
Dankzij
King Ayisoba's
1000 Can Die liet
Glitterbeat Records de wereld kennismaken met de Ghanese kologo power sound. Ayisoba is echter verre van de enige protagonist in wat ondertussen een hele muzikale beweging is geworden en waarbij de
kologo, een tweesnarige luit gemaakt van een kalebas, steeds centraal staat. Neem nu
Agong Atamina aka. Dr. Professor Atamina bijvoorbeeld… De man treedt vaak op als openingsact tijdens concerten van King Ayisoba in Ghana en heeft ondertussen een eigen schare fans verzameld.
Atamina werd geboren in
Bongo, een klein dorp in het uiterste noorden van Ghana, vlakbij de grens met Burkina Faso. De man studeerde aanvankelijk medicijnen, maar het muziekvirus bleek hem te sterk in zijn greep te hebben en dus werd het kologo power: "Kologo is a spirit from every family or clan. Nobody can teach somebody how to play kologo. My grandfather played kologo and his kologo is the God of our family now!".
In zijn repertoire kiest Atamina vooral voor nummers met inhoud, maar steeds met een knipoog gebracht. Neem titelnummer
Psychophantic Friends bijvoorbeeld, waarin hij waarschuwt voor zogenaamde vrienden die steeds maar weer andere gunsten komen vragen en er op den duur zelfs met je vriendin vandoor zijn. Een ander voorbeeld is
Rubber Song, waarmee Atamina de strijd aangaat tegen de wereldwijde plasticvervuiling. Met
Sycophantic Friends eist de kroonprins van de kologo power-beweging nu ook zijn plaats op!
Lees verder